VERGETEN VERHALEN

Jaap (91) tuurde in de Koude Oorlog uren vanaf een luchtwachttoren naar Russische vliegtuigen die nooit kwamen

Met de fiets komt hij naar de afgelegen Mariapolder in Strijensas. De nu 91-jarige oud-luchttorenwachter Jaap de Koning doet ook niet moeilijk over het beklimmen van de toren aan de oever van het Hollands Diep vlak bij de Moerdijkbrug.
Vanaf het platform bovenop de toren hebben we rondom uitzicht: de weidse Hoeksche Waard aan de ene kant, het water aan de andere kant. De Koning heeft vaker op die toren gestaan. Hij was zeventig jaar geleden één van de luchttorenwachters van Strijensas.
Dat was hij een beetje tegen wil en dank. Hij was liever marinier geworden, maar zijn vader had hem als oudste zoon nodig in de bakkerij in Strijensas. "Later kreeg je dan bericht, je moet toch wat voor het land doen, ik werd geacht bij het Korps Luchtwachtdienst te gaan."
archieffoto van leden van het Korps Luchtwachtdienst (niet de toren van Strijensas)
archieffoto van leden van het Korps Luchtwachtdienst (niet de toren van Strijensas) © Nationaal Archief
Dat korps is opgericht om tijdens de Koude Oorlog het Nederlandse luchtruim te beschermen tegen Sovjet-vliegtuigen. "In de jaren 50 had men behoefte aan een militair uitkijknetwerk over het hele land", vertelt Sandra van Lochem. "De radar was nog niet ontwikkeld genoeg, de onderste kilometer was eigenlijk een hiaat in de luchtverdediging. In 1950 zijn er 276 luchtwachttorens verspreid over het hele land gebouwd. Daarop stonden vrijwilligers die uitkeken naar de Russen die laag onder de radar verwacht werden."
Van Lochem heeft jaren onderzoek gedaan naar de luchtwachttorens in Nederland. Haar boek Luchtwachttorens uit de Koude Oorlog is dinsdag verschenen. De toren in Strijensas is één van de weinige die nog overeind staat. Het is een raatbouwtoren, een betonnen prefab toren. Ongeveer de helft van de luchtwachttorens in Nederland heeft er zo uit gezien. De andere helft bestaat uit een bakstenen opbouw op een bestaand gebouw.
Luchtwachttoren aan de Mariapolder in Strijensas
Luchtwachttoren aan de Mariapolder in Strijensas © Rijnmond
Ondertussen kijkt oud-luchttorenwachter Jaap de Koning nog een keertje door de verrekijker die bovenop de toren in Strijensas staat. Precies zoals hij zeventig jaar geleden ook het luchtruim afspeurde. "Spannend? Ik vond het helemaal niet spannend want ik heb nooit gedacht dat er een Mig of een Toepolev over Strijensas zou vliegen. Die Russen die hadden grote klappen in de oorlog gehad dus ik dacht 'nou beginnen ze weer geen oorlog'. Maar goed, bij de regering dachten ze van wel, dat zullen ze wel ergens vandaan gehaald hebben. Dat heette dan de Koude Oorlog en dat heeft lang geduurd."
oud-luchttorenwachter Jaap de Koning op de toren in Strijensas
oud-luchttorenwachter Jaap de Koning op de toren in Strijensas © Rijnmond
De vrijwilligers bij het Korps Luchtwachtdienst krijgen een uniform en zijn ongeveer twee uur per week in touw. Ze krijgen zowel theorie- als praktijklessen Sandra van Lochem: "Er werd veel geoefend. Ongeveer elke maand was er een oefening, dan liet de Luchtmacht een paar vliegtuigen over Nederland vliegen en de luchtwachters moesten die waarnemen."
Jaap de Koning kan zich de oefeningen nog wel herinneren: "Je had een verrekijker en een koptelefoon op en je stond in verbinding met het plotcentrum in Rotterdam, dat was ondergronds. Daar zaten dan 12 dames allemaal aan de telefoon. Hoe dat ook allemaal werkt, weet ik niet maar daar moesten wij het aan doorgeven."
plottafel in bunker waar de gegevens verzameld werden (niet die in Rotterdam)
plottafel in bunker waar de gegevens verzameld werden (niet die in Rotterdam) © Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Van Lochem heeft tijdens haar onderzoek ook gehoord dat niet elke luchttorenwachter de oefening even serieus nam: "Dan werden ze gebeld, 'de straaljager zit boven jullie hoofd, waarom melden jullie niet?' Dan zaten ze te kaarten..." Toch heeft het systeem met de torens jarenlang dienst gedaan in Nederland.
"Achteraf kun je je natuurlijk afvragen wat het voor nut had om met een verrekijker te speuren naar Russische vliegtuigen. Maar destijds was die dreiging er wel", legt ze uit. In totaal hebben er in Nederland dus 276 van die posten gestaan. De toren van Strijensas in één van de weinige die is overgebleven. Op Fort Prins Frederik in Ooltgensplaat is de andere variant nog altijd te vinden: de bakstenen opbouw.
de enige andere nog bestaande luchtwachtpost in de regio: op Fort Prins Frederik in Ooltgensplaat
de enige andere nog bestaande luchtwachtpost in de regio: op Fort Prins Frederik in Ooltgensplaat © Henk van Lochem
Op andere plekken in onze regio is soms de fundering van de afgebroken luchtwachtpost nog zichtbaar. Zoals in Hellevoetsluis, waar de luchtwachttoren op een bunker in de vesting stond. In Oostvoorne is de bodem van de post nog te zien op een Duitse bunker. In veel meer plaatsen in de regio Rijnmond hebben luchtwachttorens gestaan.
Van Lochem: "Vaak wisten mensen die vlakbij woonden niet precies wat die toren nou was en wat die militairen in dat uniform daar deden eens in de maand. Het was semi-geheim, niet helemaal geheim want er werden vrijwilligers geworven om op die toren te staan. Maar het was ook niet zo dat ze het aan de grote klok wilden hangen want het was toch wel fijn als de Russen niet wisten waar ze stonden."
Met zijn 91 jaar staat Jaap de Koning nog altijd op z'n gemak op de toren in Strijensas rond te kijken. Hij vertelt nog maar eens dat hij de dreiging vanuit de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog niet zo voelde: "Ik heb wel eens gedacht 'als je hier staat en er komt een Russisch vliegtuig over dan is je kop er gauw afgeschoten'. Maar ik heb nooit gedacht dat dat zou gebeuren, want de Tweede Wereldoorlog was nog maar kort geleden en ik heb altijd gedacht 'je staat hier echt voor Jan Joker' want ze gaan echt niet weer een oorlog beginnen."

'Afscheid was het leukst'

Voor De Koning is zijn tijd bij het Korps Luchtwachtdienst wel een leuke tijd. Maar het leukste was het afscheid: "Je deed je best, je moest er geloof ik twee jaar bij. En toen het afgelopen was, dat weet ik nog, toen kregen we een rondvlucht van twee uur met een Dakota vanaf vliegveld Valkenburg bij Katwijk. Dat was eigenlijk het leukste van het hele verhaal. Over de Veluwe en over Strijen, hij vloog laag, je zag de kippen het hok binnen lopen, dat vond ik wel het leukste."
Sandra van Lochem beschrijft in haar boek Luchtwachttorens uit de Koude Oorlog alle 276 luchtwachttorens die in Nederland hebben gestaan of nog steeds staan. De toren van Strijensas is de enige in het Rijnmondgebied die nog bestaat. Hij is een aantal jaren geleden gerestaureerd en wordt beheerd door de Oudheidkundige Vereniging Land van Strijen. Wim Schrijvershof van de vereniging speelt als kind in en bij de toren. Dat gaat nu niet meer, want de luchtwachttoren is afgesloten. Schrijvershof: "Iedereen in Strijensas kent deze toren wel, maar veel mensen weten niet wat het belang was. Met open dagen proberen we dat uit te leggen."
En het laatste woord is voor oud-luchttorenwachter Jaap de Koning. Vond hij het leuk om weer een keer op de toren te zijn waar hij zeventig jaar geleden dienst op deed? "Ja dat is wel leuk. En nu zou ik kunnen begrijpen dat ze zoiets op zouden zetten. Ik geloof zelf niet dat de Russen hier komen maar het is eigenlijk voor het eerst weer spannend in de wereld. Dat hebben we al die jaren niet meegemaakt. Ja toch? Het is in ieder geval een andere wereld in een jaar tijd als dat we gewend waren. Vind ik hoor. Ja toch?"
De Koning daalt de trappen van de toren weer af en loopt vanaf de dijk waar de luchtwachttorens op staat, naar zijn fiets. En daar gaat de 91-jarige, door de polder van Strijensas weer naar huis.
De luchtwachttoren in Strijensas is zaterdag 22 oktober te bezoeken. In heel het land zijn er op 22 en 23 oktober torens, bunkers en musea open tijdens het Koude Oorlog Weekend.