nieuws

Vergeten Verhalen: Jan Honnef, Rotterdamse pacifist

Jan Honnef is misschien wel de eerste moderne pacifist van Rotterdam. Hij is geboren in 1879 als zoon van de Duitse schoenmaker Heinrich Honnef en de Rotterdamse naaister Wilhelmina Adriana Groeneveld.
Op verschillende manieren uit Honnef zijn pacifistisch gedachtengoed, hij komt ook regelmatig in de problemen. Toch lijkt hij totaal vergeten in Rotterdam.
Pacifisme bestaat al heel lang. Pacifisten wijzen geweld en wapens af. Het komt vroeger voort uit religieuze overtuiging. Bekend voorbeeld zijn de Doopsgezinden die tijdens de Republiek geen schuttersdiensten willen vervullen, omdat dat strijdig is met hun geloof.
Dat pacifisme had meestal geen politiek karakter. Dat verandert in de loop van de 19de eeuw.

Socialistische Jongeliedenbond

Anne Jongstra van het Stadsarchief Rotterdam heeft onderzoek naar Honnef gedaan: “Rond 1896 wordt hij lid van de Socialistische Jongeliedenbond. Voor die club gaat hij regelmatig te straat op om propagandablaadjes aan de man te brengen”.
Jan Honnef komt dan ook wel eens in de problemen. Jongstra: “Rotterdammers hadden het toen niet zo op socialisten. In september 1897 wilde het publiek hem te lijf, omdat hij op de Goudseweg met de brochure De misdaden van God liep te leuren. En een jaar later moesten hij en de Amsterdamse socialistische propagandist Izak Samson door de politie ontzet worden toen ze met een brochure tegen de kroningsfeesten probeerden te slijten.”

Militarisme

Bij de Socialistische Jongeliedenbond raakt Honnef ook betrokken bij de strijd tegen het militarisme. Elk najaar, aan de vooravond van de loting die bepaaldt welke dienstplichtige daadwerkelijk het leger in moet, zetten de jonge socialisten een grote protestmanifestatie op touw.
“De protestbijeenkomsten richten zich aanvankelijk vooral tegen de dienstplicht. Want die drukte lange tijd veel zwaarder op de armere lagen van de bevolking dan op de beter bedeelden”, vertelt Jongstra.
Jongemannen uit de gegoede kringen kunnen zich tot 1898 aan de militaire dienst onttrekken door een ander tegen betaling hun plaats te laten innemen.

In dienst

In oktober 1898 moet Honnef zelf loten voor militaire dienst, maar hij doet zo lastig dat hij uit de zaal wordt gezet voor hij aan de beurt is. Als hij later zijn lootje thuisgestuurd krijgt, schrijft hij een open brief waarin hij meedeelt dat hij dienst zal weigeren.
Op de dag dat hij zich moet melden, komt hij inderdaad niet opdagen. Een dag later wordt hij door de politie van huis gehaald en naar de kazerne in Bergen op Zoom. Daar weigert hij om zich te laten keuren. Maar hij word zo onder druk gezet, dat hij uiteindelijk toch toegeeft.
Honnefs zaak krijgt veel aandacht in de pers. Verschillende kranten melden dat Jan Honnef dienst heeft geweigerd omdat hij beïnvloed zou zijn door de Russische schrijver Leo Tolstoj.

Tolstoj

De naam Tolstoj staat in die jaren synoniem voor een radicaal pacifisme. Tolstoj vindt dat iedereen die als een oprecht christen wil leven, de liefde voor zijn medemens boven alles moet stellen.
Die ideeën van Tolstoj vinden in Nederland veel weerklank onder een groepje jonge predikanten. Ook sommige socialisten zijn er wel van gecharmeerd. Samen stichten ze in 1897 een tijdschrift onder de naam Vrede. Twee jaar later beginnen ze een communie in Blaricum, de Kolonie van de Internationale Broederschap.
Anne Jongstra: “Of Honnef in 1898 al Tolstojaan was, is de vraag. Na zijn militaire dienst in elk geval wel. Hij werd namelijk actief in deze beweging. Hij verbleef korte tijd in Blaricum en ging zich inzetten voor dienstweigeraars. Hij sprak op bijeenkomsten en hielp met het verspreiden van christen-anarchistische lectuur.”

Gemeente

Na nog een tijdje in Den Haag en Laren gewoond te hebben, keert Honnef in 1908 terug in Rotterdam, waar hij in dienst treedt van de gemeente. Anarchist is hij toen niet meer, maar pacifistisch nog wel.
“Dat bleek tijdens de Eerste Wereldoorlog”, aldus Anne Jongstra. “In september 1915 werd op initiatief van enkele voormalige christen-anarchisten het zogenoemde dienstweigeringsmanifest verspreid. De ondertekenaars keerden zich tegen ‘den geest van oorlog en militarisme’ die zij in Nederland bespeurden. Ze verklaarden dienst te zullen weigeren als ze daarvoor werden opgeroepen en spraken hun steun uit aan iedereen die hetzelfde wilde doen. Honnef was één van de mensen die een handtekening plaatsten.”
Jan Honnef doet meer: hij voert intensief campagne om steun te verwerven voor het manifest. Dit tot chagrijn van zijn werkgever die het manifest beschouwt als opruiing. De gemeentesecretaris maant Honnef dan ook zijn activiteiten te staken op straffe van ontslag.

Ontslag

Net als in 1898 reageert hij met een open brief. Zich beroepend op de vrijheid van meningsuiting, laat hij weten te zullen doorgaan op de ingeslagen weg. Anders dan bijna twintig jaar daarvoor houdt hij dit keer zijn rug recht.
Nadat hij in februari 1916 een protestvergadering heeft voorgezeten, wordt hij op staande voet uit gemeentedienst ontslagen.