Aboutaleb wil van Keti Koti nationale feestdag maken: 'Om ons gedeeld verleden en kleurrijke toekomst te vieren'

Zo wees Aboutaleb onder meer op de 'talloze Rotterdamse families' die een fortuin hebben vergaard met koloniale handel. Daarmee verworven zij status en invloed in de samenleving en in het gemeentebestuur en stelden ze op die manier hun belangen veilig, sprak hij. Daarvoor bood Aboutaleb vorig jaar zijn excuses aan namens het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. "Het gaat er bij excuses niet om om schuldigen aan te wijzen. Het gaat om erkenning van het menselijk leed dat voortkwam uit kolonialisme en slavernij."

Aboutaleb vindt dat de staat moet volgen en eveneens excuses moet maken. Het kabinet liet eerder deze week weten dat die excuses er voor de Nederlandse rol in het slavernijverleden nog niet gaan komen. "Ik snap de rekensommen die men in Den Haag maakt niet zo. Ze zullen er vast wel strategische, tactische en ingewikkelde afwegingen maken. Daarom zei ik vandaag: doe dat niet, doe het vanuit je hart. Er is zoveel menselijk leed. Het verdient niet alleen maar een rekensom, maar ook een gevoelsafweging."

Ook de timing is, volgens Aboutaleb, een punt van discussie. Volgens de burgemeester is er maar één datum geschikt: 1 juli 2023. "Een historisch moment. Op die dag is het 160 jaar geleden dat Nederland de slavernij in Suriname en op de Nederlandse Antillen afschafte. Laat je hart spreken, zou ik zeggen. En maak van Keti Koti een nationale feestdag om ons gedeeld verleden en kleurrijke toekomst te vieren."

De voornaamste reden voor Aboutaleb om van Keti Koti een nationale feestdag te willen maken, is de impact van de gebeurtenis. "Dit is een grote zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis die eeuwen geduurd heeft. Het knechten van mensen, het vernederen van mensen, het maken van mensen tot handelswaar. Ik vind dat het de moeite waard is om in de geschiedenis zo'n dag een plek te geven waarbij we met elkaar stilstaan bij de wreedheden die de mens de andere mens kan aandoen."