nieuws
De RET in de meidagen van 1940
ROTTERDAM - Het is 10 mei 1940, 4 uur in de ochtend. In de remise aan de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam is het personeel van lijn 4 al aanwezig want de eerste tram moet om tien minuten over 4 uitrukken. Een halfuur later rijdt het volgende tramstel uit. En dan valt de stroom opeens uit! De lampen flikkeren nog even maar blijven vervolgens uit.
De telefoon in de remise rinkelt en de chef van wachtkamer Beurs deelt mee dat veel onderstations zijn uitgevallen. Voorlopig rijden de trams in Rotterdam niet. 10 mei 1940 is de dag van de Duitsers Nederland binnenvallen.
In de nacht van zaterdag 11 op zondag 12 mei, op eerste Pinksterdag, worden de bewoners rond de Heemraadssingel opgeschrikt door een geweldige klap. Boven hen werpt een vliegtuig bommen af. Er breekt een brand uit die snel geblust kan worden, enkele huizen aan de Heemraadssingel en aan de Schietbaanlaan zijn totaal verwoest. Veertig mensen vinden de dood, de meeste zijn in hun slaap verrast. Tientallen mensen vinden onderdak in de remise aan de Nieuwe Binnenweg, hier wordt hulp verleend.
De bommen zijn bedoeld voor het terrein van de Rotterdamse Lloyd aan de Schiehaven. Hier ligt een marine detachement van driehonderd man en staan loodsen met militaire goederen. De piloot van het vliegtuig denkt boven de Schiehaven te vliegen maar vliegt daadwerkelijk boven de Coolhaven. Bussen van de RET, voorzien van een rood kruis, brengen de slachtoffers naar ziekenhuizen.
Tijdens het luchtalarm van 14 mei vluchten vele omwonenden de remise aan de Binnenweg in om in de werkputten onder de tramrijtuigen dekking te vinden.
Na bombardement blijkt dat er in totaal 48 tramrijtuigen zijn vernietigd. In de garage aan de Lusthofstraat zijn 13 bussen vernield en 9 zijn zwaar beschadigd. Door het puin zijn 14 tramlijnen en 11 bus routes onbegaanbaar. In de meidagen van 1940 komen vijf RET’ers om het leven.
Op 17 mei krijgt de depotchef van de remise Delfshaven de opdracht alle trams die over de stad verspreid staan binnen te halen. Omdat de bovenleiding voor het grootste gedeelte vernield is, worden de trams gesleept door een vrachtauto. Met man en macht wordt er gewerkt om lijn 4 weer begaanbaar te maken.
Door zijn afwezigheid lijkt de tram toch onmisbaar te zijn. De hele binnenstad ligt bezaaid met puin en glas, door het stof dat opwaait is het voor de voetganger of fietser ook geen pretje.
28 kilometer aan bovenleiding van het Rotterdamse Tramnet wordt tijdens het bombardement vernield. Den Haag schiet Rotterdam te hulp; er worden materieel- en montagewagens gestuurd zodat de bovenleiding kan worden gerepareerd.
En dan nog het verhaal van Henk van Gelderen. Hij woont aan de Gedempte Glashaven en door de stroomstoring op 10 mei komt voor zijn deur een tram van lijn 3 stil te staan. Van Gelderen vlucht zelf met zijn gezin naar zijn zwager in Spangen. Als hij terugkomt bij zijn woning ligt deze geheel in puin. Er is vrijwel niets meer over, maar de gestrande tram staat nog steeds onbeschadigd voor zijn huis. Henk vertelt later: “Als ik mijn hele inboedel in de tram had gezet, had ik alles nog gehad!”
Dit is een verhaal uit het OorlogsVerzetsMuseum in Rotterdam.