nieuws
RIVM: weinig kans op nieuwe ziektegevallen door PFOA-uitstoot Chemours
Het bloedonderzoek onder omwonenden van DuPont/Chemours, in Dordrecht, bevestigt wat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vorig jaar al vermoedde. De kans dat er nog nieuwe ziektegevallen komen door blootstelling aan de stof PFOA is volgens het RIVM klein.
De stof PFOA, ook wel C8 genoemd, werd tot 2012 gebruikt in de teflonfabriek van DuPont, die inmiddels is overgenomen door Chemours. Blootstelling aan de stof, zeker langdurig, kan gezondheidsproblemen opleveren zoals nierkanker en darmontsteking.
Het RIVM stelt nu aan de hand van de resultaten van bloedtesten onder 382 inwoners van Dordrecht en Sliedrecht vast dat de risico-inschatting die ze vorig jaar maakte, inderdaad klopt. Nadere individuele gezondheidsonderzoeken hebben weinig zin, zegt het RIVM nu.
Gezondheidsrisico's
Met name (ex-)werknemers en direct omwonenden zijn lang blootgesteld aan veel perfluoroctaanzuur (PFOA) en liepen dus gezondheidsrisico's. Hoe verder men van de fabriek woonde of werkte, hoe lager de concentraties in het bloed bleken te zijn, zo is nu bevestigd.
Analyse van wetenschappelijke literatuur leert het RIVM dat er relaties zijn tussen ongewenste veranderingen in het lichaam en de PFOA concentratie in het bloed.
"In de wetenschap is nog wel veel onzekerheid bij welke bloedconcentraties deze ongewenste veranderingen in het lichaam optreden. Het is niet duidelijk of PFOA blootstelling de oorzaak is van de veranderingen", zo stelt het RIVM.
Veranderingen
Hoewel reeds lage concentraties van die stof in het lichaam kunnen leiden tot veranderingen in cholesterol, leverenzymen en geboortegewicht, zijn individuele gezondheidsonderzoeken niet nodig: "Veel van die zaken worden bij standaard controles al opgemerkt", aldus het RIVM.
Mensen die zich ondanks de bevindingen en conclusies toch zorgen maken over hun gezondheid wordt door het RIVM aangeraden contact op te nemen met hun huisarts.
De (ex)werknemers van DuPont/Chemours zijn in dit onderzoek niet betrokken.
Vijf procent
Het RIVM ontdekte dat nog geen vijf procent (4,7%) van de deelnemers hogere bloedwaarden bleken te hebben, dan het instituut vooraf verwachtte. Bij deze 18 mensen werd een bloedwaarde hoger dan 21 nanogram per milliliter (ng/ml) bloedserum gevonden.
Die 21 ng/ml is de gemiddelde maximale waarde die bij eerdere bevolkingsstudies in de EU is aangetroffen bij personen die géén bijzondere PFOA-blootstelling hebben gehad.
Mogelijke verklaringen die het RIVM voor deze hogere waarden geeft, zijn persoonlijke kenmerken zoals een hoge historische blootstelling, andere blootstellingsbronnen (zoals gebruik van PFOA-houdende producten) of een lichaam dat de stof minder snel afbreekt.
Discussie
Mensen die méér dan 21 ng/ml in hun bloed hadden kunnen volgens het RIVM nader onderzocht worden om te zien hoe dat komt. Er is overigens nog wetenschappelijke discussie over wat nu een veilig niveau van blootstelling is. Het RIVM gaat uit van 89 ng/ml.
Staatssecretaris Sharon Dijksma van Milieu en de Provincie Zuid-Holland zeggen in een eerste reactie blij te zijn dat veruit de meeste mensen lage waardes PFOA in hun bloed hebben. Al realiseren zij zich dat ook die nog altijd een klein risico lopen.
Reactie wethouders
De gemeentes Dordrecht, Sliedrecht en Papendrecht waren blij dat het onderzoek niet slechter uitpakte dan verwacht, maar vinden de situatie nog altijd niet goed genoeg. Wethouder Hanny Visser van Sliedrecht eist dat de lozing van Gen-X, de opvolgers van PFOA wordt terug gebracht naar nul.
Binnen enkele weken zal er een informatiebijeenkomst worden gehouden over de medische aspecten van PFOA in het bloed. Ook zijn de huisartsen in de regio geïnformeerd over de uitkomsten zodat ze vragen van verontruste bewoners kunnen beantwoorden. Verder willen de gemeenten dat er nader wetenschappelijk onderzoek wordt verricht naar de effecten van PFOA op het lichaam.