Berging gezonken Flinterstar kan beginnen

heeft onder meer eigenaar van het schip rederij Flinter uit Barendrecht donderdag een contract ondertekend.

De Flinterstar zonk oktober vorig jaar voor de kust van Zeebrugge.

De rederij uit Barendrecht deed in eerste instantie afstand van het scheepswrak. Volgens het zeerecht zou België dan moeten opdraaien voor de voorlopige kosten van de berging.

Na een rechtszaak en een hoger beroep werd Flinter alsnog aangewezen om op te draaien voor de berging. Er werd daarbij een deadline ingesteld voor het komen tot een bergingscontract.

Nu is er een akkoord en gaan vier Belgische bedrijven in opdracht van Flinter het schip weghalen voor de Vlaamse kust. Dat zijn Herbosch-Kiere NV, Jan De Nul NV, Dredging International NV en Scaldis Salvage & Marine Contractors NV.

Volgens directeur Bart Otto van Flinter kan het werk gelijk beginnen. "De vier bedrijven hebben donderdag te horen gekregen dat ze aan de slag kunnen, dus de berging kan gelijk beginnen."

Otto is nog steeds niet eens met de uitspraak van de Belgische rechter. "Wij hopen dat we uiteindelijk het geld voor de berging terugkrijgen. Maar daar kan jaren overheen gaan."

Eerst moet bijvoorbeeld nog duidelijk worden wie schuldig is aan de aanvaring. Het leeuwendeel van de kosten zal volgens de directeur verhaald worden op de veroorzaker van het ongeluk.

De Flinterstar zonk in oktober vorig jaar na een aanvaring met een gastanker voor de Belgische kust. Daarop lekte ruim 300 ton olie in zee. Het andere schip was een gastanker, varend onder de vlag van de Marshalleilanden.