nieuws
Nieuwe Rotterdamse stadsdichter wil met klapstoeltjes de wijken in
29 januari 2017, 18:45 • 2 minuten leestijd
Met twee klapstoeltjes en een tafeltje de hele stad door om verhalen van Rotterdammers aan te horen. En die dan gebruiken als basis voor een gedicht. Dat zijn de plannen van de nieuwe stadsdichter Derek Otte (28).
Otte werd vrijdag
. De woordkunstenaar had ooit een buurman die niet bepaald grossierde in vriendelijkheid. Dat leidde tot dit gedicht:
Krijg toch de tering zei hij mij
En niet eens echt voor de gein
Ik zei: nou buurman, sjonge zeg
Mag het ook een griepje zijn?
Otte, een geboren Rotterdammer, begon al jong met schrijven. "Ik was een jaar of zes, zeven toen ik met verhaaltjes begon. In de brugklas, deed ik mee aan rapbattles op msn. Later ging ik ook dichten. Dat was niet stoer, dus dat deed ik stiekem in een boekje, achterin. Pas op mijn 23ste is het professioneel geworden. Toen ben ik met mijn werk naar buiten gekomen via een website."
En niet eens echt voor de gein
Ik zei: nou buurman, sjonge zeg
Mag het ook een griepje zijn?
Otte, een geboren Rotterdammer, begon al jong met schrijven. "Ik was een jaar of zes, zeven toen ik met verhaaltjes begon. In de brugklas, deed ik mee aan rapbattles op msn. Later ging ik ook dichten. Dat was niet stoer, dus dat deed ik stiekem in een boekje, achterin. Pas op mijn 23ste is het professioneel geworden. Toen ben ik met mijn werk naar buiten gekomen via een website."
Stotteren
Schrijven ging Otte vroeger makkelijker af dan praten. "Ik heb best wel ernstig gestotterd. Heel soms komt dat nog terug. Maar ik heb tijden gehad dat ik mijn eigen voornaam niet eens uit kon spreken."
Schrijven ging Otte vroeger makkelijker af dan praten. "Ik heb best wel ernstig gestotterd. Heel soms komt dat nog terug. Maar ik heb tijden gehad dat ik mijn eigen voornaam niet eens uit kon spreken."
"Daar ontwikkel je een soort spreekangst door. Je wordt er een stukje stiller van, je slikt wat vaker woorden in. En bij mij is er een taalobsessie uit geboren. Je wilt zoveel mogelijk woorden kennen om de moeilijke woorden te ontwijken en tekst te schrijven waarin de tongbrekers in het midden vallen. De cadans in mijn werk is eigenlijk meer uit nood dan uit liefde ontstaan."
Inspiratie
Wie zijn inspiratiebronnen zijn? Otte heeft er legio, variërend van Toon Hermans tot Leonard Cohen en van Tupac tot Jules Deelder.
Wie zijn inspiratiebronnen zijn? Otte heeft er legio, variërend van Toon Hermans tot Leonard Cohen en van Tupac tot Jules Deelder.
Die laatste mag hij op 1 februari trouwens interviewen, bij boekhandel Van Gennep in Rotterdam. Otte zal daar ook iets van eigen werk laten horen. Deze lofzang op Rotterdam bijvoorbeeld:
Jouw stad, mijn stad
Wat was bepaalde voor 40, 45 procent wat is
Wat komt is ongewis
NY is er niks bij
En mijn generatie trakteert op de toekomst
Minder praten, meer doen
Dan zie je dat het goedkomt
Bestel mij ter aarde waar ik ter wereld kwam
Geen andere stad dan Rotterdam
Wat was bepaalde voor 40, 45 procent wat is
Wat komt is ongewis
NY is er niks bij
En mijn generatie trakteert op de toekomst
Minder praten, meer doen
Dan zie je dat het goedkomt
Bestel mij ter aarde waar ik ter wereld kwam
Geen andere stad dan Rotterdam
