nieuws
Waar komt het woord 'lullig' vandaan?
Meneer Scholten belde ons op om te vragen:
Waar komt het woord 'lullig' vandaan?
Antwoord:
In :M. Philippa e.a. (2003-2009)
Etymologisch Woordenboek van het Nederlands:
lullig bn. ‘flauw, onnozel, mal’. Nnl. zo'n lullig stukkie tabak [1928; WNT Aanv.], doe niet zo lullig [1961; Van Dale]. Afleiding van lul met het achtervoegsel → -ig.
Een van de oudere betekenissen van lul is ook een wijsje/deuntje...dan kan je ook weer te link leggen naar Lulleby… Ergens rond 1700 het is niet duidelijk precies wanneer kreeg het woord lul ook de betekenis van mannelijk lid. En meteen werd het ook een scheldwoord.
Maar In de negentiende en het begin van de twintigste eeuw was lul nog een taboewoord.
Maar In de negentiende en het begin van de twintigste eeuw was lul nog een taboewoord.
