nieuws
Ombudsman bekijkt Rotterdamse drangtrajecten bij opvoedproblemen

De Rotterdamse kinderombudsman begint een onderzoek naar het gebruik van zogeheten drangtrajecten bij opvoedproblemen. Anne Mieke Zwaneveld zegt dat er signalen zijn dat kinderen en ouders tijdens zo'n traject niets meer te zeggen hebben.
Een drangtraject moet voorkomen dat de kinderrechter er aan te pas komt. Die kan een ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing opleggen. De gemeente wil met een drangtraject een gezin nog een laatste kans geven de problemen zelf aan te pakken.
Fouten
Hulpverleners en de gemeente beslissen zelf of een gezin in een drangtraject terecht komt. Een gezin wordt niet bij dat besluit betrokken. Ombudsman Anne Mieke Zwaneveld is bang dat daardoor fouten worden gemaakt.
“Er worden vergaande maatregelen genomen en dan is het nodig dat ouders en kinderen begrijpen waarom een drangtraject wordt ingezet en dat hen om hun mening wordt gevraagd.”
Onduidelijk
Zwaneveld vindt verder dat het verschil tussen gewone hulp, drang en dwang onduidelijk is. "De jeugdzorg kan niet op de stoel van de kinderrechter gaan zitten en de rechtspositie van de ouders moet worden gerespecteerd.”
De kinderombudsman gaat de komende maanden praten met de gemeente en hulpverleners. Ook wil ze de ervaringen van ouders en kinderen in kaart brengen.