De 'Bambi' van Excelsior staat bij Feyenoord steviger op z'n benen: 'Ik moet aanpoten om bij te blijven'

In een krankzinnig duel bij ADO Den Haag promoveerde Excelsior naar de eredivisie. Mats Wieffer was een van de beste spelers van het veld. Na een lang seizoen was de Tukker toe aan vakantie. Een dag voor vertrek zat hij in de auto, toen Feyenoord zich voor het eerst meldde. Die interesse werd steeds concreter. "Ja, als ik hier naartoe kan, ga ik wel naar Feyenoord natuurlijk."

Inmiddels heeft Wieffer drie trainingen achter de rug en staat hij in het nieuwe lichtblauwe shirt de media te woord. "Het besef begint wel een beetje te komen. Al is het ook nog wel onwerkelijk, want als je bij Excelsior speelt ga je er niet vanuit dat je naar Feyenoord gaat. Maar we zijn al lekker aan het draaien, al voel ik aan mijn bovenbenen dat er hier wel anders wordt getraind. Hier wordt er meer op druk zetten getraind. Meer partijen, dat vind ik wel lekker."

Bij Excelsior was Wieffer onomstreden, in De Kuip nog niet. Dat weet hij zelf ook wel. "Ik ben niet direct voor de basis gehaald. Dat is ook niet logisch na zo'n goed seizoen van hen en al helemaal niet als iedereen blijft. In de voorbereiding moet ik laten zien dat ik er kan staan als anderen uitvallen. Vooral op 6 of 8. Box-to-box. Ik richt mijzelf niet op 10, want ik ben meer verdedigend dan aanvallend ingesteld. Als volgende week iedereen aansluit zal het niveau omhoog gaan. Dan moet ik zorgen dat ik aanpoot en dat ik niet te ver achterblijf."

Wieffer komt nuchter en realistisch over. Hij weet wat van hem wordt verwacht en staat stevig op z'n benen. Toen hij twee jaar terug van Twente naar Excelsior kwam, stond-ie een stuk minder stevig op z'n benen. Letterlijk en figuurlijk. "Bij Excelsior kreeg ik snel Bambi als bijnaam. Toen lag ik heel veel op de grond en was ik heel iel. Dat is niet echt meer zo, dus ik hoop wel dat ik hier een andere bijnaam krijg. Fysiek moet er nog genoeg gebeuren, maar ik ben geen Bambi meer", lacht Wieffer.