Justitie ziet af van vervolging school Gorinchem voor dwangmatig 'uit de kast laten komen' van scholieren

De school had een homoseksuele leerling gedwongen om bij de ouders op te biechten dat hij/zij homoseksuele gevoelens had. Ook had de gereformeerde school bepaalde regels op papier staan over hoe docenten om moesten gaan met homoseksuele leerlingen en docenten binnen de school.

Justitie startte een strafrechtelijk onderzoek. Een van de aangiften werd gedaan door de Onderwijsinspectie.

Volgens het Openbaar Ministerie heeft de school daarmee 'de grens van het toelaatbare overschreden'. "De school was voor LHBTI-leerlingen een onveilige plek. Het OM concludeert dat de school zich schuldig heeft gemaakt aan twee strafbare feiten: dwang en het verspreiden of het openbaar maken van voorwerpen waarin tot discriminatie wordt aangezet."

De afgelopen jaren heeft de school het beleid aangepast. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt in behandeling van leerlingen op basis van hun seksuele geaardheid. Daarom wordt de school ook niet meer vervolgd.

Justitie: "Een van de doelen van bij strafrechtelijk ingrijpen is het 'delict' te doen stoppen. Bij het onderzoeksteam zijn geen nieuwe incidenten bekend na 2016 en is het beleid aangepast. Om die redenen heeft de officier van justitie besloten de aangifte met een beleidssepot te seponeren." Dat wil zeggen dat de school wel strafbaar is, maar dat de situatie nu zo anders is, dat er geen strafzaak volgt.

Mochten betrokkenen het niet eens zijn met het besluit van justitie, dan kunnen ze bij het Gerechtshof een zogeheten artikel-12-procedure beginnen. Dan bepaalt het Hof of justitie alsnog tot vervolging moeten overgaan.