nieuws

Topstuk in Maritiem Museum: scheepskameel

Het is een vernuftige constructie, de scheepkameel uit de 17e eeuw. Zo'n vaartuig wordt gebruikt om grote, diepgaande schepen te lichten en over ondiepe delen te brengen.
Het Maritiem Museum in Rotterdam heeft een bijzonder model van een scheepskameel met daarin het oorlogsschip Neptunes. Dat schip is in 1798 gebouwd op de Rotterdamse admiraliteitswerf.

Pampus

Het model laat de bijzondere techniek goed zien, weet Jeroen ter Brugge van het museum: "Het is het toppunt van het technisch kunnen op dat moment ".
Scheepkamelen zijn in 1690 uitgevonden door Meeuwis Meindertsz Bakker. Zijn werkterrein ligt voornamelijk rond de Zuiderzee. Schepen die te diep liggen, wachten daar bij het eiland Pampus. Daar komt de uitdrukking 'voor pampus liggen' vandaan.
"Om dat te verhelpen worden dus die scheepskamelen ingezet", aldus Jeroen ter Brugge.

Werking

De scheepskameel bestaat uit twee helften die gespiegeld zijn en aan de binnenkant de negatieve vorm van het schip hebben. De kameelhelften moeten het schip 'insluiten': met touwen onder het schip door worden de helften verbonden.
Ook aan de bovenkant van het schip gebeurt van alles. Balken worden door de geschutsluiken van het schip heen gevoerd. Deze balken worden vervolgens weer aan beide helften vastgemaakt.
Door het water daarna uit de scheepskamelen te pompen kan het schip uiteindelijk zo'n anderhalve meter omhoog worden getild. In deze constructie kunnen de schepen net over de ondieptes heen.

Scheepskamelen

Het model is erg gedetailleerd: de balken en lijnen die onder het schip door lopen zijn duidelijk te zien. Dit geldt ook voor de vele pompen die gebruikt worden om het water weg te pompen.
De scheepskamelen kunnen naast schepen lichten ook zelfstandig varen, met een eigen roer. Er is geen zeil of motor aanwezig op de kamelen, daar worden zogenaamde waterschepen voor gebruikt. Goede zeilers die een grote last kunnen trekken zeilen de scheepskamelen naar de juiste plek.

Rotterdam

De scheepskamelen worden veel gebruikt in Rotterdam. Dit gebeurt vooral wanneer schepen toe zijn aan een schoonmaak- of reparatiebeurt en de scheepskamelen ze naar de werf moeten helpen. In de wateren van Rotterdam zijn veel ondiepe stukken te vinden: lastig vaarwater waar een scheepskameel goed van pas komt.
Wanneer de scheepskameel precies aan zijn einde komt is niet bekend. Jeroen ter Brugge vermoedt dat dit zo rond 1820 of 1830 is geweest. "In die periode zie je dat de eerste kanalen gegraven gaan worden. Dan zijn langzaam aan de kamelen niet meer nodig".
Het Maritiem Museum is blij met het model van het scheepskameel met de Neptunes erin. Het laat de technische ontwikkeling van de zeventiende eeuw zien en is nu te zien in de Topstukkententoonstelling in het museum.

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl