nieuws
Nee, er liepen geen leeuwen over de Coolsingel....
ROTTERDAM - Feit of fabel?, luidde de vraag een paar dagen geleden, toen RTV Rijnmond twintig stellingen over het bombardement op Rotterdam publiceerde. Wie de antwoorden naar ons mailde, kon een boek over 14 mei 1940 winnen.
Nu de inzendtermijn gesloten is, maken we de juiste antwoorden op de beweringen bekend. Uiteraard met uitleg. De winnaars van het boek van Frits Baarda staan vermeld op de speciale pagina van het bombardement, elders op deze website.
1. Vóór 14 mei gooien ook de Nederlanders bommen op de stad.
FEIT. Na de inval op 10 mei nemen de Duitsers bezit van de Maasbruggen en van vliegveld Waalhaven. De Nederlandse luchtmacht voert zowel op de luchthaven als bij de Willemsbrug bombardementen uit. Een onverdeeld succes zijn de aanvallen niet. In de Waalhaven lopen Duitse toestellen en het vliegveld flinke schade op, maar de bruggen blijven ongedeerd. De bommen komen terecht op het Noordereiland en in de Maas.
FEIT. Na de inval op 10 mei nemen de Duitsers bezit van de Maasbruggen en van vliegveld Waalhaven. De Nederlandse luchtmacht voert zowel op de luchthaven als bij de Willemsbrug bombardementen uit. Een onverdeeld succes zijn de aanvallen niet. In de Waalhaven lopen Duitse toestellen en het vliegveld flinke schade op, maar de bruggen blijven ongedeerd. De bommen komen terecht op het Noordereiland en in de Maas.
2. De Duitsers gebruiken een eigen versie van het Paard van Troje om Rotterdam onder controle te krijgen: ze verstoppen zich in binnenvaartschepen.
FABEL. Een van de hardnekkig rondzingende verhalen gaat over een Zweeds schip dat in 1940 bij de Stieltjesstraat ligt. Dit schip zou Duits oorlogsmaterieel, zoals wapens, aan boord hebben. Het verhaal duikt op in 1950 op. De KNIL-officier, die de situatie beschrijft, rept tien jaar eerder echter met geen woord over dit schip. Hij maakt dan alleen melding van Duitse soldaten op de Stieltjesstraat. Historici vinden geen bewijs voor de 'Paard van Troje'-verhalen.
FABEL. Een van de hardnekkig rondzingende verhalen gaat over een Zweeds schip dat in 1940 bij de Stieltjesstraat ligt. Dit schip zou Duits oorlogsmaterieel, zoals wapens, aan boord hebben. Het verhaal duikt op in 1950 op. De KNIL-officier, die de situatie beschrijft, rept tien jaar eerder echter met geen woord over dit schip. Hij maakt dan alleen melding van Duitse soldaten op de Stieltjesstraat. Historici vinden geen bewijs voor de 'Paard van Troje'-verhalen.
3. Tussen 10 en 14 mei bevinden de Duitse militairen zich alleen ten zuiden van de Maas.
FABEL. In eerste instantie lukt het de parachutisten zich meester te maken van de Oosterkade, de Spaanse Kade, het spoorviaduct tot vlak aan het Beursstation, de Wijnhaven en de Boompjes. Ze weten uiteindelijk alleen stand te houden in het gebouw van de Nationale Levensverzekeringsbank aan de Boompjes.
Na de mislukte aanval op Den Haag verschansen Duitse parachutisten zich ook in Overschie. Dit dorpje wordt in 1941 door Rotterdam geannexeerd.
FABEL. In eerste instantie lukt het de parachutisten zich meester te maken van de Oosterkade, de Spaanse Kade, het spoorviaduct tot vlak aan het Beursstation, de Wijnhaven en de Boompjes. Ze weten uiteindelijk alleen stand te houden in het gebouw van de Nationale Levensverzekeringsbank aan de Boompjes.
