Sportclubs krijgen amper steun van kabinet, maar de gemeentes Rotterdam en Dordrecht willen bijspringen

De zes miljoen die uitgetrokken is om de clubs door de winter heen te helpen komt neer op een bedrag van 230 euro per Nederlandse club, zo rekende het SP-kamerlid Michiel van Nispen uit.

Hoe ernstig de situatie ook is, in Dordrecht tellen verenigingen hun zegeningen, omdat het stadsbestuur zelf vijf miljoen euro heeft uitgetrokken voor steun aan Dordtse clubs. Begin deze maand schoot de gemeente Dordrecht ook de Sportboulevard nog te hulp, door voor een deel van de huur uitstel van betaling te verlenen.

De Rotterdamse wethouder Faouzi Achbar heeft aan de gemeenteraad voorgesteld om 1,4 miljoen euro te reserveren voor noodsteun aan sportverenigingen. Dat geld is nu nog bestemd voor coronasteun, maar Achbar hoopt dat de sportclubs op deze manier overeind kunnen blijven.

"Sporten en bewegen is belangrijk. Sportverenigingen zijn daarbij onmisbaar. Het zijn fijne plekken om te sporten en ze vormen plekken in de wijken waar Rotterdammers elkaar kunnen ontmoeten", zegt hij daarover.

De Dordtse wethouder Marc Merx weet niet of alle clubs het met de hulp van de gemeente gaan redden. “In ieder geval wil ik ervoor zorgen dat iedereen die aan het sporten is, aan het sporten blijft en dat nog veel meer Dordtenaren de weg naar de sportverenigingen weten te vinden.”

Eind deze maand wordt duidelijk hoe het sportbeleid er de komende jaren en op de lange termijn uit gaat zien. Dan komt de derde versie van de langverwachte sportnota, inclusief de verduurzaming van sportcomplexen, zodat op termijn op energiekosten bespaard kan worden.