nieuws

ARCHIEF RIJNMOND 1 dec 2013 - Hond & woord

Zoek de drol.
Zoek de drol.
ROTTERDAM - Afgelopen week heb ik gezocht naar woorden.
Ik heb gezocht naar woorden die op een kernachtige manier een terugkerende ervaring beschrijven. Iets waar ik anders een heel verhaal voor nodig heb. Woorden die als het ware een kortere weg vormen. Een sluiproute in de taal. Soms duiken zulke woorden ineens op. Zo hoorde ik laatst voor het eerst van het woord ‘sletvrees’. Voor de angst van vrouwen om als ordinair te worden gezien. Fantastische vondst, zo’n woord. Jaren geleden kwam een vriendin met iets van een vergelijkbare schoonheid. En daarvoor verplaatsen we ons even naar het hondenrijk. Honden die elkaar tegenkomen, ruiken vaak even aan elkaars kont. Of nou ja ‘kont’? Ze ruiken meer aan elkaars edele delen, vermoed ik, maar voor het oog steken ze hun neus in elkaars achterste. Even ruiken wat voor vlees ze in de kuip hebben. Mijn vorige hond, Droef, was een vrij gevoelig type, en die vond die vrijpostig neuzelerij al gauw onprettig. Die ging bij zulke aandacht al gauw op d’r kont zitten. Hoe zou je dit kort kunnen samenvatten? De ongemakkelijkheid van een hond bij het ruiken aan zijn of haar kruis? Een hondenvriendin kwam met een geniale formulering. Ze zei: Droef is bilschuw. Bil-schuw. Wat een heerlijk woord. Erg goed getroffen. Op een vergelijkbare manier zocht ik van de week naar een taalkundige wijze om een voor mij nieuw honden-verschijnsel samen te vatten. Droef is al weer even geleden toegetreden tot de hondenhemel, het hondje dat mijn vrouw en ik inmiddels al weer even hebben heet Mees. Ik laat Mees meestal uit, en als het ook maar even kan ruim ik de uitwerpselen van Mees op. Hand in een plastic zakje, daarmee de drol oppakken, of bij elkaar vegen, zakje dichtknopen, en in de afvalbak. Sommige mensen vinden dat heel vies, ik ken ook hondenbezitters die er om die reden voor terugdeinzen, maar geloof me: het went snel. De kunst is vooral om te zorgen dat je de lucht uit het zakje niet in je neus krijgt. Want ja, heel aantrekkelijk is die lucht natuurlijk niet. En dat gevoel aan je hand dan, dat je door het plastic zakje heen zo’n hondendrol voelt? Dat is toch ook een beetje smerig? Nou ja, ik geef toe dat ik er even aan heb moeten wennen. Maar .... ik heb er ook wel eens van genoten. Ik herinner me een koude winter. Met zo’n plastic zakje pakte ik een dampende drol op. Die was lekker warm, zeg. Door het plastic heen kon ik er gewoon even mijn handen aan warmen. Maar daar zoek ik geen woord voor. Ik zoek een woord voor een recent verschijnsel. Dezer dagen liggen overal afgevallen gele en bruine boomblaadjes. Als ik van een afstandje zie dat Mees ergens tussen zulke blaadjes poept, weet ik dat het even later goed zoeken wordt om haar drolletje nog terug te vinden. Het camoufleert enorm. En nu is het me de laatste tijd al bij herhaling het volgende overkomen. Na een tijdje turen, denk ik de uitwerpselen van Mees te hebben gevonden, maar bij het oprapen voel ik – door het zakje heen – iets kouds. Geen verse drol, maar een oude drol. Eentje die er al een tijdje heeft gelegen. De drol van een andere hond. Ik ben zo sportief om dan die ‘vreemde’ drol maar op te ruimen, maar wel vervuld van een zeker onbehagen. Het voelt een tikkie onprettig. Je wilt goed doen, en dan heb je zomaar een ’vreemde’ drol in handen. En nu komt het. Ik dacht van de week: zou voor die hele gang van zaken nou geen elegant woord te verzinnen zijn? ’s Avonds in bed legde ik de kwestie voor aan mijn vrouw. Met de mededeling dat het me wel iets leek voor mijn praatje op de radio, op zondag. Wist zij misschien een mooie uitdrukking? Ze zou erover nadenken. Nadat het licht uit was, vroeg ze: en je gaat zeker ook vertellen op de radio hoe je wel eens je handen hebt gewarmd aan de drol van Mees? Ze kent me. Net voordat de slaap intrad hoorde ik uit het kussen naast me nog wat klinken. Twee woorden. “Valse hoop.” Ja, dat was ‘m. Helemaal in de roos. Valse hoop. SPEELLIJST DE TUNE 1. Ik mis je – John Verkroost DIEREN 2. Die hond van mij – Piet 3. Cacineur – Cornelis Pons 4. De huisknecht-imitator – Rinus de Wilde 5. Het gemaskerd bal der dieren – Kinderkoor Prettig Weekend SONOPRESSE 6. De geschiedenis van de jazz – Gerard Cox 7. Jan, Jans en de kinderen