Na de mislukte aanval op Den Haag verschansen Duitse parachutisten zich ook in Overschie. Dit dorpje wordt in 1941 door Rotterdam geannexeerd.
4. Duitse parachutisten zijn tijdens hun landing hulpeloos.
FEIT. De parachutisten hangen niet rechtop in de lucht, maar komen neer als een pakketje. Met het gezicht naar beneden gericht. Dat komt doordat de koorden midden op de rug zijn bevestigd en niet aan een tuigje om de schouders. Door deze houding kunnen de Duitsers (op een pistool en handgranaten na) geen wapens bij zich dragen. Die worden in de buurt van de landingsplaatsen gedropt. De Duitse parachutisten moeten daar, zodra ze op de grond zijn, zo snel mogelijk naar toe rennen.
FEIT. De parachutisten hangen niet rechtop in de lucht, maar komen neer als een pakketje. Met het gezicht naar beneden gericht. Dat komt doordat de koorden midden op de rug zijn bevestigd en niet aan een tuigje om de schouders. Door deze houding kunnen de Duitsers (op een pistool en handgranaten na) geen wapens bij zich dragen. Die worden in de buurt van de landingsplaatsen gedropt. De Duitse parachutisten moeten daar, zodra ze op de grond zijn, zo snel mogelijk naar toe rennen.
5. Het Duitse leger heeft een enorme overmacht.
FABEL. Op de eerste oorlogsdag is de verhouding in Rotterdam enkele honderden Duitse luchtlandingstroepen tegenover duizenden Nederlandse militairen. Een belangrijk verschil is dat de Duitsers stuk voor stuk goed getraind zijn en een duidelijk plan volgen.
FABEL. Op de eerste oorlogsdag is de verhouding in Rotterdam enkele honderden Duitse luchtlandingstroepen tegenover duizenden Nederlandse militairen. Een belangrijk verschil is dat de Duitsers stuk voor stuk goed getraind zijn en een duidelijk plan volgen.
De Nederlandse eenheden bestaan grotendeels uit ondersteunend personeel zonder uitgebreide gevechtstraining en bewapening. Een deel van de militairen is nog in opleiding. Ongeveer duizend soldaten kunnen in mei 1940 als gevechtsklaar worden beschouwd.
6.Rotterdam wordt enkel verdedigd door de mariniers.
FABEL. De mariniers zijn zeker niet de enigen, die hard vechten rond de Maas. Ze worden onder andere gesteund door depotsoldaten van de genie, luchtmacht en marine. Waarom de strijd om de Maasbruggen dan toch vooral aan de mariniers wordt toegedicht? ´Wellicht een combinatie van een herkenbaar uniform, verbondenheid met de stad, de snelle eerste reactie en de poging de Willemsbrug te heroveren. Bovendien lijkt hun toenmalige commandant, Von Frytag Drabbe, na de oorlog nogal actief geweest om de rol van het Korps te benadrukken', zegt Rob Noordhoek van Museum Rotterdam.
FABEL. De mariniers zijn zeker niet de enigen, die hard vechten rond de Maas. Ze worden onder andere gesteund door depotsoldaten van de genie, luchtmacht en marine. Waarom de strijd om de Maasbruggen dan toch vooral aan de mariniers wordt toegedicht? ´Wellicht een combinatie van een herkenbaar uniform, verbondenheid met de stad, de snelle eerste reactie en de poging de Willemsbrug te heroveren. Bovendien lijkt hun toenmalige commandant, Von Frytag Drabbe, na de oorlog nogal actief geweest om de rol van het Korps te benadrukken', zegt Rob Noordhoek van Museum Rotterdam.
7.Als Rotterdam op 14 mei 1940 wordt gebombardeerd zijn er nog onderhandelingen aan de gang over de capitulatie.
