Bertus en Leen hebben miljoenenomzet met Rotterdamse reuzel: 'Binnenkort leveren we aan het honderdste land'

Bizar. En dat dan natuurlijk wél uitgesproken op z’n Rotterdams. Bízar, dus. Dat is het verkoopsucces van Reuzel, een Rotterdamse haarproductlijn voor mannen. Gewoon ontstaan op de Nieuwe Binnenweg en aanvankelijk gewoon door de jongens van de Rotterdamse kapperszaak Schorem zelf gekookt in een pannetje in de zaak. Maar Reuzel wordt inmiddels gemaakt in de Verenigde Staten en is sinds een paar jaar te koop over de hele wereld. Van Azië tot Noord-Amerika, van Australië tot Afrika.

Al is er wel een kans dat jij als lezer Reuzel nog nooit in een winkel hebt zien liggen, want Reuzel ligt nergens in de supermarkt of bij de drogisterij. Bewust niet. Reuzel moet wel cool blijven en is dus alleen te koop in "toffe" zaken wereldwijd. Barbershops, bijvoorbeeld, zoals die sinds het succes van Schorem nadrukkelijk over de hele wereld te vinden zijn.

“Je kent toch wel die Rotterdamse uitspraak, ‘Het is zo heet, de reuzel loopt langs mijn reet,” zegt Bertus Barbier, de ene helft van het duo Schorem. “Nou, wij hadden natuurlijk al succes met Schorem zelf. Dat was een naam… Er werd ons toen we net begonnen gezegd dat we daar nooit succes mee zouden hebben. En fanatiek ook. En we hadden het de eerste maand toch zwaar! Er kwam geen hond. Daar stonden we dan. Met die naam: Schorem. Nou, het werd toch een succes.”

Een daverend succes zelfs. Leen en Bertus gaan inmiddels de wereld over, wereldwijd geven ze shows, na corona zitten ze opnieuw volop in het vliegtuig. Twee dagen naar Vietnam. Vijf naar Mexico. Een tournee in de Verenigde Staten. “Je wilt niet weten hoe we op sommige plekken worden onthaald. Twee weken geleden waren we nog in Azië, in een enorme zaal. Die mensen werden helemaal gek toen we het podium opkwamen.” Bertus grijpt z’n telefoon. “Kijk. Dit geloof je toch niet?”

Lachend: “En dan is het toch prachtig dat je met weer zo’n maffe Rotterdamse naam opnieuw succes hebt?”

Succes is er zeker. Reuzel, onder meer geleverd in aluminium blikjes met een varken erop, heeft inmiddels een miljoenenomzet. Rotterdam zal weinig andere bedrijven kennen met een naam die half dronken werd bedacht, maar die zo aansloeg. Het enige nadeel: de naam is volgens Bertus in het buitenland lastig uit te spreken, ‘Roisel’, weegt niet op tegen het schijnbare voordeel: dat van het eigenwijze, tikkeltje rauwe imago. Dat imago wordt nog gewoon in Rotterdam bepaald. Het doet, dankzij alle stoere modellen, denken aan vervlogen tijden. Aan Peaky Blinders.

“We hebben een studio op de Goudsesingel waar we continu fotoshoots doen. Dat is het verschil met vroeger: je moet nu continu opvallen. Dat doen we online.” Eigenwijs, met modellen die zelf worden gevonden. “We casten zelf.” Bertus wijst op een paar foto’s. Een van een model dat vooral bekend is als Rotterdams straatfiguur. Een ander van een jongen die zelf ook kapper is bij Schorem.

Reuzel en Schorem worden online door miljoenen gevolgd. De pommade, zelfs geliefd bij wijlen Jules Deelder, vriend van de zaak, is er tegenwoordig in meerdere soorten. Reuzel is een hele productlijn geworden. Corona heeft de zaak geen kwaad gedaan, integendeel zelfs.

“Het honderdste land is in zicht,” weet Bertus, die zich overigens verre van de zakelijke kant houdt, ook. Dit Rotterdamse haarproduct is nu in 97 landen te koop, maar vraag hem niet precies welke. Hij is het creatieve brein, dat reuzel zelf maakte. “Dat is op een hele gekke manier begonnen. Ik ben in Schorem zelf gaan staan koken, in een pannetje. Gewoon terwijl we open waren.” Nu is er succes, eerder ging het mis. “Ik ben weleens vergeten dat er een pannetje op het vuur stond. Brandde de boel bijna af.”

Dat was in een ander leven, verklapt Bertus. “Al dat succes heeft wel een tijd iets met mijn ego gedaan, maar dat is voorbij. Ik heb mijn leven echt omgegooid.” Van drank en drugs ging hij naar hardlopen en groentes. “Ik heb het hele nachtleven gezien, ik ken elke steen en hoek, maar nu ben ik gewoon thuis. Een verschil: vroeger woonde ik ook anti-kraak, natuurlijk. Dan kon ik er zo worden uitgegooid. Nu heb ik mijn eigen plek. Dat geeft zoveel rust.”

Dat die plek gewoon een rijtjeshuis is, en geen pand in pakweg Hillegersberg, maakt hem niet uit. “Daar geef ik niks om.” Als hij maar kan sporten, “ik kan niet meer zonder.” Dat, lezen en muziek houdt hem nu overeind. “Ik ben bezig in de nieuwe Steven King. Dat is toch zo’n geweldige schrijver.” Als fanatiek lezer heeft hij boekenkasten laten maken die thuis rijken tot het plafond.

Nog een mooi contrast: Bertus, zwaar onder getatoeëerd en eerder “genadeloos” verslaafd aan drank en drugs, spreekt tegenwoordig groepen ondernemers toe. Dan vertelt hij hoe creativiteit essentieel is, en hoe je zaken op gevoel moet doen. Dat je meters moet maken als je ergens goed in wil worden, precies zoals hij deed toen hij kapper wilde worden, en hoe hij met pannetjes klooide toen hij sleutelde aan wat Reuzel zou worden.

Doen waar je hart ligt en blijven staan waar je voor staat, dát is belangrijk, vindt Bertus. Hij voelt zich bij het delen van die informatie aan ondernemers die wat minder ruig leven, totaal niet vreemd. “Ik ben er juist heel goed in geworden, man.”

En nu? Soms wordt Bertus door anderen gevraagd of hij niet wil cashen. Het is niet ondenkbaar. Reuzel is opgevallen: er zijn al kopieën gespot, “op de zwarte markt”. Toch denkt hij er niet aan de boel van de hand te doen.

“Ik? Een snelle wagen? Nee man, dat heeft me nooit getrokken. Dat is helemaal niet waarom ik het doe. Ik zit al jaren in dit vak, dat moet je niet vergeten. Dit is mijn leven. Het knippen heeft me vaak gered. Ik woonde vroeger in Groningen, daar had ik geen cent te makken. Maar dan ging ik ‘s avonds in studentenhuizen knippen.”

Ongrijpbaar is het soms wel, het hebben van succes. Vindt Bertus zelf. Maar als hij dan toch iets moet aanwijzen als constante factor: de samenwerking met collega Leen. “Hij is totaal anders, we hebben het vaak aan de stok gehad. Maar we vertrouwen elkaar ook blindelings en hebben elkaar ook echt nodig. Hij is zakelijk en superslim, ik ben juist creatief. Dat versterkt elkaar enorm.”

Zo iemand vinden als zakenpartner is bepaald geen vanzelfsprekendheid. Maar als hij dan toch een tip moet geven is het deze: “Probeer dan net zo’n goede partner te vinden als ik heb gedaan. Dat is goud waard.”