nieuws

Column: 'Onveilig' is een gevoel

cel
cel
ROTTERDAM - De Rotterdamse politie en justitie presenteren al jaren prachtige cijfers over de dalende criminaliteit in deze regio. Desondanks zijn er altijd brommende burgers die het tegendeel beweren: het wordt alleen maar onveiliger. Wie heeft er gelijk?

De Rotterdamse korpschef Frank Paauw zei het vorige week met een glimlach: het totale aantal misdrijven in de regio daalde in 2013 met vijf procent. Vooral het aantal straatroven en overvallen nam stevig af.
Er was wel meer moord en doodslag, maar die raken de veiligheidsstatistieken nauwelijks. De kans dat een gewone burger om het leven wordt gebracht is (gelukkig) te verwaarlozen. Of, zoals een officier van justitie mij ooit toevertrouwde “moordcijfers zeggen geen zak over de veiligheid.”
De misdaadcijfers van de regio Rotterdam staan niet op zichzelf. In heel Nederland daalt de criminaliteit al jaren. Tussen 2005 en 2012 was dat met 15 procent. We kunnen het nog breder trekken, want de daling is zichtbaar in de gehele Westerse wereld.

Geen felicitaties

Een bericht op onze website over de cijfers van Rotterdam leidde desalniettemin niet tot een stroom van felicitaties aan het adres van Frank Paauw en de zijnen. Kort samengevat: in meerdere reacties klonk hoongelach en de enkeling die het waagde de positieve cijfers te omarmen werd verketterd.
Zo zegt Ilse: “Ik vind beslist niet dat het minder is geworden en mijn veiligheid is er ook niet door verbeterd.” En Ton: “Uiteindelijk is het gevoel dat telt.” Het persoonlijke gevoel wordt dus hoger aangeslagen dan de cijfers.
Nu moet je met cijfers altijd oppassen. De geregistreerde criminaliteit in Nederland is altijd slechts een flauwe afspiegeling van de werkelijke misdaad. Verreweg de meeste zaken komen nooit in de politiebestanden. Maar ook al is het ‘t “topje van de ijsberg”, de (dalende) tendens kan wel worden gestaafd.
Tenzij Mededenker met zijn reactie gelijk heeft. “Omdat er vaak geen aangifte meer wordt gedaan daar de politie er niets aan doet of het bureauwerk belangrijker vindt.” Dat is een veel gehoord verwijt. Burgers zouden steeds minder snel naar het politiebureau stappen, “omdat er toch niets mee gebeurt.”
Laten ze dat nou ook meten en de getallen zijn niet bepaald positief (een gemiddelde aangiftebereidheid van 25%), maar de cijfers zijn al vele jaren stabiel. Er is eerder een lichte stijging van de bereidheid dan een gesuggereerde daling.
Complot
Kloppen alle cijfers dan? Theo doet een ultieme poging: “Ik heb geen stuiver vertrouwen in deze in mijn ogen vage en gemanipuleerde cijfers.” Zo, die zit. Enige onderbouwing daarvan komt niet en het roept ook op tot een wedervraag. Als Frank Paauw op zijn zolderkamertje positieve cijfers zit te knutselen, hoe zit het dan met zijn collega’s in Nederland en ver daarbuiten? Doen die dat ook allemaal en in dezelfde mate? Dan is een complot niet ver weg, maar dan haak ik persoonlijk af.
Statistisch vallen er weinig gaten te schieten in de stelling: “het wordt steeds veiliger”. Blijft over de mening van de gewone burger. Laten ze dat nu ook meten….In een lezenswaardig stuk (tip voor de Kerstdagen) geheten “Criminaliteit en Rechtshandhaving 2012”, wordt vermeld dat het slachtofferschap met een kwart is gedaald tussen 2005 en 2012. Dan hebben we het over burgers die anoniem vermelden welke ervaringen zij hebben met misdrijven.
Laat het even tot u doordringen: de gemiddelde burger is dus positiever dan de politie zelf! Immers, de politie constateert een daling van de misdaad met 15%, de burger met 25%. En voor u zegt “mij wordt niets gevraagd”... Mij hebben ze ook niets gevraagd, maar dat snap ik wel. Zestien miljoen Nederlanders enquêteren is wat veel van het goede.
Toch kan je er vergif op innemen dat bij het eerstvolgende bericht over een straatroof het commentaren regent in de trant van “het werd toch veiliger?” Kennelijk willen we het grote geheel niet zien. Net zoals één sneeuwbui in de winter de reactie ontlokt “de aarde werd toch warmer?” En de stelling “roken schaadt de gezondheid” regelmatig wordt gepareerd met die ene, kettingrokende opa die op zijn 94e stierf door de val van een keukentrapje.

Jaren negentig

Laat ik dan ook een duit doen in het zakje van de beeldvorming. De afgelopen week heb ik voor het 30-jarig bestaan van RTV Rijnmond veel oude fragmenten teruggeluisterd. Het Rotterdam van de jaren negentig kwam op mij over als een veel rumoeriger en criminelere stad.
Herinnert u het zich nog? Drugsrunners op de A16, blokkades tegen Fransen in Spangen, schietpartijen in de Millinxbuurt, Perron Nul, tippelaars op de GJ de Jonghweg en later de Keileweg, junks en illegalen rond de Pauluskerk. Tegenwoordig zitten vrijwel alle hoeren, zwervers en junks binnen in de opvang.
Natuurlijk, er is nog altijd overlast. We leven niet in het paradijs. Maar het straatbeeld is in veel opzichten spectaculair veranderd. Wie naar de oude fragmenten luistert, ziet in het huidige Rotterdam een keurige, bijna saaie, aangeharkte stad. Zelfs de massale havenstakingen (toen nog inclusief ME en waterkanon!) zijn verdwenen.
Gevoelens mag je nooit wegpoetsen, maar ik krijg de indruk dat veel burgers de eigen, subjectieve en dus gekleurde mening wel heel erg aan het verabsoluteren zijn. Omdat ze willen klagen. Omdat ze te lui zijn om te onderzoeken. Omdat ze autoriteiten blijven wantrouwen. Daarom mijn kerstboodschap: geloof in uzelf, maar mijd de spiegel niet.
Paul Verspeek is rechtbankverslaggever bij RTV Rijnmond. Hij schreef deze column op persoonlijke titel.