nieuws

Het 'Eitje' van Berini

ROTTERDAM - Een exotische klank heeft de merknaam Berini, je zou denken dat het een Italiaans merk is. Niet is minder waar, Berini is zo Hollands als wat. De Berini brommers zijn jarenlang in Rotterdam gemaakt. De brommers zijn vooral populair in de jaren '50 en '60. Berini staat voor de makers van het Berini 'eitje', Bernard Neuman, Rinus Bruynzeel en Nico Groenendijk.

De drie medewerkers van HNG in Den Haag ontwerpen in 1949 het 'Berini Eitje'. Net als de op dit moment erg populaire Solex, hebben de mannen het idee voor een losse hulpmotor die met een rol het voorwiel aandrijft. Deze losse hulpmotor moet op iedere Nederlandse fiets aan de voorvork bevestigd kunnen worden en met snelle handbeweging van de voorband te halen zijn. In het diepste geheim werken de mannen in de avonduren en weekenden aan hun uitvinding, na acht weken is de motor af en is het Berini-eitje geboren.
De Berini is vanaf het begin een groot succes. Al snel wordt de werkplaats aan de Haagse Parkstraat te klein en in oktober 1951 verhuist de productie naar de Sluisjesdijk in Rotterdam. Vanaf hier rollen er verschillende brommers van de band zoals de Cyclestar, de M21 en de F71 Supersport. Dankzij de M21 verandert het imago van Berini drastisch. Het is geen fiets meer met een hulpmotor, maar een heuse brommer.
Vanaf 1960 gaat het fout met de fabriek in Rotterdam. Berini verliest zeven miljoen gulden dankzij een mislukte opening van een tweede fabriek in Emmen. De auto wordt betaalbaarder en de concurrentie op de brommermarkt wordt heviger. De ondergang van de fabriek gaat erg snel, in juli 1963 geeft het jaarverslag een negatief saldo van anderhalf miljoen gulden.
De naam Berini bestaat nog steeds. Het is opnieuw een populaire scooter, maar de huidige Berini's hebben niets meer te maken met de fabrikant van het eitje van Bernard, Nico en Rinus.