Lef en geluk redden de joodse Jack Prins

Jack overleeft alles door geluk, toeval, veel lef en een beetje hulp. Hij heeft er een boek over geschreven in Amerika en nu komt het ook in Nederland uit als 'Alfabet van de afgrond'. De Rotterdamse Iris van der Lee vertaalde zijn verhaal.

"Hier op deze zolder moet het geweest zijn", zegt Iris van der Lee op de hoek van de Veerlaan en de Atjehstraat op het Rotterdamse Katendrecht. "Tussen de pakhuizen door kun je precies zien waar de Statendam lag aangemeerd bij de Wilhelminakade", wijst de Rotterdamse.

Op een treinreis in Mexico ontmoet de 49-jarige Iris van der Lee ruim tien jaar geleden de Amerikaanse Nederlander Jack Prins. Ze blijken een hoop gesprekstof te hebben en er ontstaat een innige vriendschap met de inmiddels 84-jarige Jack. "Hij woonde in Rotterdam toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en zat tijdens de hongerwinter in een kindertehuis aan de Hooidrift. En daar heb ik ook in de buurt gewoond, " zegt Iris.

Van der Lee vertelt de verhalen van Jack zijn jeugd met volle overgave. De details kent ze inmiddels bijna uit haar hoofd omdat ze zijn engelse boek vertaald heeft. Iris: "Het is bizar wat Jack allemaal heeft meegemaakt als klein Joods jongetje. Bijvoorbeeld dat de Duitsers hem oppakken maar door een bombardement ontsnapt hij uit zijn cel. Het grijpt me nu allemaal nog meer aan omdat mijn eigen zoon zeven jaar is, de leeftijd die Jack had toen de oorlog uitbrak."

In het dagelijkse leven schrijft en zingt Iris liedjes. "Ik heb ook in de communicatie gewerkt maar vertalen is helemaal nieuw voor me. Jack wilde erg graag zijn verhaal in Nederland vertellen en ik vind het een eer dat ik het kon doen voor hem", zegt Van der Lee.