nieuws

Vergeten Verhalen: tewerkgesteld in Brackwede

"Ik heb nu twee mouwen van een jasje afgeknipt en draag die aan mijn voeten als sokken", schrijft T.J. van der Velden op vrijdag 19 januari 1945 in zijn dagboek. Hij is dan tewerkgesteld in het Duitse Brackwede na de grote razzia in Rotterdam van 10 en 11 november 1944.
Zijn dagboek is nu te vinden in de collectie van Museum Rotterdam '40-'45 NU. Het dagboek begint op de tweede dag van de razzia van Rotterdam: 11 november.
De Duitse bezetter sommeert tijdens de razzia alle Rotterdamse mannen van 17 tot 40 jaar zich te melden. Ze zullen naar Duitsland worden gebracht om daar te werken.
Van der Velden schrijft: "Aan mijn vrouw en kind, Zaterdag 11 november, in colonne naar het nieuwe belasting-kantoor aan de Rochussenstraat. Vervolgens naar een loods aan de IJsselhaven waar wij warm eten kregen en toen op weg, langs de Schie, naar Delft waar we ‘s avonds aankwamen en zeker 1 ½ uur op straat hebben gestaan. Licht gerommel te horen, waarschijnlijk van een V1 in de buurt afgeschoten is".
Bij de Lijm- en Gelatinefabriek aan de Schie in Delft worden inderdaad V1's afgeschoten door de Duitsers. De bom die op 18 maart 1945 de Treubstraat in Rotterdam deels verwoest, wordt ook daarvandaan afgeschoten.
Hoe het Van der Velden verder vergaat vanaf het moment dat hij zijn vrouw en zoon heeft moeten achterlaten, is te lezen in het dagboek:
"Met de trein van Delft naar Haarlem. Daar kregen wij van de burgers soep, warme koffie en dik belegd brood en gelukkig ook sigaretten. Met 60-70 mannen in een wagon, nou ja zitten…. we moesten een volle week staan en tegen elkaar hangen. Onze behoefte konden we, tijdens een stop, langs de rails doen.

Knollensoep
Uiteindelijk komen wij in het dorp Brackwede, dicht bij de stad Bielefeld. Ik ben ingedeeld bij een ploeg Italianen en een paar Russen en wij moeten kapotte rails weghalen, nieuwe leggen en bomtrechters dicht maken. Het eten bestaat uit knollensoep met stukjes vlees of aardappel erin en een soort bietenloof. ’s-Avonds brood met boter dus klagen over het eten is niet nodig.

Zaterdag 25 november: het laatste nieuws! Rotterdam is bevrijd, straatgevechten in Amsterdam, Keulen gevallen en Metz bezet. Men verwacht dat het front gauw in elkaar zal vallen. God geve dat het waar is… Wat in ieder geval wel waar is, is dat de stad Bielefeld in puin ligt. Puin zo ver mijn oog kan reiken.

Maandag 4 december, het eten wordt slechter, dunne soep en rauwe knolraap gegeten. Tarwekorrels opgevist uit de bagger, misschien nog iets van te maken.

Zondag 31 december, deze dag en avond kost menig traantje.

Post
Vrijdag 19 januari, nog steeds geen post van mijn vrouw. Telkens weer denk ik maar weer: geen tijding, goede tijding.
Ik heb nu twee mouwen van een jasje afgeknipt en draag die aan mijn voeten als sokken.

Dinsdag 6 februari, van negen tot vier uur, honderden vliegtuigen trekken over. De hele nacht door alarm geweest. Het gebrom van de vliegtuigen is om bang van te worden.

Zaterdag 24 februari. Alarm en de bergen ingevlucht. Een bom is op onze barak terecht gekomen. Ik ben nu zwerver geworden; in de ene barak (vol met wandluizen en vlooien) kan ik eten en in een andere slapen. En al die dagen geen slokje warm drinken, het is allemaal reuze armoedig. Hoelang nog?

Bevrijd
Woensdag 4 april. Hoera! Brackwede is bevrijd door de Amerikaanse pantsertroepen. Met negen man en een handwagen gaan wij richting Nederland.

Zaterdag 14 april, eindelijk de grens! De douane vertelt ons wat wel en niet mee mag en mijn koffer met nog vijf kistjes sigaren en een flinke zak tabak, mag de grens niet over. Als het mijn beurt is om het kantoortje binnen te gaan laat ik mijn koffer in de rij staan en ga alleen met mijn rugzakje naar binnen.

Daar wordt mijn naam en adres genoteerd en moet ik mijn welverdiende marken inleveren. Ik krijg er geen cent voor terug! Eenmaal weer buiten pak ik mijn koffer en klim op de vrachtwagen. Eindelijk de grens over, hè, hè, we zijn weer op Hollandse bodem en het vervloekte Duitsland uit.
Ik hoop het nooit meer terug te zien of er terug te keren.

Vrijdag 4 mei, de strijd hier in Nederland is inderdaad gestaakt.
Ik vraag mij af hoe het met mijn vrouw en zoon gaat. Zijn ze door de honger heen gekomen?
Vrijdag 18 mei, eindelijk op pad. Via Ruurlo en Lochem naar Apeldoorn, in de Willem III kazerne is onderdak.

Maandag 4 juni eindelijk een bericht thuis: het gaat goed met mijn vrouw en zoon. Maar er is ook slecht nieuws: de inboedel is gestolen.

Met een boot over het IJsselmeer naar Amsterdam en via het IJ, Utrecht, Schoonhoven naar Rotterdam, waar ik de volgende dag om half zeven ’s avonds voet aan wal kan zetten."
Zeven maanden
Van der Velden loopt verder naar huis. Na bijna zeven maanden afwezigheid is hij weer thuis.
Op de laatste bladzijde van het dagboek schrijft hij:
"Mijn vrouw was natuurlijk, zoals altijd, niet thuis hè! Na uren op de trap te hebben doorgebracht kwam ze eindelijk, samen met mijn zoon, naar boven. Ik dank God en Onze Vader dat Hij mij weer behouden thuis heeft laten komen en dat ik mijn vrouw en zoon in goede gezondheid en welstand heb mogen begroeten."
Elk jaar wordt de razzia van Rotterdam herdacht in het Feyenoordstadion. Donderdag 10 november 2016 om 13:00 uur is de herdenking in het Maasgebouw.