FEIT. Het eerste ultimatum wordt door Nederlandse militairen afgewezen. Kolonel Scharroo noemt het 'een vodje papier', omdat er geen handtekening van een Duitse bevelhebber onder staat. Op verzoek komt er een nieuw ultimatum van de Duitsers. Deze keer met handtekening. Hier moet voor 16.20 op gereageerd worden. Terwijl in Rotterdam nog onderhandeld wordt, stijgen in Duitsland 90 bommenwerpers op. De Heinkels voeren later uit waarmee de Duitsers hadden gedreigd: 'de scherpste maatregelen van vernieling.'
FEIT. Het eerste ultimatum wordt door Nederlandse militairen afgewezen. Kolonel Scharroo noemt het 'een vodje papier', omdat er geen handtekening van een Duitse bevelhebber onder staat. Op verzoek komt er een nieuw ultimatum van de Duitsers. Deze keer met handtekening. Hier moet voor 16.20 op gereageerd worden. Terwijl in Rotterdam nog onderhandeld wordt, stijgen in Duitsland 90 bommenwerpers op. De Heinkels voeren later uit waarmee de Duitsers hadden gedreigd: 'de scherpste maatregelen van vernieling.'
8.Bommen die bestemd zijn voor Rotterdam komen neer in de Hoeksche Waard.
FEIT. Een deel van de aanvalsmacht zwenkt af en bombardeert gelegenheidsdoelen in de Hoekse Waard, waaronder Strijen en Strijensas. Per ongeluk vallen ze daarbij ook een Duitse kolonne aan. Bij Yerseke schieten Franse jachtvliegers later een van de Heinkels neer.
FEIT. Een deel van de aanvalsmacht zwenkt af en bombardeert gelegenheidsdoelen in de Hoekse Waard, waaronder Strijen en Strijensas. Per ongeluk vallen ze daarbij ook een Duitse kolonne aan. Bij Yerseke schieten Franse jachtvliegers later een van de Heinkels neer.
9.De brisantbommen die de Duitsers gebruiken zijn voor een deel uitgerust met thermiet. Dat verklaart de enorme hoeveelheid branden in het getroffen gebied.
De Duitsers hebben het nooit bekend, maar deskundigen noemen het 'hoogst aannemelijk' dat tussen de vinnen van de brisantbommen thermiet is gestopt. De Duitse luchtmacht gebruikte al eerder thermiet, onder meer bij het bombardement op Warschau.
De Duitsers hebben het nooit bekend, maar deskundigen noemen het 'hoogst aannemelijk' dat tussen de vinnen van de brisantbommen thermiet is gestopt. De Duitse luchtmacht gebruikte al eerder thermiet, onder meer bij het bombardement op Warschau.
10. De Duitsers sparen het stadhuis bewust, omdat ze graag bevolkingsgegevens willen hebben.
FABEL. De Heinkels, die de Duitsers inzetten om Rotterdam in de as te leggen, kunnen geen precisiebombardementen uitvoeren. Het is dus puur toeval dat het stadhuis overeind blijft. Het naastgelegen Postkantoor krijgt wel een voltreffer, maar is later hersteld. Het 'overleven' van dit soort belangrijke gebouwen blijkt dus ook afhankelijk van de keuzes die bij de wederopbouw van Rotterdam worden gemaakt.
FABEL. De Heinkels, die de Duitsers inzetten om Rotterdam in de as te leggen, kunnen geen precisiebombardementen uitvoeren. Het is dus puur toeval dat het stadhuis overeind blijft. Het naastgelegen Postkantoor krijgt wel een voltreffer, maar is later hersteld. Het 'overleven' van dit soort belangrijke gebouwen blijkt dus ook afhankelijk van de keuzes die bij de wederopbouw van Rotterdam worden gemaakt.
11. Het ziekenhuis aan de Coolsingel wordt zwaar getroffen, maar alle patiënten overleven.
FEIT. Op het ziekenhuis vallen vier bommen. Ook breekt er brand uit. Zes mensen komen direct om. Maar dat zijn personeelsleden: een magazijnmeester, twee verpleegsters en drie meisjes van de linnenkamer. Een jonge arts, die door een stuk steen wordt getroffen, overlijdt later die dag in het Bergwegziekenhuis. De patiënten van het Coolsingelziekenhuis worden overgebracht naar andere locaties, ook in Delft en Schiedam.
