nieuws
Rotterdam en het Mecenaat
ROTTERDAM - 'Mecenas', zo noemen we doorgaans een welgesteld persoon die kunstenaars, geleerden of sporters voorziet van financiële middelen, zodat ze zich zorgeloos bezig kunnen houden met hun scheppend werk, wetenschappelijk onderzoek of sportieve loopbaan. Mede dankzij deze mecenassen is Rotterdam de grote stad geworden die het nu is.
In de 21ste eeuw start het mecenaat in Europa een nieuwe bloeiperiode, na decennia van overheidszorg voor de kunsten. Liefhebbers van beeldende kunst, theater, muziek en literatuur beseffen zich steeds meer dat hun steun noodzakelijk is nu overheden de financiering voor cultuur steeds verder terugschroeven. Onder deze nieuwe mecenassen zijn drie hoofdgroepen te onderscheiden. Ten eerste de naoorlogse generatie of babyboomers die nu hun vermogen gaan verdelen. De generatie tussen 30 en 50 jaar die met hun snel stijgende inkomens ruimhartig kunnen zijn. En tot slot vrouwen, als belangrijkste erfgenamen wereldwijd en de snelst groeiende groep ondernemers. Daarmee is mecenaat niet langer een begrip uit het verleden maar een actuele aanvullende financieringsbron voor kunst en cultuur.
Rotterdam heeft een rijke geschiedenis wat 'mecenaat' betreft. Bijvoorbeeld de zogenaamde havenbaronnen die zeer belangrijk zijn geweest voor de economische, culturele en soms zelfs sportieve ontwikkeling van Rotterdam. Zij zijn betrokken bij de groei van de haven van Rotterdam tot een van de grootste havens ter wereld. Zij verdienen daar goed en doen graag wat terug voor de stad die hen zo goed gezind is. Dan hebben we het over de 19e en eerste helft 20ste eeuw, mannen van formaat, vertegenwoordigers van de economische elite, gevestigden en nieuwkomers.
Iedereen kent ze wel, al is het maar vanwege de toegekende straatnaambordjes. Van Beuningen, Van Stolk, Van Hoboken, Mees, Chabot, Moret, Smit en Stokvis. Ze hebben succesvolle bedrijven in een economisch bloeiende periode. Soms zijn ze mecenas in bovenbedoelde zin, soms geldschieter voor incidentele projecten en soms leggen ze de grondslag voor nog steeds bestaande fondsen.
Van Beuningen, ooit mecenas van het Museum Boijmans, geeft in 1958 zijn collectie aan Boijmans en hierdoor verandert het museum zowel van naam als van faam. Dat Van Beuningen zich ook inzet voor de bouw van het stadion Feyenoord is wat minder bekend. Infrastructuele werken kunnen ook rekenen op de steun van invloedrijke Rotterdammers. De reder/koopman Willem van der Vorm bemoeit zich eveneens in gunstige zin met het Museum Boijmans, maar laat in het maatschappelijk leven minder sporen na. Niet elke mecenas heeft de behoefte zich sterk te profileren. Het Museum Boijmans telt naar eigen zeggen ruim 1600 mecenassen sinds zijn ontstaansgeschiedenis in 1841.
Arie van der Schoor van het Stadsarchief Rotterdam kan meer over deze welgestelde particulieren vertellen.