nieuws

'Rotterdam wist van kwalijke reputatie Waterfront-huurder'

Het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) sloot in 2010 een huurcontract voor het voormalige Waterfront-pand af met een exploitant die als notoire wanbetaler bekend stond. EDR Credit Services had kort daarvoor in opdracht van het OBR de financiële handel en wandel van beoogd huurder Göksel Kan onderzocht.
NRC heeft het rapport van EDR naar buiten gebracht en bericht er dinsdag over.
Rotterdam beschuldigt Kan en zijn vader Gürsel ervan de gemeente in de periode 2010-2015 voor bijna 8 miljoen euro te hebben opgelicht. Gürsel Kan ontkent de aantijgingen.
Destijds was D66-politicus Adriaan Visser algemeen directeur van het OBR. Hij heeft een dubbelrol in de fraudezaak. Hij is momenteel wethouder Financiën en Personeel in het Rotterdamse college, en in die hoedanigheid betrokken bij het onderzoek naar en de afwikkeling van de fraude.
'Gebreken'
Zoon Göksel Kan betaalde vijf jaar lang de afgesproken huur niet omdat volgens hem het gebouw van Waterfront aan de Boompjeskade niet te exploiteren zou zijn vanwege de vele gebreken.
Het aannemingsbedrijf van vader Gürsel stuurde facturen voor niet-uitgevoerd onderhouds- en verbouwingswerk aan het Waterfront-pand. Ook werden dubbele rekeningen ingediend.
De gemeente gaf deels toestemming voor de klussen, maar controleerde vervolgens amper of het gefactureerde werk ook daadwerkelijk was uitgevoerd.
Uit later onderzoek bleek dat de fraude mogelijk werd gemaakt door de medewerking van met name één ambtenaar.
'Zakelijke relatie niet verantwoord'
De fraude van vader en zoon lijkt te voorkomen zijn geweest. EDR concludeerde kort voor de ondertekening van het huurcontract dat 'het aangaan van een zakelijke relatie niet verantwoord is'.
Het Haagse bedrijf ontdekte bijvoorbeeld dat Göksel Kan huurachterstanden had bij de eigenaren van panden aan de Nieuwe Binnenweg en het Weena.
Volgens EDR was Kan heel terughoudend in het verstrekken van financiële informatie over het bedrijf. Hij verwees naar de bedrijfsleider.
"Dit achten wij zeer merkwaardig", schrijven de onderzoekers, "aangezien de heer Kan de eigenaar is van het bedrijf." De bedrijfsleider is 'niet bereikbaar'. De vaste verblijfplaats van Göksel was onduidelijk.
De verhuurder van het pand aan de Nieuwe Binnenweg laat EDR weten dat hij 'geen positieve betalingservaringen heeft' met Göksel Kan. Er was sprake van een betalingsachterstand van een paar maanden.

Adriaan Visser

Adriaan Visser was destijds algemeen directeur van het OBR. Momenteel is hij voor D66 wethouder Financiën en Personeel in het Rotterdamse college. In die laatste hoedanigheid gaf hij vorig jaar mede opdracht tot een extern onderzoek naar de Waterfront-fraude.
Ondanks de glasheldere conclusie van EDR van destijds, sloot het OBR in 2010 volgens NRC tóch een huurcontract voor het voormalige Waterfront-pand met Göksel Kan af.
De vraag is waarom dat gebeurde. Volgens de woordvoerder van wethouder Visser is het rapport van EDR achtergehouden door een ambtenaar. Visser zou het daarom nooit hebben gezien.
Maar het stuk van EDR ontbreekt volgens NRC ook in een later uitgevoerd geheim onderzoek dat gemeenteraadsleden hebben mogen inzien. Er is alleen een vermelding naar het rapport opgenomen.
Volgens de krant is het stuk bekend bij ambtenaren van de Dienst Stadsontwikkeling, de opvolger van het OBR.

Raadsenquête

Volgende maand begint in Rotterdam een raadsenquête, de tweede in de geschiedenis van de stad. De eerste ging over de uit de hand gelopen aanleg van de parkeergarage onder het Museumpark, ook wel de Blunderput genoemd.
De grotendeels openbare verhoren van de betrokken ambtenaren en politici moeten duidelijk maken hoe de Waterfront-fraude jarenlang heeft kunnen bestaan, zonder dat iemand ingreep.

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl