nieuws
Ter dood veroordeeld na het geven van een pet
ROTTERDAM - "Vader en Moeder, doe mij een plezier en vergeet mij... Dat is mijn enigste wens. Zorg goed voor mijn Hond".
Met die woorden neemt Arie van Steensel in een brief afscheid van zijn ouders, zussen en broers. Hij schrijft zijn afscheidsbrief op donderdag 18 september 1941 in zijn cel.
Arie van Steensel is door de Duitsers ter dood veroordeeld wegens 'begunstiging van den vijand'. Hij is dan 25 jaar oud.
Het verhaal begint bij de noodlanding van een Britse Wellington bommenwerper op een akker aan de Eerste Kruisweg bij Greup, onder Oud-Beijerland. Het toestel is vanuit Engeland op weggegaan naar Frankrijk om propaganda pamfletten uit te werken, maar raakt door het slechte weer uit koers en komt begin augustus 1941 boven de Hoeksche Waard terecht.
De bemanning weet uit het toestel te kruipen en vernielt de belangrijkste instrumenten. Daarna wordt de Wellington in brand gestoken. Mensen uit de omgeving nemen de bemanningsleden mee en geven hen kleding en eten.
Arie van Steensel geeft zijn pet. Hij is tijdens de meidagen van 1940 zwaar gewond geraakt. Hij heeft een been verloren en staat bekend als een man die zijn mening over de oorlog niet onder stoelen of banken steekt.
De Duitsers zijn woedend als ze ontdekken dat de bemanning in burgerkleding weg zijn gegaan. De bezetter weet nu dat de Britse vliegeniers hulp van de bevolking uit de omgeving hebben gekregen.
Alle mannen uit Greup en Westmaas moeten zich vervolgens op het plein voor het gemeentehuis in Westmaas melden waarna elk huis wordt doorzocht. Er wordt met executies gedreigd als de helpers zich niet bekend maken.
's Avonds worden vijf mannen vanuit de Hoeksche Waard naar het politiebureau aan het Haagsche Veer in Rotterdam overgebracht. De Engelse piloten zijn inmiddels ook gevangen genomen.
De Engelsen verraden hun helpers niet, ondanks martelingen door de Duitsers. De burgerkleding die wordt gedragen door de piloten, wordt door de Duitsers terug naar Greup gebracht. Daar worden opnieuw inwoners ondervraagd. Vervolgens wordt de mensen gevraagd hun kleding uit de stapel te halen en naar huis te gaan.
Op deze manier verraden de mannen zichzelf...
Uiteindelijk worden 14 mannen opgepakt. Op 12 augustus 1941 is in het gerechtsgebouw aan de Noordsingel in Rotterdam een rechtzaak. Van de 14 mannen worden er vijf ten dood veroordeeld.
Zij worden op 19 september gefusilleerd op een onbekende plaats. Het is niet bekend of ze zijn begraven of gecremeerd. Arie van Steensel is één van de vijf.
Het monument 'Moeder' aan de provinciale weg N217 bij Heinenoord herinnert aan de gevallen uit de Hoeksche Waard in de periode 1940 - 1945.
De afscheidsbrief van Arie van Steensel hoort tot de collectie van het OorlogsVerzetsMuseum in Rotterdam.