nieuws

Column: PSV thuis, altijd emotioneel

Paul Verspeek, rechtbankverslaggever en hartstochtelijk Feyenoordfan
Paul Verspeek, rechtbankverslaggever en hartstochtelijk Feyenoordfan
Diep in hun hart hebben Feyenoordsupporters meer een hekel aan PSV dan aan Ajax. Amsterdam-Rotterdam is de eeuwige strijd tussen de grootste steden. Het is haat-liefde. Dat spectrum, daar vallen de rijkeluiszoontjes uit Eindhoven toch buiten.
In maart 1993 ben ik een keer twee dagen mijn stem kwijtgeraakt. Feyenoord speelde op een zaterdagavond een sterke wedstrijd tegen PSV, maar keek lange tijd tegen een 0-1 achterstand aan. In de blessurestrijd scoorde Dean Gorré alsnog de gelijkmaker. Ik stond op vak G, zag het onder mij gebeuren en ik heb nog nooit zo hard geschreeuwd in mijn leven.
Dat gebrul betekende: Feyenoord is nog in de race (en werd later inderdaad kampioen); dit gelijke spel is dik verdiend. Maar bovendien: die arrogante PSV’ers zijn afgestraft. Met hun nepsupporters, die vijf minuten voor de aftrap pas gaan zitten. Met hun gekochte spelers, dankzij Philips en de gemeente Eindhoven. Bij Feyenoord en Ajax ruik je gras. Bij PSV een bestuurskamer.

Cowboy

De emoties richten zich ook op de spelers. Natuurlijk, Ronald de Boer haalde het bloed onder je nagels vandaan. Maar heeft er ooit een grotere etterbak in ons stadion rondgelopen dan Mark van Bommel? Zeuren, zuigen en irritante gebaartjes. Zoals toen hij scoorde in de Kuip in 2002 in de UEFA-wedstrijd. Een mislukte kruising tussen een cowboy en een karateka.
Ik las die avond het nieuws bij Radio Rijnmond en mijn berichtje was al geschreven. “Feyenoord is in de kwartfinales van de UEFA Cup uitgeschakeld….” Ik was onderweg naar de microfoon, omdat ik direct aansluitend op de wedstrijd moest lezen. Toen klom Van Hooijdonk in de lucht en scoorde in de slotseconde. Gillend rende ik door de gang, smeet het nieuwsbericht weg en las een ander bulletin.

Lantaarnpaal

Zondag was ik helaas niet in de Kuip, omdat mijn schoonmoeder haar tachtigste verjaardag vierde. Onderweg in de auto keek ik live mee op mijn mobiele telefoon. Op de Terbregseweg reed mijn vrouw bijna tegen een lantaarnpaal (“Aaahh!!” schreeuwde ik, kans Toornstra). Vlakbij de plaats van bestemming, in Krimpen aan den IJssel, werd ik bijna uit de auto gezet (“Neee!!” Gelijkmaker Pereiro).
Aangekomen nestelde ik mij op de bank, met mobiele telefoon. Gadegeslagen door mijn schoonfamilie. Ik ken ze nu 25 jaar en zij zijn geloof ik wel tevreden met mij. Een nette jongen, keurige katholieke opvoeding, degelijke opleiding, genuanceerde prater. Ik stond er goed op. Tot zondagmiddag.

Oerdriften

Verbijsterd keken zij naar een onbekend wezen dat in zijn eigen wereldje zat. Bozig, rusteloos, emotioneel. Schreeuwend, vloekend, meppend. Het laagje beschaving was eraf en de oerdriften kregen vrij spel. Hier zat een vent die elk moment met serviesgoed kon gaan smijten, of de glazen salontafel doormidden zou slaan.
De winnende treffer was op het kleine schermpje amper te zien. De opluchting na het laatste fluitsignaal was er niet minder om. Ook bij mijn schoonouders: ze herkenden in het beest op de bank ineens weer de fatsoenlijke man, aan wie zij hun dochter lang geleden hadden toevertrouwd.
Paul Verspeek is verslaggever bij RTV Rijnmond en Feyenoordsupporter

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl