nieuws

Wanneer kwam de 'ij' in het Nederlands?

vraagje
vraagje
Janny van Eijmeren vroeg zich af:
Vroeger kende de Nederlandse taal geen lange 'ij'.
Wanneer is die letter in het Nederlands gekomen?

Antwoord:


De ij is van oorsprong een verlengde i. Woorden als prijs en schijnen werden in de Middeleeuwen geschreven als prise en schinen. Om in de schrijftaal duidelijker aan te geven dat deze i lang moest worden uitgesproken, verdubbelde men hem: priise, sc(h)iint ('schijnt'). Later kreeg de tweede i een haaltje (j). Dat was mede omdat er in de Middeleeuwen vaak geen punt op de i werd gezet en ii soms verward werd met de u. Vanwege die verwarring met de u raakte overigens ook de y (de i-grec) in sommige woorden in gebruik als schriftelijke weergave van een [ie]-klank. Het woord wijf (in de Middeleeuwen uitgesproken als [wief]) kon volgens Nicoline van der Sijs (in haar boek Taal als mensenwerk. De geschiedenis van het ABN) geschreven worden als wif, wiif, wyf en wief. In de loop van de zestiende eeuw veranderde de uitspraak van de ij: van [ie] naar [ei].

Luister iedere zaterdag van 12.00 tot 14.00 naar Vraag het de Bieb voor nieuwe vragen en antwoorden.