87-jarige bewoner komt om bij brand in Hillegersberg: 'Vreselijk aardige man, maar ook vreselijk in de war'

Als de woning al in lichterlaaie staat, roepen overburen nog dat de oude man op het balkon moet blijven staan en dat de brandweer onderweg is. Ze denken ook dat zijn kleding vlam heeft gevat, maar door de rook is het moeilijk te zien. Toch gaat de man zijn brandende woning weer binnen. Wat er daarna precies gebeurd is? Dat blijft gissen. “Misschien wilde hij - in paniek - nog proberen de trap af te komen”, speculeert een buurtbewoner.

De brandweer, die later arriveert, haalt de man uit het huis. Hij is dan al overleden. Urenlang is de brandweer nog bezig met blussen om te voorkomen dat de brand uitbreidt. Veertien bewoners van vijf omliggende woningen moeten hun huis uit en elders overnachten.

De dag na de brand is de buurt nog altijd erg onthutst. Veel mensen lopen of fietsen langs en staan stil bij de rampplek. 'Triest', 'verschrikkelijk', 'wat akelig' en 'eng', zeggen ze.

Ook de getroffen buren die hun huis uit moesten en voorlopig niet terug kunnen, vinden het diep triest voor het 87-jarige slachtoffer. Niemand kende hem echt goed. Hij zei altijd vriendelijk gedag, maar maakte verder geen praatje. Wel konden de buren bij hem terecht om hun pakketjes op te halen. “Als je aanbelde, trok hij bovenaan de trap aan het touwtje, zei hallo en dan mocht je het zelf pakken”, vertelt buurvrouw Megan.

“Vroeger rommelde hij altijd met schilderijen in zijn pakhuis beneden”, herinnert een voormalige buurman zich. Volgens hem is de oude man later boven gaan wonen.

De postbode die al jaren in het Kleiwegkwartier zijn ronde loopt, kwam hem wel eens tegen. Hij noemt hem “een vreselijk aardige man, maar ook vreselijk in de war.” Niet zozeer dementerend, maar wel vergeetachtig en warrig.

Buurman Nathan uit grotere zorgen. “Ik heb eerder gezegd: daar gaat een keer wat gebeuren. En het is jammer dat niemand aan de bel heeft getrokken.” Bij de politie staat de man overigens niet bekend als een ‘zorgenoudje’. Er waren in ieder geval geen meldingen.

Volgens meerdere buren was het slachtoffer slecht ter been, oogde hij fragiel en kwam hij nauwelijks buiten. Dagelijks kwam er Thuiszorg over de vloer. Ook op de avond van de fatale brand. Aan omwonenden vraagt de thuiszorgmedewerker wat er aan de hand is. Als duidelijk wordt dat het om het huis van haar cliënt gaat, zegt ze dat ze komt voor de insulineprik van meneer.

Opmerkelijk is zijn grote verzamelwoede. Zijn hele huis zou van beneden tot aan de zolder volstaan met spullen. “Het hele huis staat vol met rotzooi”, vertelt buurman Nathan. Dat heeft hij gehoord van een klusjesman, die zei dat je bij iedere beweging zo tien spullen omstoot. “Ik schrik er niet van als daar een vonkje ontstaat, dat dan het hele huis in de fik staat”, vervolgt hij.

De impressie van een volgepakt huis krijgt Nathan bevestigd op de fatale avond. “Op de benedenverdieping zie je al van alles opgestapeld staan en volgens de brandweer was het boven nog erger.”

De dag na de ramp controleren experts met een brandweerladder van buitenaf het huis om te zien of het veilig is om het te betreden. De conclusie is nee. Voordat het onderzoek kan beginnen, moeten eerst maatregelen getroffen worden.

Bij vier buren aan de Kleiweg is de brand- en vooral de nevenschade zo groot dat ze voorlopig niet naar huis mogen. Bij Nathan zijn de babykamer, de douche en de zolder veranderd in een ravage. En het hele huis is kleddernat en stinkt naar rook.

Op de avond van de brand gingen ze net aan tafel als de buren keihard op de deur bonken. “Je ziet de slavinken en sperziebonen nog op het gasfornuis staan.” Hij brengt eerst zijn vriendin en zoontje van zes maanden naar vrienden verderop in de straat en daarna gaat hij terug om de twee katten op zolder te redden.

Terugblikkend is hij tevreden over het brandweeroptreden. “Ik denk dat we dankbaar mogen zijn dat het niet sneller is overgeslagen naar andere huizen en dat iedereen - behalve de buurman dan - in veiligheid is gebracht. Complimenten aan de brandweer dat het niet verder is geëscaleerd.”