nieuws

ARCHIEF RIJNMOND11 juni 2017 - Toeval

923_Els_Telder_The_Circle_Band
923_Els_Telder_The_Circle_Band
Afgelopen week heb ik gezocht naar een woord om iets mee te beschrijven dat niet gebeurt. Een non-gebeurtenis.
Dat klinkt cryptischer dan het is.
En dat zal ik duidelijk maken.
Van de week ben ik langs geweest bij zangeres Els Telder, die in allerlei Rotterdams bands heeft gezongen, vooral coverbands, en die al zo’n 40 jaar aan de Bergsingel woont.
Ik zelf woon inmiddels 23 jaar bij haar om de hoek.
En tot afgelopen week had ik nooit met haar kennisgemaakt.
Voor zover ik weet, had ik haar ook nooit gezien.
Althans niet bewust.
Misschien hebben we elkaar wel eens zien lopen, dat kan ik niet uitsluiten, maar we zijn elkaar nooit opgevallen. Nooit.
Je woont 23 jaar lang één straat bij elkaar vandaan en je ‘ziet’ elkaar nóóit.
Hoe noem je dat?
Is daar een woord voor?
Het omgekeerde kan ook.
Ik ben in totaal elf keer in Brazilië geweest en tijdens meerdere van de reizen die kant op heb ik verhalen gemaakt voor kranten, tijdschriften en de radio.
Zo heb ik eens aan de Achterpagina van de NRC een verhaal weten te slijten over een Nederlandse architect in Brazilië met verfrissende ideeën over ecologisch bouwen. Op een eenvoudige manier zelf je huis bouwen, met materiaal uit de natuur, en
rekening houdend met die natuur. Dus ook: zonder vervuiling.
Onder aan dat verhaal stond het postadres van de betreffende architect in Rio de Janeiro. Want er zou best belangstelling uit Nederland kunnen komen voor zijn ideeën en voor het opleidings-instituut dat hij was begonnen.
Die belangstelling kwam ook.
Onder meer van een bouwkunde-student die wel stage wilde lopen bij deze architect.
De architect schreef terug dat de student welkom was, en dat als ie meer informatie wilde over het instituut hij maar even bij mij moest informeren.
En wat bleek het geval?
Die student woonde twee straten bij mij vandaan in het Oude Noorden van Rotterdam.
We spraken af, ik vertelde het een en ander, liet foto’s zien en wenste hem veel plezier, mocht die stage inderdaad doorgaan.
Een jaar later of zo was ik weer in Brazilië, met mijn toenmalige vriendin. Aan het begin van onze trip gingen we langs bij de Nederlandse architect in zijn instituut, op drie uur rijden van Rio, in de Serra de Saudade, het Heimweegebergte.
En wie troffen wij daar aan?
De bouwkunde-student van twee straten verder uit Rotterdam die inmiddels tegen het einde van zijn Braziliaanse stage aankeek.
Zijn vriendin zou zich een dezer dagen ook melden, en dan zouden ze samen een reis door Zuid-Amerika maken.
Nadat we afscheid hadden genomen, togen mijn vriendin en ik naar São Paulo om een Braziliaanse vriend van me op te pikken met wie we samen een tocht door de Pantanal zouden ondernemen. De Pantanal, een zeer uitgestrekt natuurgebied in het westen van het toch wel onmetelijk grote Brazilië.
We namen de trein naar Corumbá waar we ons lieten ronselen door een gids met een open jeep. Met nog wat toeristen erbij reden we de stad uit naar een grote rivier die we over moesten. Per pont.
We zagen de pont aankomen, en wie stonden daar op?
Die Rotterdamse student en zijn vriendin.
Ongelofelijk.
Nou goed, zij trokken verder, en wij gingen het natuurgebied in, voor een tocht van vier dagen. Daarna staken wij de grens over naar Bolivia voor een traject dat ons per trein, vliegtuig en bus uiteindelijk in La Paz bracht, de hoofdstad van Bolivia.
Ik weet niet of u het weet, maar La Paz ligt op 4000 meter hoogte.
Dat is goed hoog.
En onderweg ernaartoe was ik me steeds rotter gaan voelen.
Bleek dat ik heel gevoelig ben voor hoogteziekte.
Ik had nergens meer zin. Alles kostte moeite, ik verloor mijn eetlust, vond alles stinken, en had zo’n koppijn gekregen dat mijn hoofd uit elkaar leek te barsten.
Eenmaal in La Paz had ik nul animo om meteen de stad in te gaan. Mijn vriendin en die Braziliaanse vriend gingen alleen de boel verkennen, ik bleef wel in het hotel, op bed.
Toen ze uiteindelijk terugkwamen, zeiden ze: ‘Je raad nooit wie we tegenkwamen.’
Ondanks mijn knetterende koppijn had ik een vermoeden.
En dat bleek juist.
Nou ben je bij zoiets natuurlijk geneigd te denken: wat een krankzinnig toeval.
Hoe kan zoiets?
Maar als je even nadenkt: wat is eigenlijk het verschil tussen iemand die twee straten verder woont herhaaldelijk tegenkomen aan het andere eind van de wereld, en iemand die één straat verder woont nóóit tegenkomen?
Het één noem je toeval, voor het andere … weet je geen woord.
Maar is het niet gewoon hetzelfde?
Is de herhaalde ontmoeting niet in wezen hetzelfde als de herhaalde niet-ontmoeting?
Is het woord ‘toeval’ niet vooral een machteloze poging om grip te krijgen op een wereld waarin van alles gebeurt, onafhankelijk van of wij het nou vatten of niet?
Is ‘toeval’ niet een volstrekt loos woord?
Soms denk ik dat dat voor alle woorden geldt.
Dat alle woorden een machteloze poging zijn om houvast te krijgen in 'de werkelijkheid'.
Soms denk ik: woorden zijn als ankers waarvan we alleen maar dènken dat ze de bodem raken.
Of ben ik nou toch te cryptisch?

DE TUNE
1. Ik mis je – John Verkroost
ELS TELDER & THE CIRCLE BAND
2. Words – Els Telder
3. Goodbye my love – Els Telder
4. That’ll be the day – The Circle Band
5. Ready for the times – The Circle Band
6. It’s about time – Els Telder
7. I will always love you – Els Telder
8. Old Tennessee – The Circle Band
9. Blue bayou – The Circle Band
10. Billy Tyler – The Circle Band
11. Take it easy on me – The Circle Band
12. Louise – Els Telder
13. By the time I get to Phoenix & I say a little prayer – The Circle Band
14. Takin’ the chances – Els Telder
15. Bedankt voor wat je was voor mij – Robert van der Meer
16. Fly too high – The Tropics

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl