FNV verlaagt looneis naar 2,5 procent

FNV wil dat werkgevers de loonruimte die er is, meer gaan inzetten voor het omzetten van flexibel werk in vaste banen. Dat levert volgens Mariëtte Patijn, de coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid van FNV, voor een grote groep werkenden ook een forse inkomensverbetering op.

Het aantal mensen met een oproepcontract is de laatste jaren verdubbeld van 450.000 naar 900.000. Juist bij deze groep signaleert FNV nu veel achterblijvende lonen. De bond wil ook dat de tarieven van zelfstandigen flink omhooggaan. Die zijn in zeven jaar namelijk met gemiddeld 25 procent gedaald.

Patijn wijst erop dat de looneis van 2,5 procent nog altijd ,,erg fors'' is. Het opschroeven van de lonen met dat percentage zou een flinke koopkrachtverbetering betekenen, aldus de deskundige. In sectoren waar veel
winst wordt gemaakt, streeft FNV in het nieuwe seizoen overigens nog wel naar meer loonsverhoging dan de algemene looneis.

De vakorganisatie zet in de onderhandelingen met werkgevers verder sterk in op het verminderen van werkdruk en herverdelen van werk door een zogeheten
Generatiepact. Door ouderen minder te laten werken denkt de bond komende jaren zo'n achtduizend jongeren aan een vaste baan te kunnen helpen.

Werkgeversvereniging VNO-NCW noemt één algemene looneis ,,echt iets van vroeger''. ,,De ene sector staat er goed voor, de andere minder. Dat verschilt enorm'', reageert een woordvoerder. ,,Daar kan je niet één
algemeen percentage op loslaten.''

In sectoren waar voldoende loonruimte is, krijgt dat volgens VNO-NCW nu ook al zijn beslag. Er is echter nog veel onzekerheid in de economie, onder meer als gevolg van het aanstaande vertrek van Groot-Brittannië uit de
Europese Unie. Ook herstellen veel kleinere bedrijven nog van de crisis.