WOONCRISIS

Minister De Jonge roept gemeenten met weinig goedkope woningen op te bouwen: 'In regio Rijnmond zie je hoe scheef het uitpakt'

2 oktober 2022, 11:56 • 3 minuten leestijd

Hugo de Jonge (l) en een straat in Rotterdam-West (r) © Rijnmond

De meerderheid van de gemeenten in de regio Rijnmond heeft minder dan 30 procent sociale huurwoningen. Dat blijkt uit onderzoek van Rijnmond. In de enquête geven vrijwel alle gemeenten aan dat er tal van problemen zijn om meer sociale huurwoningen te ontwikkelen. Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting is niet blij met deze cijfers. "Daarom zeggen we ook tegen gemeenten: jullie moeten stappen maken."

13 van de 25 gemeenten in onze regio hebben minder dan 30 procent sociale huurwoningen. De gemeente Westvoorne heeft met nog geen 16 procent het laagste percentage sociale huurwoningen van de regio. Ook Lansingerland zal een tandje moeten bijzetten. Ze scoren met 19 procent laag.

Bekijk het interview dat Rijnmond had met minister Hugo de Jonge

Hugo de Jonge over de norm van 30 procent sociale woningen in elke gemeente

"We moeten het aantal sociale huurwoningen écht eerlijker verdelen", zegt de Jonge. "Het kan niet zo zijn dat een gemeente zo'n 50 procent sociale huurwoningen heeft en een andere gemeente zoals Lansingerland onder de 20 procent zit. Die zullen echt hun been moeten bijtrekken en veel meer betaalbare woningen gaan bouwen."

De minister vervolgt: "Meer dan de helft van de woningen die we de afgelopen jaren hebben gebouwd zijn niet te betalen voor mensen met een normaal inkomen. Voor hen is het heel lastig om aan een huis te komen en dat kunnen we ons niet veroorloven."

De gemeente Lansingerland laat weten dat ze bezig zijn om 'hun been bij te trekken'. Wel ondervinden ze problemen om grootschalig te bouwen. Zo zijn bouwplannen op sommige locaties niet mogelijk, omdat de grond door de provincie Zuid-Holland is gereserveerd voor windmolens. "We willen graag met de minister om tafel om over dat soort problemen te praten."

Minister Hugo de Jonge wil dat de woningvoorraad van gemeenten voor 30 procent uit sociale huurwoningen bestaat. Als gemeenten daar niet aan meewerken heeft dat nu nog geen consequenties. Straks wel. De minister werkt aan een wet waarmee de provincie kan optreden tegen gemeenten die de norm niet halen. De minister hoopt dat dit niet nodig is en dat hij er samen met de gemeenten uit komt.

Voor ontwikkelaars is een groot aandeel sociale huurwoningen bij een nieuwbouwproject niet altijd rendabel. De woningcorporaties kunnen met de huren die zij van huurders mogen vragen nooit voldoende opbrengen om een ontwikkelaar een aanzienlijk groot deel sociale huur te laten bouwen.

Hoogleraar huisvestingssystemen Peter Boelhouwer zette bij de NOS al eerder vraagtekens bij de praktische haalbaarheid van de norm van 30 procent. "Hoe wil je dat doen? Als jij maar 18 procent sociale woningbouw hebt, moet je 12 procent toevoegen aan je voorraad. Dat wordt heel veel bouwen, maar dat kan exploitatie technisch niet."

Volgens de Jonge moet dit wel het streven zijn van gemeenten. "Je kunt niet op korte termijn van 16 procent naar 30 procent groeien, maar je moet wel stappen maken. Die 30 procent moet je streven zijn. Dat vraag ik echt van alle gemeenten. Dat ze in hun nieuwbouwplannen op z'n minst een flinke stap zetten. Je kunt niet zeggen: 'Wij doen daar niet aan mee'. Dat is niet oké."

Kijk op deze kaart naar het percentage sociale huurwoningen in jouw gemeente:

Verschillende gemeenten geven aan Rijnmond aan dat ontwikkelaars niet staan te springen om sociale huurwoningen te bouwen. Dat ervaren de gemeenten als een belemmering. De Jonge: "Je gaat als gemeente over je bestemmingsplannen. Daarin kun je zetten wat je eisen zijn. Door gemengd te bouwen is het vaak wel rendabel te maken om ook sociale huurwoningen te bouwen."

In heel Nederland gaat gewerkt worden met regionale woondeals. Dat zijn afspraken over hoeveel woningen er de komende tien jaar jaarlijks bij komen in elke regio. Eind 2022 moeten die plannen rond zijn. Minister De Jonge wil ook gaan regelen dat het bouwen van een woning veel sneller gaat. Nu duurt het soms wel tien jaar tot een bouwplan daadwerkelijk gerealiseerd wordt vanwege vergunningsprocedures.

De ambitie is tot en met 2030 in heel Nederland zo'n 900 duizend woningen te gaan bouwen en daarvan moeten 250 duizend woningen sociaal zijn.