JONGEREN

Jonge levens die eindigen achter het stuur: 'De motor werkt goed bij jongeren, maar de rem is nog in ontwikkeling'

Neurowetenschapper Barbara Braams doet onderzoek naar 'het risicovolle brein'
Neurowetenschapper Barbara Braams doet onderzoek naar 'het risicovolle brein' © Privéfoto Braams/Media TV
Veel te hard rijden, gekke inhaalmanoeuvres en achter het stuur kruipen met drank of drugs op. Dit roekeloze rijgedrag zie je doorgaans vaker bij jongere dan bij oudere bestuurders. Hoe maak je jongeren ervan bewust dat hun leven kwetsbaar is? Een vraag die leeft op Goeree-Overflakkee. Op het eiland verongelukken relatief veel jongeren, meer dan in andere Rijnmondgemeenten.
Rijnmond sprak eerder met moeder Monique over de dood van haar zoon Wesley. In oktober vorig jaar botste hij met 160 kilometer per uur tegen een stilstaand busje. Het was ‘s avonds laat, donker en hij reed zonder lichten aan. Het ongeluk gebeurde op een plek waar de maximum toegestane snelheid overgaat van 80 naar 60 kilometer per uur.
Ouders als Monique zullen zich nog jaren afvragen waarom hun kind niet verstandiger en voorzichtiger was. Barbara Braams, neurowetenschapper en expert op het gebied van risicogedrag in de adolescentie, probeert antwoord te geven.
Braams is auteur van het boek 'Het riskante brein', waarvoor ze onderzoek deed. Ook was ze verbonden aan Harvard University, waar ze onderzocht welke invloed de sociale omgeving heeft op risicogedrag. Nu werkt ze aan de Vrije Universiteit Amsterdam aan een vervolgonderzoek.
“Het is zo’n leuke, interessante en belangrijke levensfase”, legt Braams uit als we haar vragen waarom ze zich zo op het brein van jongeren richt. “Jongeren hebben zo veel mogelijkheden en zijn volop bezig om hun talenten te ontwikkelen. Je wilt ze een goede start geven en als dan je beter begrijpt waarom ze dingen doen, dan kun je ze ook beter helpen.”

Spanning en sensatie

Voor haar onderzoek zijn driehonderd kinderen, jongeren en jongvolwassenen in de leeftijd van 8 tot en met 25 jaar gedurende langere tijd gevolgd. Om te zien hoe de hersenen werken werden ook tests in een scan gedaan. “Ze kregen een taak, waarbij ze geld konden winnen", licht Braams toe. "Toen bleek dat jongeren van 17-18 een veel actiever beloningscentrum hebben dan volwassenen. Ze worden dus veel meer geleid door beloningen en spanning en sensatie. Dat hangt direct samen met alcoholgebruik. We zien dat jongeren met een hoge activatie van het beloningscentrum meer drinken tijdens het uitgaan.”
Waar het beloningscentrum in de hersenen er dus voor zorgt dat jongeren meer risico’s willen nemen, hebben ze er tegelijkertijd ook last van dat ze minder geremd worden dan volwassenen. “Dat heeft te maken met de prefrontale cortex, voor in de hersenen. Die is nog niet helemaal volgroeid. Daardoor hebben jongeren meer moeite met reflecteren.”
De vergelijking met een auto is dan ook treffend. “De drijvende kracht, de motor, werkt bij jongeren heel goed, maar de remmen, het bijsturende vermogen is nog in ontwikkeling. Dus dat drijft ze eerder tot meer risicovolle beslissingen.” Die lastige combinatie duurt volgens de wetenschapper ongeveer tot het 25ste levensjaar.

'Jongeren zijn geen mini-volwassenen'

Kunnen ze er dan niks aan doen? Een kwestie van: ze weten gewoon niet beter? “Jongeren zijn geen mini-volwassenen. Wij volwassenen denken vaak ‘o, wat stom’, maar ze wegen de dingen anders af. Dat betekent niet dat ze niet nadenken of roekeloos zijn, maar de keuze die ze maken is vaak anders dan bij volwassenen. Dus moeten we ze ook anders benaderen", zegt Braams.
Op Goeree-Overflakkee wordt al jaren volop verkeersvoorlichting gegeven. Op de middelbare scholen ook in de vorm van cabaret met harde grappen en confronterende momenten. Dat kan werken, denkt Braams, maar jongeren nemen niet snel iets van volwassenen aan.

Deze 3 adviezen moeten hulp bieden:

  • “Jongeren weten vaak prima wat de risico’s zijn, dus dat vertellen is niet zo effectief. Voor jongeren is het veel belangrijker om erbij te horen of om stoer te zijn. Die sociale status weegt zwaarder voor ze, dan de gezondheidsrisico’s. Dus als we verandering willen, dan moeten we proberen groepsnormen te veranderen. Dat is uiteraard niet makkelijk, maar wel mogelijk.”
  • “Het verhogen van de leeftijd waarop je alcohol mag kopen en het nieuwe rijbewijs, waarbij je op je 17de met een ouder mag rijden, dat zijn al goede stappen. Maar bijvoorbeeld in Australië mogen jongeren de eerste maanden alleen overdag achter het stuur en mogen ze nog niet met vrienden rijden. Heftige, beperkende maatregelen, maar zo zorg je er wel voor dat ze niet in bepaalde situaties terecht komen in deze kwetsbare periode.”
  • “Voor ouders is het belangrijk om in contact te blijven. Je hebt regels, maar daar gaan ze zich niet altijd aan houden. Dat weten we allemaal. Dan is het goed als je kinderen weten dat ze toch bij je terecht kunnen als ze stiekem naar de kroeg gegaan zijn. Vraag ze eens heel open wat ze zouden doen als hun chauffeur te veel gedronken zou hebben. Ga dat gesprek aan en wees bereikbaar of geef wat geld mee voor een taxi.”
Het is ook niet zo dat we jongeren voor alle risico’s moeten behoeden, vindt Braams. Volwassen worden gaat met vallen en opstaan. "Daar horen dingen bij waarvan je later denkt: dat ging net goed. Maar we moeten wel kijken of we kaders kunnen stellen waarbinnen het inderdaad net goed gaat. Dat betekent ook het geven van het goede voorbeeld. Kinderen nemen meer over van ouders dan we denken.”
Rijnmond werkt aan een serie verhalen over het hoge aantal (jonge) verkeersdoden op Goeree-Overflakkee. Heb je tips of wil je ook je verhaal met ons delen, mail dan naar sanne.waldekker@rijnmond.nl.

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl