nieuws
Een eerbetoon aan Johnny Hoes
Op de kop af 100 jaar geleden werd hij in Rotterdam geboren. Woensdag wordt Johnny Hoes, decennialang de man achter het Hollandse lied, in Limburg geëerd. Zo wordt hij onder meer onderscheiden met een oeuvre award.
Hoes groeide op in Katendrecht. Als militair kwam hij in 1939 in Weert terecht. In de meidagen van 1940 leerde hij er zijn vrouw kennen en besloot in Limburg te blijven.
In de jaren zestig werd hij bekend door zijn hit 'Och was ik maar bij moeder thuis gebleven'. Hoes was niet alleen zanger. Hij gaf ook andere bands en muzikanten de kans om door te breken.
''Hij heeft de Limburgse muziek op de kaart gezet,'' zegt Henk Steijver van de band Carboon en eerder ook de Janse Bagge Bend.
''Dat was het slimme van Johnny'', weet Fred Limpens, producer in de Telstar studio van Hoes in Weert. ''Alles wat een beetje muziek kon maken in Limburg, mocht komen. Hij liet de jongens gewoon spelen en nam het op. Hij nam grote risico's, maar Johnny gunde het de Limburgse jongens.''
Niet alleen de kleintjes, ook Henk Wijngaard, Doe Maar, Normaal en de Zangeres zonder Naam behoorden tot de 'stal' van Hoes.
In Rotterdam heeft zijn werk nog een speciaal tintje gekregen door het Feyenoord-lied Hand in Hand. Hoes hoorde het lied ooit bij Coal, de club waar hij in zijn Rotterdamse jaren voor speelde. In de jaren zestig vulde Jaap Valkhoff het op verzoek van Hoes met twee coupletten aan en werd het gezongen door Jackie van Dam een populair nummer.
Voor al zijn werk voor de muziekwereld kreeg Johnny Hoes een Edison. Na zijn overlijden in 2011 wordt hij herdacht met een festival in Weert.