VERGETEN VERHALEN

Wouter de Wolff verliest bij het bombardement op Rotterdam zijn beide ouders, vier zussen en twee broers

Jacoba de Wolff-Eggink met drie van haar kinderen
Jacoba de Wolff-Eggink met drie van haar kinderen © privécollectie
Wim de Wolff en zijn vrouw Jacoba zijn met zes van hun zeven kinderen omgekomen bij het bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940. Het gezin woont aan de Nieuwehaven in het centrum. De acht slachtoffers worden pas in de ochtend van 22 mei 1940 dood aangetroffen.
Het verhaal van dit gezin is aan het licht gekomen bij het onderzoek naar de slachtoffers van het bombardement door de Stichting Voorouder en het Stadsarchief Rotterdam. Hoeveel mensen precies zijn omgekomen door het bombardement zal nooit duidelijk worden. Het gaat om acht- tot negenhonderd mensen.
Momenteel wordt gewerkt aan het zo compleet mogelijk maken van de lijst met slachtoffers. Naar verwachting wordt de namenlijst in april 2022 gepresenteerd. Het onderzoek richt zich onder meer op (bevolkings)archieven, politieverslagen, lijsten met locaties waar de bommen zijn neergekomen en registers van begraafplaatsen. Ook nabestaanden hebben soms waardevolle informatie.
Onlangs hebben de onderzoekers van Stichting Voorouder meer informatie gekregen over het gezin De Wolff. Slechts één van de zeven kinderen overleeft het bombardement, omdat hij niet in Rotterdam is op 14 mei 1940.
Jacoba Eggink-De Wolff en Wilhelmus de Wolff
Jacoba Eggink-De Wolff en Wilhelmus de Wolff © privécollectie
Vader Wilhelmus de Wolff is in 1884 in Rotterdam geboren. Hij trouwt op 20 juni 1912 met de Dordtse Jacoba Eggink (1888). Wim en Co, zoals hun roepnamen zijn, wonen na hun huwelijk eerst in Amsterdam. Ze blijven daar niet lang, via Leiden, Velsen, Dordrecht en Den Haag vestigen ze zich op 14 februari 1935 met inmiddels zeven kinderen aan de Nieuwehaven 46c in het centrum van Rotterdam.
De Nieuwehaven met aan de zuidkant nummer 46
De Nieuwehaven met aan de zuidkant nummer 46 © Stadsarchief Rotterdam
Als de oorlog in mei 1940 uitbreekt, variëren de kinderen in leeftijd van 11 tot 26 jaar. Ze wonen allemaal bij hun ouders. Zoon Wilhelmus de Wolff (roepnaam Wouter) is dan 22 jaar oud en de enige die niet thuis is op 14 mei. Hij is aspirant reserve-officier-vlieger. Op 10 mei, de dag dat de Duitsers ons land binnenvallen, weet hij vanaf vliegschool Haamstede te ontsnappen naar Engeland.
Wouter de Wolff is de enige van het gezin die de oorlog overleeft. Hij raakt in één klap zijn beide ouders, vier zussen en twee broers kwijt bij het bombardement. Na zijn vlucht naar Engeland voltooit hij zijn opleiding als vlieger. Tijdens de oorlog wordt hij geplaatst bij het in 1943 opgerichte no. 322 'Dutch' Squadron RAF.
Dit squadron bestaat uit Nederlandse militairen en voltooit zo'n 4900 missies. Na de Tweede Wereldoorlog blijft Wouter de Wolff bij de Nederlandse luchtmacht. In 2005 is hij op 87-jarige leeftijd overleden.
Gezinskaart De Wolff met Wouter als derde kind
Gezinskaart De Wolff met Wouter als derde kind © Stadsarchief Rotterdam
Het gezin De Wolff is met acht doden zwaar getroffen door het bombardement. Bij het onderzoek naar de slachtoffers door Stichting Voorouder en het Stadsarchief Rotterdam zijn tot nu toe elf gezinnen gevonden van wie vijf of meer leden het bombardement niet hebben overleefd. Voor zover bekend is het gezin van vader Martinus Loos en moeder Elisabeth van den Oosten het gezin met de meeste dodelijke slachtoffers. Ze zijn op 4 mei 1940 aan de Warmoeziersstraat 4b komen wonen. Tien dagen later wordt de straat verwoest.
Van moeder Elisabeth en vijf kinderen is het zeker dat ze op 14 mei 1940 om het leven zijn gekomen. Vader Martinus overleeft. Pas in maart 1942 wordt de overlijdensakte van de zes slachtoffers opgemaakt en ondertekend door Martinus Loos. Van drie andere kinderen is nooit iets teruggevonden. Aangenomen wordt dat ook zij zijn omgekomen. In totaal zijn dus negen leden van het gezin Loos gedood door het bombardement.

Persoonlijk verhaal zegt meer dan getal

"Het bijzondere aan dit onderzoek is dat het om persoonlijke geschiedenissen gaat", zegt directeur Jantje Steenhuis van het Stadsarchief Rotterdam. "Het zoomt in op wat het voor mensen zelf en hun nabestaanden heeft betekent." Tot nu toe wordt er vooral in aantallen gesproken als het om informatie over het bombardement gaat: tussen de 800 en 900 dodelijke slachtoffers, meer dan 30.000 woningen en panden verwoest, zo'n 80.000 mensen worden dakloos.
Dan zie je zo'n foto van een moeder met haar kinderen. Dat leven is gestopt op die dag. Gewoon gestopt
Jantje Steenhuis, Stadsarchief Rotterdam
Lange tijd is er weinig ruimte geweest voor het persoonlijk leed dat is aangericht door het bombardement. "Wat er uit dit onderzoek komt, is heel waardevol", vindt Steenhuis. "De persoonlijke verhalen maken wat er toen is gebeurd invoelbaar. Het komt dichterbij."
Dat het onderzoek nu wordt gedaan heeft ook te maken met het feit dat er meer bronnen beschikbaar zijn om mensen of nabestaanden op te sporen. Steenhuis: "En vlak de tijd en energie die Stichting Voorouder erin stopt niet uit."
Walt Schulze van de Stichting Voorouder is één van de onderzoekers: "Het klinkt gek, maar deze mensen worden een beetje familie van je. Je ziet al die namen, adressen, soms foto's, dan gaat het leven."
Het doet mij nog altijd veel, ik ben er zo mee bezig dat het voelt alsof ze een beetje familie worden
Walt Schulze, Stichting Voorouder
Niet alleen bij de onderzoekers wordt een snaar geraakt als het gaat om de slachtoffers van het bombardement. Bij de Stichting Voorouder komen regelmatig reacties binnen. "Door de persoonlijke verhalen doet het mensen na al die tijd veel", merkt Schulze.

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl