Op vossenjacht in de Rotterdamse haven: dieren mogen afgeschoten worden

De vossenpopulatie in de haven groeit steeds verder. Drie jaar geleden werd de eerste vos gespot en inmiddels telt Putters veertig vossen. De vos heeft hier geen natuurlijke vijanden en daardoor alle ruimte om zich te vestigen in de haven. Intussen zijn er acht burchten gevonden met jonge vossen.

Het haventerrein op het puntje van de Tweede Maasvlakte was ooit de ideale broedplek voor vogels. Een paar jaar geleden stond het gebied nog bol van alle meeuwennesten. Vandaag de dag zijn er bijna geen meeuwen meer te zien. Als je er een ziet, is de vogel vaak al aangevreten door de vos.

Groen- en natuurman Putters schat in dat zich nog zo'n veertig meeuwennesten bevinden op het terrein. “Als we die nu kwijt raken, keren de meeuwen volgend jaar niet terug." De zeemeeuwen zijn een beschermde diersoort en hun nesten mogen niet worden bestreden.

Dat de vossen nu afgeschoten mogen worden, is dan ook goed nieuws voor Jan Putters. Al eerder sprak de natuurbeheerder bij Rijnmond zijn wens uit om de vossen te bejagen. Om hoeveel vossen het gaat die verwijderd mogen worden uit de haven is onduidelijk.

Niet iedereen is tevreden met deze beslissing. Zo stelt de Partij voor de Dieren vragen aan het college van burgemeester en wethouders over de meeuwenpopulatie op de Maasvlakte. De partij is geschrokken dat de meeuwenpopulatie zo snel krimpt en wil in gesprek gaan over de maatregelen.

Volgens de Partij voor de Dieren is er een grote schuldige aan te wijzen voor het verdwijnen van de vogels: dat is niet de vos, maar de mens. Zo noemt de partij onder andere bedrijven die de vogels liever kwijt dan rijk zijn. Ook vissers dragen eraan bij, zegt de partij, omdat zij geen afval meer lozen, waar de meeuwen op afkomen.