nieuws
Wapendroppings bij de B-driehoek
ROTTERDAM - "Bericht voor Marie, thuis gaat alles goed" of "Is pappa al klaar met het lezen van de Franse roman?".Het zijn codeberichten uit de Tweede Wereldoorlog waarmee de geallieerden aan het Nederlandse verzet duidelijk maakt dat er wapendroppings zullen worden gedaan.
In september 1944 wordt het besluit genomen in wapens en explosieven uit te werpen boven bezet Nederland. Verzetsmensen kunnen met de wapens de strijd tegen de Duitsers ondersteunen.
De koningin in ballingschap ondertekent op 5 september 1944 een besluit waarbij het ondergrondse leger in Nederland wordt gelegaliseerd. Alle vrijwilligers in erkende verzetsorganisaties worden vanaf dat moment beschouwd als militairen.
Jan Rozendaal krijgt de leiding over de afdeling Berkel/Berschenhoek/Bleiswijk. Hij gebruikt daarvoor de schuilnaam Jan Roos.
Rozendaal schrijft al kort na de bevrijding een verslag over de wapendroppings in 'zijn' gebied. Voor zo'n dropping is een terrein nodig dat aan vijftien eisen moet voldoen. Zo moet het minstens vijftien kilometer verwijderd zijn van Duits afweer geschut en moeten er transportmiddelen naartoe kunnen om de gedropte wapens zo mogelijk af te kunnen voeren.
Via de gecodeerde berichten krijgt het verzet te horen dat er wapendropping zullen volgen. In de nacht wachten de verzetsmensen bij het terrein om de wapens in veiligheid te brengen.
De eerste dropping in de B-driehoek is op 15 september 1944. Jan Rozendaal schrijft in zijn verslag dat er grote spanning heerst die nacht. Er worden 20 wapencontainers (foto) afgeworpen.
In de periode tussen september 1944 en mei 1945 worden 211 wapendroppings in Nederland gedaan op 86 verschillende terreinen.
Het verslag van Jan Rozendaal hoort tot de collectie van het OorlogsVerzetsMuseum in Rotterdam. Daar is ook een wapencontainer te zien.