FEIT. Op het ziekenhuis vallen vier bommen. Ook breekt er brand uit. Zes mensen komen direct om. Maar dat zijn personeelsleden: een magazijnmeester, twee verpleegsters en drie meisjes van de linnenkamer. Een jonge arts, die door een stuk steen wordt getroffen, overlijdt later die dag in het Bergwegziekenhuis. De patiënten van het Coolsingelziekenhuis worden overgebracht naar andere locaties, ook in Delft en Schiedam.
12. Aan de Noordsingel worden na de bommenregen de cellen van gevangenen opengemaakt. Ze mogen gaan.
FEIT. De gevangenis is getroffen. De A-vleugel ligt helemaal in puin. Daar vallen doden. Vleugel B vertoont grote scheuren en verdere instorting dreigt. De 'gewone' gevangen worden ontslagen. Een deel gaat er niet meteen vandoor, maar helpt om mensen onder het puin vandaan te halen. NSB'ers en Duitsers, die aan de Noordsingel gevangen zitten, mogen voor hun eigen veiligheid, pas later weg. De Duitsers krijgen begeleiding, omdat gevreesd wordt dat ze buiten de poort gelyncht zullen worden.
FEIT. De gevangenis is getroffen. De A-vleugel ligt helemaal in puin. Daar vallen doden. Vleugel B vertoont grote scheuren en verdere instorting dreigt. De 'gewone' gevangen worden ontslagen. Een deel gaat er niet meteen vandoor, maar helpt om mensen onder het puin vandaan te halen. NSB'ers en Duitsers, die aan de Noordsingel gevangen zitten, mogen voor hun eigen veiligheid, pas later weg. De Duitsers krijgen begeleiding, omdat gevreesd wordt dat ze buiten de poort gelyncht zullen worden.
13. Na het bombardement lopen er leeuwen op de Coolsingel, die zijn ontsnapt uit de dierentuin.
FABEL. Op de puinhopen in de stad worden na het bombardement onder meer apen, zebra's en bizons gespot, maar geen leeuwen. De dierentuin bij de Kruiskade is twee dagen voor het grote bombardement al getroffen door 18 brisantbommen. Op last van een militaire commandant zijn daarna bijna alle roofdieren afgemaakt. De makke leeuw Tammo krijgt gratie, maar als er na het bombardement van 14 mei branden overslaan naar de dierentuin komt ook hij om het leven.
FABEL. Op de puinhopen in de stad worden na het bombardement onder meer apen, zebra's en bizons gespot, maar geen leeuwen. De dierentuin bij de Kruiskade is twee dagen voor het grote bombardement al getroffen door 18 brisantbommen. Op last van een militaire commandant zijn daarna bijna alle roofdieren afgemaakt. De makke leeuw Tammo krijgt gratie, maar als er na het bombardement van 14 mei branden overslaan naar de dierentuin komt ook hij om het leven.
Op onze website staat een groot verhaal over de zoo in oorlogstijd: http://www.rijnmond.nl/nieuws/12-05-2015/mei-1940-kogels-brand-en-bommen-de-dierentuin
14.Het is aan het bombardement te wijten dat de dierentuin verdwijnt uit het centrum van de stad.
FABEL. Op 14 mei 1940 staat de dierentuin al bijna op het punt om te verhuizen naar de nieuwe locatie in de Blijdorp-polder. Sommige onderkomens, zoals het reptielenverblijf, zijn al gesloopt en de dierentuin is voor publilek gesloten.
FABEL. Op 14 mei 1940 staat de dierentuin al bijna op het punt om te verhuizen naar de nieuwe locatie in de Blijdorp-polder. Sommige onderkomens, zoals het reptielenverblijf, zijn al gesloopt en de dierentuin is voor publilek gesloten.
