nieuws

'Fred en Tiny zijn de kleinste ambtenaren van Rotterdam'

Ze lopen op vier pootjes en werken voor kost en inwoning. Toch werken ze keihard. Het zijn Tiny en Fred en het zijn fretten.
"Het zijn de kleinste ambtenaren van de gemeente Rotterdam", zegt boswachter Gerard Katoen van het Kralingse Bos lachend. "Maar ze worden wel keihard aan het werk gezet."


De fretten worden ingezet als een diervriendelijkere manier om de konijnenpopulatie in de stad binnen de perken te houden. "Als je bijvoorbeeld een konijnenhol hebt in een dijkgedeelte, zoals de Westzeedijk, dan kan je de fretten inzetten", legt Katoen uit. "Andere voorbeelden zijn het Dakpark of begraafplaatsen."
Als er op een ongewenste plek een konijnenhol zit, zetten medewerkers alle uitgangen af met netten of kooien. Vervolgens wordt de fret losgelaten in het konijnenhol. "Het konijn is bang voor de fret, dus die komt met eeen noodgang het hol uitrennen. Die loopt dan de kooi in en wordt daarna uitgezet in het Voornes Duin. Daar zijn ze beter op hun plek dan in de stad."
Katoen wijst erop dat op deze manier de omgeving van Loods24 in Rotterdam-Zuid konijnenvrij is gemaakt.

Niet helemaal diervriendelijk

Toch moet Katoen toegeven dat het een 'natuurlijke werkwijze' is, die toch niet helemaal diervriendelijk is. "Als zo'n fret een konijn te pakken krijgt, dan eten ze ze op. We gebruiken deze methode dan ook niet altijd. Het is namelijk wel de bedoeling om de dieren levend te vangen en ergens anders weer te herplaatsen."
Daarom mogen de fretten op dit moment in hun hok blijven zitten. Veel konijnen hebben op dit moment net kleine konijntjes op de wereld gezet. "Die jonge konijntjes hebben nog geen haartjes en kunnen geen kant op. Die laten we met rust. Nu met de fretten op pad gaan is niet diervriendelijk."

Gezinsuitbreiding

En dus zitten de twee kleinste ambtenaren van Rotterdam in hun hok bij het Kralingse Bos. De verslaggever van RTV Rijnmond moet wel even een hand voor haar neus houden als ze het gemeentelijke onderkomen van Fred en Tiny bezoekt. "Ja, ze stinken wel", zegt boswachter Gerard Katoen van het Kralingse Bos. "Maar dat is normaal bij marterachtigen."
De twee fretten hebben een groot hok en hebben genoeg ruimte om te spelen en te ravotten. "We hopen ook dat de twee ooit nog aan gezinsuitbreiding gaan doen."