VERGETEN VERHALEN
Rotterdam en de mariniers voor altijd verbonden: het is 75 jaar geleden dat het korps terugkeerde in de stad
Een restant van de oude Maasbruggen hangt aan de gevel van een gebouw met de naam Maasbruggen op de marinierskazerne in Rotterdam. Het geeft de band van het Korps Mariniers met Rotterdam weer. Want zeg je in Rotterdam 'mariniers', dan zullen veel Rotterdammers antwoorden: 'strijd om de Maasbruggen'.
Dat verwijst naar de meidagen van 1940. Dagenlang houden de mariniers stand tegen een Duitse overmacht. Het bombardement op Rotterdam van 14 mei maakt een einde aan de strijd. Nederland geeft zich over. De marinierskazerne aan het Oostplein wordt op 12 mei gebombardeerd en brandt helemaal uit.
De Van Ghent Kazerne aan het Toepad in Kralingen viert vrijdag het 75-jarig bestaan. Op 10 december 1946 keren de mariniers terug naar Rotterdam en wordt de nieuwe kazerne in gebruik genomen.
Al in 1938 is een begin gemaakt met de bouw van de Van Ghent Kazerne. De Tweede Wereldoorlog zorgt ervoor dat de bouw stil komt te liggen. Na de bevrijding wordt de bouw hervat. De datum van de opening is niet zomaar gekozen: 10 december is de korpsverjaardag. Het Korps Mariniers is opgericht op 10 december 1665.
Samen met de huidige kazernecommandant luitenant-kolonel Ben Vlasman kijken we naar de beelden van 10 december 1946. Mariniers marcheren uit verschillende windstreken Rotterdam binnen. Bij een ceremonie voor het stadhuis aan de Coolsingel wordt de Militaire Willemsorde op het vaandel gespeld. Vervolgens wordt er een krans gelegd bij de Maasbruggen en is er een defilé.
"Het vaandel hebben we hier", zegt Vlasman. "En de muziek is hetzelfde gebleven. Die kent elke marinier." Defileren op de Coolsingel gebeurt ook nog steeds: "Helaas vorig jaar met het lustrum, ons 355-jarig bestaan, kon het niet doorgaan vanwege de coronamaatregelen."
Vlasman pakt er een foto van de opening van de Van Ghent Kazerne in 1946 bij: "Het was hier polder en weiland. En dan staat daar in één keer die kazerne, op het oude sportterrein van Excelsior." Vijfenzeventig jaar later staat de marinierskazerne aan de rand van de woonwijk De Esch.
Vlasman: "We zijn onderdeel van de stad, het is een stadskazerne. Die heb je niet veel meer in Nederland, je hebt er maar één en dat zijn wij. Dus wat dat betreft is die binding met de stad is alleen maar hechter geworden."
Door corona is het contact met de omgeving minder geworden, vindt de kazernecommandant: "Maar de jongens in opleiding sporten wel weer buiten en dan zijn ze in De Esch of het Kralingse Bos." Een week geleden heeft de laatste lichting hun opleiding afgerond. "Het is traditie dat ze met volle bepakking, 25 kilo, vanaf Bleiswijk langs de Rotte naar de kazerne in Rotterdam lopen. Je ziet dan ook wel dat de reacties van mensen over het algemeen leuk zijn. Dat wij als mariniers in het stadsbeeld van Rotterdam sporten en onze oefeningen doen, wordt wel gewaardeerd."
En dan toch nog even terug naar de strijd om de Maasbruggen. Het gaat dan om de oude Willemsbrug die in het verlengde van de Koninginnebrug heeft gelegen. Verkeer gaat over het Noordereiland in een rechte lijn van de ene naar de andere brug. "Het is wel de meest aansprekende gebeurtenis", vindt ook luitenant-kolonel Vlasman. "Rotterdammers zijn van 'niet lullen maar poetsen' en down to earth, maar wat die mariniers in 1940 hebben gedaan, spreekt wel aan."
Als op 10 mei 1940 de Duitsers Nederland binnenvallen, is Rotterdam vanaf het eerste moment frontstad. Vliegveld Waalhaven wordt aangevallen en Duitse watervliegtuigen landen op de Maas. De opmars van de Duitsers wordt gestopt bij de Maasbruggen. Zuid en het Noordereiland hebben ze in handen, maar de noordoever van de Maas bereiken ze niet. De mariniers houden daar dagen stand, zij aan zij met collega's van land- en luchtmacht.
De stad verdedigd
Vlasman: "Uiteindelijk hebben ze na het bombardement moeten overgeven, maar gewoon het idee dat de mariniers de stad en eigenlijk het hele land, hebben verdedigd, dat spreekt aan. Uiteindelijk is het een activiteit geweest die een mijlpaal is geworden."
Niet alleen de Van Ghent Kazerne laat de band van de Rotterdam met de mariniers zien. Op het Oostplein staat het Mariniersmonument. Het is de plek waar jaarlijks op 10 december kransen worden gelegd ter herinnering aan gesneuvelde mariniers. De ceremonie gaat in verband met de coronamaatregelen dit jaar niet door.
Een ingang van metrostation Oostplein herinnert aan de oude marinierskazerne op die plek. Boven de ingang is een gevelsteen van één van de zij-ingangen van de kazerne geplaatst. Het is één van de weinige overblijfselen van de kazerne aan het Oostplein.
Milan T'Hooft van het Mariniersmuseum in Rotterdam vertelt op het Oostplein over de eeuwenlange band van Rotterdammers met de mariniers. Hij beschrijft de zichtbaarheid van het korps: "Je kunt je voorstellen dat het een bezienswaardigheid was als de mariniers van het Oostplein naar bijvoorbeeld het exercitieterrein in Crooswijk gingen: een grote groep mariniers marcheert door de stad al dan niet begeleidt door het muziekkorps, de tamboers en pijpers."
In Crooswijk zijn herinneringen aan de mariniers te vinden. Het Exercitieveld is lang de officiële straatnaam geweest, maar in de volksmond wordt het Schuttersveld genoemd. In 1993 is die naam officieel aangepast. Even verderop liggen de Tamboerstraat en Pijperstraat, die namen herinneren aan de tamboers en pijpers van het Korps Mariniers die op het nabijgelegen Exercitieveld oefeningen hielden. En dan is natuurlijk ook nog de Mariniersweg in het centrum. Die straatnaam is in 1947 gegeven ter herinnering aan het optreden van de mariniers in de meidagen van 1940.
Terug naar de Van Ghent Kazerne in Kralingen in 2021. De 75-jarige verjaardag van de marinierskazerne kan niet uitbundig worden gevierd. Zelfs het geplande kleine defilé kan met de huidige coronamaatregelen niet doorgaan. "Dus we doen het wat soberder", zegt kazernecommandant Vlasman. "We laten een hele grote taart bakken bij een lokale bakkerij en daar laten we de foto van de openingsceremonie van destijds op printen. Die wordt dan door de commandant van het Korps Mariniers, generaal Hut, aangesneden en op de verschillende plekken op de kazerne verdeeld onder de bemanning. En dan kunnen we er zo bij stilstaan en toch een beetje vieren."