nieuws
De Arend en de Zeemeeuw
De Arend en de Zeemeeuw. Een Rotterdams begrip, al hebben veel jongere Rotterdammers waarschijnlijk geen idee waar het voor staat. Het was de naam van de clubhuizen die 100 jaar geleden in een aantal Rotterdamse wijken werden opgericht.
De clubhuizen waren bedoeld voor het begeleiden van de volksjongens- en meisjes tussen de 13 en 20 jaar. Opgericht vanuit een sociaal maatschappelijk ideaal. Sommige van deze clubhuizen bleven actief tot in de jaren 1980 of zijn nog steeds in gebruik als buurthuis, inmiddels onder een andere vlag.
De Rijpere Jeugd
De in totaal zes clubhuizen waren onderdeel van het zogenaamde Instituut voor de Rijpere Jeugd. Opgericht in 1920 in Rotterdam met als doel de jeugd van dertien tot twintig jaar oud van de straat te houden. In die tijd werd er voor kinderen veel georganiseerd, maar dan vooral vanuit de verzuilde katholieken, de protestanten, de socialisten of de liberalen. Niet voor de minder bedeelde kinderen zonder religieuze of politieke zuil. Deze kinderen kregen na de lagere school vaak niet de gelegenheid om door te leren maar gingen al jong aan het werk.
Slungelachtig en slappedanig
Deze 'volksjongeren' moesten bijgespijkerd worden en enige beschaving meekrijgen, vond een aantal notabelen. Het imago van deze jeugd was niet al te best met typeringen als slungelachtig, slappedanig, een geestelijke leegheid, op scheefgezakte schoenen met eksterogen en lepeltenen en die zich voedt met wittebrood en een onmatige hoeveelheid aardappelen’. In archiefmateriaal van het Stadsarchief zijn veel van dergelijke uitspraken terug te vinden die typerend zijn voor de tijdsgeest van toen. Behalve het bijbrengen van ‘enig moraal en betamelijkheid’ wilden ze voor deze jongens ook voor de nodige ontspanning na het meestal fysiek zware werk zorgen.
Van Schiekade tot Van Brienenoordeiland
Het eerste clubhuis dat werd opgericht was alleen voor jongens, De Arend aan de Schiekade. Pas 15 jaar later, in 1937 kwam er ook een clubhuis voor meisjes, De Zeemeeuw aan de Goudsesingel. Na de oorlog werden de jongens en meisjes in de clubhuizen samengevoegd onder de naam De Arend en de Zeemeeuw.
En was ook een plek voor allerlei buitenactiviteiten en zomerkampen op het Van Brienenoordeiland. Daar werd in 1934 met inspanning van zestig werkloze jongeren een clubhuis neergezet. Een gebouw afkomstig van de scheepswerf van Wilton Feijenoord in Schiedam. Niemand minder dan architect Van den Broek van Van den Broek en Bakema assisteerde bij de opbouw. Veel Rotterdamse kinderen hebben hier hun zomervakantie doorgebracht, georganiseerd vanuit de Arend en de Zeemeeuw.
Tweede leven
Het voormalige clubhuis op het Brienenoordeiland wordt afgebroken en opgebouwd met een deel van de bestaande materialen. Het krijgt op het eiland een nieuwe betekenis en wordt onderdeel van Buitenplaats Brienenoord.
Het Stadsarchief heeft veel archiefmateriaal van De arend en de Zeemeeuw: fotoalbums, losse foto’s, filmopnames, clubbladen, notulen, correspondentie, lidmaatschapsbewijzen en een liederenbundel.