nieuws
'Rotterdam deed te weinig om Watt te behouden'

ROTTERDAM - De gemeente Rotterdam had meer moeten doen om Watt te redden. Dat vindt de Vereniging van Nederlandse Poppodia en -Festivals, de VNPF. De vereniging behartigt de collectieve belangen van poppodia in Nederland.
De gemeenteraad vergaderde donderdag voor het laatst over het failliete Watt. Plannen van de SP en GroenLinks om het poppodium alsnog te redden kregen geen steun.
Andere gemeenten wél
De VNPF vindt het merkwaardig dat het in Rotterdam niet, maar in andere steden wel lukt om een poppodium draaiend te houden, "Daar treden gemeente en poppodium op als partners en dat onbreekt in Rotterdam", aldus Berend Schans van de VNPF. Een andere factor die een rol speelt bij de problemen van Watt is dat het pand geen eigendom is van de gemeente. Dat is in andere gemeenten wel het geval. Daar investeren gemeenten in hun eigen poppodium", aldus Berend Schans.
'Geef goede programmeurs de ruimte'
Party-organisator Ted Langenbach wil dat de gemeente de komende tijd niet meer investeert in "stichtingen en baksteen", maar goede programmeurs de kans geeft een vernieuwend en afwisselend programma neer te zetten op de verschillende bestaande podia. Christiaan Jongeneel, de laatste voorzitter van de Stichting Watt, ziet nog wel heil in het zoeken naar een nieuwe locatie voor popoptredens. Volgens hem moet de gemeente niet "doormodderen" op de oude locatie van Watt.
Locatie gekenmerkt door faillissementen
De locatie aan de West-Kruiskade heeft een verleden dat gekenmerkt wordt door faillissementen. Niet alleen Watt ging failliet, ook het voormalige Nighttown en de Arena redden het financieel niet. De Arena was het eerste popodium aan de West-Kruiskade. Het opende in 1984 zijn deuren maar ging na twee jaar al failliet door de te hoge huurlasten. Nighttown ging failliet in 2006.