FEYENOORD

Oud-Feyenoorder Jan Boskamp: ‘Mijn fout was dat ik meer supporter was dan profvoetballer’

Jan Boskamp in Sanders Gerse Gasten
Jan Boskamp in Sanders Gerse Gasten © Rijnmond
Jan Boskamp was als kind een enorme boef. Hij spijbelde vaak en ging dan bootjes pikken in de Eemhaven. Dat onthult de goedlachse oud-Feyenoorder in het televisieprogramma Sanders Gerse Gasten. “In de Eemhaven lagen allemaal woonboten”, vertelt de analist. “Daar lagen meestal kleine roeiboten achter. Ik ging dan altijd met mijn beste vriend Rinus Steenbergen die bootjes stelen. Dan gingen we lekker een eindje roeien."
"We brachten het bootje wel terug, hoor. Maar pas als we uitgevaren waren. Het nadeel was alleen dat mijn broertje bij mij op school zat. Dus dan vroeg de directeur aan hem waar ik was. Daar kon hij natuurlijk geen antwoord op geven. Dan belde de directeur naar mijn huis. Als ik dan ’s avonds thuis kwam, vroeg mijn moeder hoe het op school was geweest. Helemaal klasse, zei ik dan. Nou, dan kreeg ik mij een hijs! Oeh...! Mijn moeder had enorme kolenschoppen van handen. Dan stond mijn kop ineens de andere kant op. Na een dag of vijf was ze mijn kattenkwaad wel weer vergeten. Daarna ging ik weer een bootje pikken en varen, haha.”
Op school bakte Boskamp er dan ook weinig van. “Ik had een hele strenge schoolmeester met een zwart pak met strepen. Als je iets verkeerds zei dan gaf hij je een klets voor je kop, trok hij aan je oor of aan je haar. En ik was niet het braafste jongetje. Dus ik was regelmatig de pineut. Op een gegeven moment was ik het zat. Toen heb ik - hupsakee - een stoel naar zijn kop gegooid. Tja, ik moest er af.”
Feyenoord
Zijn voetbaltalent is naar zijn zeggen Boskamps redding geweest. “Ik was als kind altijd op straat aan het voetballen. Daar was ik goed in. Dat is mijn geluk geweest. Anders had ik waarschijnlijk mijn hele leven in de haven gewerkt. Of bij het fruitbedrijf van mijn oom. In plaats daarvan werd ik op 15-jarige leeftijd gescout door Feyenoord. Voor 7800 gulden mocht ik bij de jeugd komen voetballen en tegelijk voor de club werken. Dat was een vermogen in die tijd. Ik verdiende meer dan mijn papa. Wat ik deed? Alles! Van kleedkamers schoonmaken, grasmaaien, ballen rapen tot de schoenen poetsen van de eerste elftal-spelers. Na twee jaar werd ik bij het Feyenoord 1 gehaald. Dat was natuurlijk fantastisch! Ik speelde opeens met de beste aller tijden: Coentje Moulijn.”
Als presentator Sander de Kramer aan Boskamp vraagt wat zijn mooiste Feyenoord-Ajax was, begint de oud-voetbalprof te lachen. “Mijn mooiste klassieker was de wedstrijd dat ik negentig minuten heb warmgelopen! Het was in het Olympisch Stadion. Rinus Israël voetbalde met een spuit tegen de pijn. Theo Laseroms speelde met een injectie tegen de pijn in z’n schouder. Maar ze keken die gasten aan van: niet in het zestien meter-gebied komen, hè. Ze zijn er één keer geweest en daarna niet meer. We wonnen met 1-3. En daarna werden we kampioen. Ik heb zelf geen minuut gespeeld, maar dat maakte me niks uit. Dat was mijn fout. Ik was meer supporter van Feyenoord dan profvoetballer. Normaal gesproken moet je er de tyfus in hebben als je niet speelt. Dat had ik helemaal niet. Ik wilde gewoon dat Feyenoord won.”
Boskamp neemt presentator De Kramer mee naar zijn ‘favoriete plek op aarde’: de plek waar de Energiehal ooit stond in Rotterdam-West. “Hier heb ik mijn vrouw Jenny leren kennen”, verklaart de sympathieke Rotterdammer. “Wij gingen met een groepje Feyenoorders kijken bij vrienden die in de hal moesten basketballen. Jen was er ook, met haar handbalteam. Ik zag haar en dacht: wat een wereldwijf! Ik was direct smoorverliefd. Hoe ik haar heb versierd? Nou, ik ben héél erg lief geweest. Maar het ging niet gemakkelijk, hoor. Eer dat ik een zoentje van haar kreeg, ging ik bijna met pensioen. Jen was echt een wereldwijf!”
Grootste verlies
Dan staart Boskamp even in verre verte. “Ze is helaas veel te vroeg overleden aan die kloteziekte kanker. Ze was pas 53 jaar. Haar dood heeft me heel erg veel gedaan. Ik had nergens meer zin in. Echt nergens meer zin in. Er gaat nog steeds geen dag voorbij dat ik niet aan Jen denk. Ik mis nog het meeste haar ongezouten waarheid. Ze was een echte Rotterdamse meid. Die gooien er alles uit. Fantastisch...”
Op de vraag of je maar één keer de liefde van je leven tegen het lijf loopt, blijft het heel even stil. Dan zegt Boskamp: “Ik heb nu een heel lieve vriendin: Lydia. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik haar niet ga vergelijken met Jen. Dat kan ze nooit winnen. En dat vind ik niet eerlijk naar Lydia toe. Zo is het.”

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl