Gedumpte schildpadden in Rotterdamse sloten

Ze schijnen er wel te zitten, maar in het Park bij de Euromast is op deze regenachtige vrijdagmorgen geen schildpad te bekennen. "Dit is geen weer voor een schildpad, veel te koud", verklaart De Baerdemaeker. "Ze zitten verstopt. Ik weet niet waar. Maar dat is natuurlijk eigen aan je verstoppen."

Over de herkomst van de reptielen is weinig twijfel mogelijk: ze zijn gedumpt of weggelopen. "Het zijn allemaal exoten, dieren die hier niet horen", vertelt de stadsecoloog. "De meeste zijn vrijgelaten. Andere hadden een mooi leven in de tuinvijver, maar zijn opgestapt."

Voor een deel van die schildpadden is het Nederlandse klimaat toch echt te koud. Maar een deel van de dieren weet zich een plekje te verwerven in het stedelijke ecosysteem. De schildpadden eten plantaardig materiaal, maar bijvoorbeeld ook kikkerdril of afval.

Volgens De Baerdemaeker worden het er steeds meer. Toch blijft het aantal schildpadden in de Rotterdamse stadsjungle beperkt, want ze planten zich hier hoogstwaarschijnlijk niet voort. "Normaal leggen ze hun eieren in zandige oevers. Die ontbreken hier." De lage temperaturen zijn ook niet bevorderlijk.

Hoewel een deel van de dieren weet te overleven, is de aanwezigheid van schildpadden niet per se positief. "Andere waterdieren moeten er ook maar mee zien te leven", zegt De Baerdemaeker. Zijn advies, voordat je een schildpad in huis neemt: "Bezint eer ge begint."

Voor schildpadden die niet meer gewenst zijn, bestaat overigens een opvangcentrum, in Alphen aan den Rijn. Wie zijn schildpad daar brengt, moet eenmalig 42,50 euro bijdragen in de kosten voor de verzorging (50 euro voor schildpadden boven de 5 kilo).