Chinese verdachte gehoord in Doverzaak

Volgens advocaat Boone heeft de man hem verteld dat een Chinese vrouw met de bijnaam Sister P. de leiding had over de smokkelorganisatie in Nederland.

Een aantal van de tien verdachten van de Doverzaak, werd vorig jaar door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld voor onder meer het leidinggeven aan een smokkelorganisatie. Geen van de veroordeelden was van Chineese afkomst.

Bij de illegale transport van zestig Chinezen van Rotterdam naar Engeland kwamen 58 Chinezen om het leven.

Het proces in hoger beroep tegen acht verdachten in de Doverzaak is deze week begonnen. Tegen twee verdachten zag justitie af van hoger beroep. De komende weken hoort het hof een groot aantal getuigen. Ook zal het hof in het bijzijn van de advocaten van de verdachten naar Engeland reizen om daar de tot veertien jaar celstraf veroordeelde chauffeur van het transport als getuige te horen. Ook hoort het gezelschap een aantal Engelse politierechercheurs.

De komende weken willen de raadslieden onder meer helderheid brengen in de structuur van de smokkelorganisatie. Het gaat hen er dan vooral om aan te tonen dat de huidige acht verdachten maar ,,kleine visjes'' zijn. De grote bazen zijn volgens de advocaten buiten schot gebleven.

De advocaten hebben goede hoop meer te weten te kunnen komen over de Chinese top van de smokkelorganisatie. De informatie waarmee Boone kwam, kan daarbij een cruciale rol spelen. De Chinees waarmee Boone heeft gesproken, is de echtgenoot van een vrouw die ook in verband is gebracht met Doverzaak. Deze vrouw zou een buitenechtelijke relatie hebben gehad met hoofdverdachte G.O..

De Chinese man zou hebben gezegd dat omdat hij gevangengenomen was, O. zijn plaats in de smokkelorganisatie tijdens het Dover-transport had ingenomen. De leiding over de transporten zou volgens hem liggen bij een Chinese vrouw met de bijnaam Sister P. Zij gaf volgens de man de bevelen.

De verdachten werden vorig jaar door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld tot gevangenisstraffen tot negen jaar. De rechtbank achtte de doodslag op 58 gesmokkelde Chinezen niet bewezen. Wel was de verdachten volgens de rechtbank dood door schuld aan te wrijven. De gevangenisstraffen vielen hierdoor vele malen lichter uit dan justitie had gewild.

De 58 Chinezen stikten in de laadruimte van de vrachtwagen die met de boot onderweg was van een loods in het Rotterdamse havengebied naar Engeland. Toen het smokkeltransport in Engeland aankwam en de politie de vrachtwagen controleerde, bleken maar twee van de zestig gesmokkelden het transport te hebben overleefd. De
Chinezen bleken al een hele reis achter de rug te hebben. Voor de trip hadden de Chinezen tienduizenden guldens moeten betalen.