nieuws
De noodzaak van de Botlekbrug
ROTTERDAM - De nieuwe Botlekbrug kampt met een hoop opstartproblemen, de eerste Botlekbrug die in 1955 werd geopend had destijds een makkelijkere start. De brug was eerder klaar dan verwacht en was modern voor zijn tijd met twee rijbanen een spoorlijn en fietspaden.
De Botlekbrug moest het eiland Voorne Putten beter ontsluiten en de brugverbinding over de Oude Maas was van essentieel belang om de Rotterdamse haven te laten groeien.De verwachtingen van het industriegebied De Botlek waren hooggespannen. In 1952 rekende men erop dat er tienduizenden arbeiders werk zouden kunnen vinden bij de nieuwe fabrieken en bedrijven die zich er zouden gaan vestigen, en dat op den duur 200.000 mensen rond het Botlekgebied zouden gaan wonen.
Voordat de Botlek in ontwikkeling kon worden gebracht, moest er eerst een oeververbinding komen over de Oude Maas naar de Welplaat, het gebied landbouwgebied waar de Botlek moest komen. En dat was de Botlekbrug. Het project werd in februari 1952 zonder noemenswaardige discussie goedgekeurd door de gemeenteraad van Rotterdam, en de eerste paal voor de brug werd nog datzelfde jaar geslagen op 23 december 1952. Het vormde een eerste stap naar de uitbreiding van het havengebied.
Feestelijke opening
De bouw ging sneller dan verwacht. De bouwer ging uit van drie jaar, maar de brug was een half jaar eerder al klaar en werd in juli 1955 feestelijk geopend door burgemeester van Walsum van Rotterdam. Bij die gelegenheid werden alle genodigden omhoog gehesen, zodat ze uitzicht hadden op de omgeving, en dan met name op de Welplaat, dat op dat moment al flink onder handen werd genomen om in te richten als havengebied.
Groei Botlek
In 1955 werden de eerste twee grote huurders binnengehaald: het Amerikaanse bedrijf Dow Chemical en de scheepsbouwer Cornelis Verolme. Aangezien er voldoende belangstelling was voor het nieuwe industriegebied kon het Havenbedrijf zijn plannen realiseren. Het vruchtbare landbouwgebied dat voorheen bekend stond als De Welplaat, werd tussen 1954 en 1957 vergraven tot de Botlek met de Welplaathaven, de Chemiehaven en de Sint-Laurenshaven aangelegd en de Derde Petroleumhaven. Binnen vijftien jaar nam het verkeer van en naar de Botlek zo snel toe dat de brug het niet meer aankon, net zo min als de kruispunten in de buurt. Met elk nieuw bedrijf kwam er meer verkeer.
Botlektunnel
In 1967 werd de Ruit van Rotterdam uitgebreid met de Beneluxtunnel – toen nog als toltunnel – die de verkeersstroom nog eens intensiveerde. Daarop kwam het plan voor een Botlektunnel. De bouw daarvan duurde veel langer dan de bouw van de brug. In 1972 besloot de gemeenteraad tot de aanleg van de tunnel en pas in 1976, ging de eerste spa in de grond. Er werd in de Oude Maas een diepe sleuf uitgebaggerd waarin een vijftal elementen werden afgezonken. Vervolgens werd er geasfalteerd, de wanden geschilderd en de tunnel voorzien van allerhande technische installaties. Computergestuurd verkeerslichten, en meetinstrumenten om te hoge vrachtwagens te laten stoppen. De bouw van de tunnel nam vier jaar in beslag.
Opening tunnel
Op 2 april 1980 namen de Rotterdamse burgemeester André van der Louw, Minister Tuynman van Verkeer en Waterstaat en alle betrokken uitvoerders en andere genodigden de nieuwe tunnel in gebuit. Het moest ‘dat eeuwige knooppunt, de Botlekbrug, zo snel mogelijk doen vergeten’. De karakteristieke brug bleef echter bestaan voor de spoorlijn en het vervoer van gevaarlijke stoffen. En dat 'eeuwige knooppunt' is er eigenlijk nog steeds...
Luister naar Bob Benschop van het Streekarchief Voorne Putten.