De dieren, die de branden en het bombardement overleven, worden in de loop van 1940 verhuisd naar Blijdorp. Omdat de meeste transporthokken door vuur zijn verwoest, lenen andere dierentuinen hun hokken hiervoor uit.
15.Een Rotterdamse chirurg in het Bergwegziekenhuis neemt op eigen wijze wraak door een Duitser met een ernstige hoofdwond niet te opereren. De hooggeplaatste militair was betrokken bij de besluitvorming over het bombardement. Hij overlijdt.
FABEL. Het gaat hier om Kurt Student, generaal bij het Luftlandekorps. Op 14 mei loopt hij, tijdens besprekingen over de capitulatie aan de Statenweg 147, een ernstige hoofdwond op. Het pand wordt door Duitsers beschoten en er komt een balk op Student terecht.
FABEL. Het gaat hier om Kurt Student, generaal bij het Luftlandekorps. Op 14 mei loopt hij, tijdens besprekingen over de capitulatie aan de Statenweg 147, een ernstige hoofdwond op. Het pand wordt door Duitsers beschoten en er komt een balk op Student terecht.
De generaal gaat naar het Bergwergziekenhuis, waar chirurg Cornelis van Staveren aan het werk is. De chirurg beleeft, zo zegt hij later in het boek Rotterdam, mei 1940, het enige twijfelmoment uit zijn loopbaan. 'Natuurlijk wilde ik die vent vernietigen. De schoft had zojuist Rotterdam naar de verdommenis geholpen. De schedel van hem lag open. Ik spoelde de beschadigde hersenmassa weg, zodat het weer een gaaf geheel zou worden. 'Nu ga ik es effe daarin roeren', ja, dat dacht ik even. Het was een opwelling, vanuit een gevoel van wraak.' Van Staveren besluit toch 'gewoon' te opereren en Student herstelt. Spijt? Dat heeft de chirurg niet. 'De medicus heeft het van de mens gewonnen.'
16.De Duitsers zijn van plan om op 14 mei een tweede bombardement uit te voeren. De vliegtuigen die hiervoor opstijgen worden teruggeroepen.
FEIT. Rond 16.00 uur vertrekken in Duitsland opnieuw Heinkels met doel Rotterdam. Er is 'ruis' op de Duitse communicatielijnen. De bevelhebber in Duitsland weet niet dat Rotterdam zich heeft overgegeven. Zodra generaal Schmidt hoort dat er weer bommenwerpers onderweg zijn stuurt hij een bericht: 'Nicht werfen!' Deze boodschap wordt op tijd opgepikt en de Heinkels keren om.
FEIT. Rond 16.00 uur vertrekken in Duitsland opnieuw Heinkels met doel Rotterdam. Er is 'ruis' op de Duitse communicatielijnen. De bevelhebber in Duitsland weet niet dat Rotterdam zich heeft overgegeven. Zodra generaal Schmidt hoort dat er weer bommenwerpers onderweg zijn stuurt hij een bericht: 'Nicht werfen!' Deze boodschap wordt op tijd opgepikt en de Heinkels keren om.
17.Het exacte dodental van het bombardement is nooit vastgesteld.
FEIT. Er worden brede marges aangehouden als het gaat om het aantal dodelijke slachtoffers. 650 is het minimum, 900 het maximum. In officiële toespraken komt vaak het getal 850 terug. Van een deel van de doden is geen overlijdensakte opgemaakt. Ze zijn al begraven voordat identificatie plaatsvindt. Ook zijn er slachtoffers wiens lichaam nooit is teruggevonden.
FEIT. Er worden brede marges aangehouden als het gaat om het aantal dodelijke slachtoffers. 650 is het minimum, 900 het maximum. In officiële toespraken komt vaak het getal 850 terug. Van een deel van de doden is geen overlijdensakte opgemaakt. Ze zijn al begraven voordat identificatie plaatsvindt. Ook zijn er slachtoffers wiens lichaam nooit is teruggevonden.
18.Rotterdam wordt na het bombardement van mei 1940 Steenbergen aan de Maas genoemd.
FEIT. Humor, ook van de wrange soort, kan Rotterdammers niet worden ontzegd. Ze dopen de Beurstraverse om tot Koopgoot en noemen de Puntegaalstraat, waar het Belastingskantoor huisde, de Pluk-me-Kaalstraat. Na 14 mei 1940, als in Rotterdam 5 miljoen kubieke meter puin ligt, krijgt de stad in de volksmond het synoniem Steenbergen aan de Maas.
FEIT. Humor, ook van de wrange soort, kan Rotterdammers niet worden ontzegd. Ze dopen de Beurstraverse om tot Koopgoot en noemen de Puntegaalstraat, waar het Belastingskantoor huisde, de Pluk-me-Kaalstraat. Na 14 mei 1940, als in Rotterdam 5 miljoen kubieke meter puin ligt, krijgt de stad in de volksmond het synoniem Steenbergen aan de Maas.
19.Een deel van het Rotterdamse puin wordt gebruikt voor de dijkenbouw in de Noordoostpolder.
FEIT. De hoeveelheid puin is zo groot dat de brokstukken ook buiten Rotterdam worden benut voor nieuwe doelen. Een daarvan is de aanleg van dijken in de Noordoostpolder. Een knik in de dijk bij het IJsselmeer herinnert daar nog aan: de Rotterdamse Hoek.
FEIT. De hoeveelheid puin is zo groot dat de brokstukken ook buiten Rotterdam worden benut voor nieuwe doelen. Een daarvan is de aanleg van dijken in de Noordoostpolder. Een knik in de dijk bij het IJsselmeer herinnert daar nog aan: de Rotterdamse Hoek.
Zie ook: http://www.derotterdammert.nl/nieuws/het-verdwenen-puin-van-rotterdam/
20. Na mei 1940 blijven verdere bombardementen Rotterdam bespaard.
FABEL. Na de grote aanval van 14 mei is de terreur vanuit de lucht allesbehalve ten einde. Het meest heftige bombardement dat Rotterdam nog tegemoet gaat is dat van 31 maart 1943. De geallieerden werpen dan bommen op het westen van de stad. Vierhonderd Rotterdammers komen om het leven en meer dan 16.000 mensen raken dakloos. In de geschiedenisboeken staat deze aanval ook wel bekend als 'het vergeten bombardement.'
FABEL. Na de grote aanval van 14 mei is de terreur vanuit de lucht allesbehalve ten einde. Het meest heftige bombardement dat Rotterdam nog tegemoet gaat is dat van 31 maart 1943. De geallieerden werpen dan bommen op het westen van de stad. Vierhonderd Rotterdammers komen om het leven en meer dan 16.000 mensen raken dakloos. In de geschiedenisboeken staat deze aanval ook wel bekend als 'het vergeten bombardement.'
Foto 1: De tamme leeuw Tammo met zijn verzorger. Tammo sterft als in de dierentuin brand uitbreekt.
Foto 2: Bommenwerpers, type Heinkel
Deze kennistest is tot stand gekomen in samenwerking met Rob Noordhoek van Museum Rotterdam. Het museum is een van de organisatoren van de expositie De Aanval, over de meidagen van 1940. Wie een Heinkel-bommenwerper in het echt wil zien, moet naar de Onderzeebootloods op het voormalige RDM-terrein in Rotterdam-Heijplaat. Je kunt niet tot in de cockpit, maar het vliegtuig is wel van heel dichtbij te zien. Minstens zo indrukwekkend zijn de beelden van Rotterdam in puin en de verhalen van mensen die het bombardement meemaakten. 'Het lijkt alsof je zelf in de verwoeste stad loopt', recenseert een bezoeker. http://museumrotterdam.nl/tentoonstellingen/de-aanval