Onderzoek Generation R gaat puberfase in

Sinds de zwangerschap van hun moeder doen de kinderen al mee aan het langlopende en grootschalige onderzoek. Staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid geeft woensdag het startsein voor de 'puberfase'-studie. Het kabinet investeert vier miljoen euro en hoopt te kunnen profiteren van de resultaten om beleid uit te stippelen. Staatssecretaris Van Rijn: "Het wordt steeds ingewikkelder om kinderen gezond en veilig op te laten groeien en dit onderzoek kan ons daarbij helpen."

De eerste kinderen uit het onderzoek worden binnenkort 13 jaar. Volgens de onderzoekers zijn de tienerjaren 'cruciale jaren' in de ontwikkeling.

In deze fase maken kinderen kennis met ongezonde invloeden en staan ze voor belangrijke keuzen als het gaat om school, opleiding, sport en vriendschappen. Al deze factoren hebben grote gevolgen voor het latere leven.

De tieners moeten meerdere keren naar het onderzoekscentrum komen voor tests en metingen. Alles wordt in de gaten gehouden: van hersenen, hart en botten tot gebit en huid.

Ook moeten de tieners zich in het zweet werken op een fitness-fiets, een test doen op de springplank en wordt hun gedrag onderzocht met de computer.

Bij Generatie R staat de vraag centraal waarom het ene kind zich optimaal ontwikkelt en het andere kind niet of minder. Het onderzoek begon in 2002 in met een onderzoek onder 10.000 opgroeiende kinderen.

De studie heeft al flink wat resultaten opgeleverd. Zo blijkt er een relatie te zijn tussen wat kinderen op jonge leeftijd te eten krijgen en welke allergieën en maag-darm aandoeningen ze later ontwikkelen.

Verder is uit het onderzoek gebleken dat depressieve vaders een verhoogde kans hebben op het krijgen van een huilbaby.

Een ander resultaat is dat er een verband bestaat tussen de opleiding van de ouders en het temperament van de kinderen. Mensen met een lage opleiding en een laag inkomen krijgen vaker een baby met een moeilijk temperament.