WATERSNOODRAMP

Welke plaatsen in onze regio worden tijdens de Watersnoodramp in februari 1953 het zwaarst getroffen

Ook 's-Gravendeel ontkwam niet aan de Waternoodsramp
Ook 's-Gravendeel ontkwam niet aan de Waternoodsramp © Fotocollectie Anefo / Nationaal Archief / Joop van Bilsen
In de nacht van 31 januari op 1 februari is het 70 jaar geleden dat ons land werd opgeschrikt door de Watersnoodramp. Op meer dan 150 plekken in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant begaven de dijken het, omdat ze de hoeveelheid water in combinatie met de zware storm met windkracht 11 tot 12 niet meer aan konden. De ramp kostte 1.836 mensen het leven. 677 van hen kwamen uit Zuid-Holland. Welke gemeenten werden in onze regio het zwaarst getroffen?

1. Oude-Tonge (305 doden)

Oude-Tonge behoort, naast de Zeeuwse gemeenten Kortgene en Kruiningen, tot de plekken waar de eerste dijken bezweken. De ernst van de situatie wordt in Oude-Tonge pas laat duidelijk. Te laat, voor velen. Nergens in het hele rampgebied vallen zoveel doden te betreuren als in het dorp op Goeree-Overflakkee (305), zo'n tien procent van het totale inwonersaantal.
Van het hoge water is in Oude-Tonge in eerste instantie niets te merken. In het holst van de nacht merken de dorpsbewoners echter dat het water bij de keersluis bijna over de dijk stroomt. Zij maken de burgemeester wakker, die het dorp wil waarschuwen door de elektrische kerkklokken te luiden. Maar omdat de stroom is uitgevallen, lukt dat niet.
Amsterdamse brandweerlieden aan het werk in Oude-Tonge, een maand na de ramp
Amsterdamse brandweerlieden aan het werk in Oude-Tonge, een maand na de ramp © Fotocollectie Anefo / Nationaal Archief / Harry Pot
Polderbewoners waarschuwen voor het noodlot dat nadert, lukt niet meer: de zeedijk ten westen van het dorp heeft het al begeven. Binnen een mum van tijd staan de polders tussen de zeedijk en het dorp volledig onder water. Als ook enkele binnendijken die Oude-Tonge moeten beschermen niet meer thuis geven, gaat het snel. Van drie kanten stroomt het water in noodtempo richting Oude-Tonge. Daar zitten de mensen als ratten in de val.
Veel mensen slapen of weten zich ternauwernood in veiligheid te brengen op de zolder of het dak van hun huis. Maar ook die laatste optie biedt voor velen geen zekerheid: verschillende huizen begeven het en storten in. Gebeurt dat niet in de Watersnoodnacht zelf, dan wel een dag later.

2. Nieuwe-Tonge (86 doden)

Westelijk van Oude-Tonge ligt Nieuwe-Tonge en ook dat dorp krijgt het die nacht zwaar te verduren. Aan Nieuwe-Tonge zit bovendien een apart verhaal vast: ook daar wordt de situatie in eerste instantie niet ingeschat als kritisch. Reden voor de burgemeester om opdracht te geven om inwoners van Battenoord, een dorpje aan het Grevelingenmeer dat eveneens bij de de gemeente hoort, te evacueren naar Nieuwe-Tonge.
Terwijl de inwoners van Battenoord reikhalzend uitkijken naar de hulptroepen uit Nieuwe-Tonge, nadert nog meer onheil. Met een gigantische klap breekt de zeedijk bij Battenoord door. Het evacuatieplan loopt faliekant de mist in. Juist op het moment dat meerdere auto's met evacués over de Battenoordsedijk richting Nieuwe-Tonge rijden, worden er nog meer gaten geslagen in de zeedijk. Men kan geen kant op.
Ook in Nieuwe-Tonge zelf worden inwoners verrast. Een deel van de mensen die zich op tijd in veiligheid weet te brengen, trekt naar huizen op de hoger gelegen Molendijk en aan de ring van Nieuwe-Tonge. In eerste instantie dienen die locaties als opvangplek voor de evacués uit het iets meer dan 3 kilometer verderop gelegen Battenoord. Hulp laat lang op zich wachten: pas op maandag bereiken hulptroepen Nieuwe-Tonge.
Volgens cijfers van deramp.nl, een online monument voor de slachtoffers van de Watersnoodramp, overlijden in Nieuwe-Tonge in die rampdagen 86 mensen.

3. Stellendam (62 doden)

In Stellendam wordt de bevolking niet gewaarschuwd door de burgemeester, maar door de vrijwillige brandweer. Dat heeft voornamelijk te maken met het feit dat de burgemeester in Goedereede woont. Al vroeg in de nacht is de Spuipolder bij de haven vrijwel geheel ondergelopen. Het besef daalt in dat het gehele dorp gevaar loopt, waarna boer en polderbestuurder Laurens Visser adviseert om alarm te slaan.
Dat gebeurt en blijkt niet veel later, als nog voor 03:00 uur het water de Voorstraat inloopt, de enige juiste keuze. De meeste inwoners weten zich net op tijd in veiligheid te brengen en vluchten naar zolder. Maar er zijn ook bewoners die even daarvoor nog op de vlucht zijn geslagen naar buurdorp Melissant, dat verder van het water ligt. Zij worden verrast door het water en verdrinken.
Koningin Juliana brengt een maand na de Watersnoodramp een bezoek aan Stellendam
Koningin Juliana brengt een maand na de Watersnoodramp een bezoek aan Stellendam © Fotocollectie Anefo / Nationaal Archief / Van Duinen
Deze groep inwoners wordt uiteindelijk niet als enige overvallen door het water. Want ondanks het feit dat een grote duiker voor de Damdijk wordt geduwd ter bescherming van het dorp, is de druk van het water zo groot dat de betonnen voorkant van de duiker - duizenden kilo's zwaar - tientallen meters wordt meegesleurd door het wassende water. Er wordt een gat van veertig meter geslagen in de dijk, met als gevolg een vloedgolf die het dorp volledig overspoelt. 61 inwoners van Stellendam komen om het leven.

4. Numansdorp (56 doden)

Naast Goeree-Overflakkee ontkomt ook de Hoeksche Waard niet aan de Watersnoodramp. In Numansdorp vallen de meeste doden te betreuren. 56 inwoners van het dorp overleven de rampnacht niet. En dat ondanks het feit dat de Hoeksche Waard als één van de weinige gebieden in het zuidwesten op dat moment al beschikt over een dijkwachtorganisatie.
Vanuit café Het Schippershuis houden dijkwachten de situatie nauwlettend in de gaten. Op enig moment wordt duidelijk dat sterk rekening moest worden gehouden met een dijkdoorbraak. Ook vanuit de haven dreigt gevaar. Bewoners worden gewaarschuwd door brandweerwagens die met gillende sirenes door de straten van het dorp rijden.
Vee wordt in veiligheid gebracht in 's-Gravendeel
Vee wordt in veiligheid gebracht in 's-Gravendeel © Fotocollectie Anefo / Nationaal Archief / Wim van Rossem
Al snel ontstaan ook hier gaten in de zeedijk, waardoor de Schuringsepolder in rap tempo onder water loopt. De inwoners kunnen alleen nog vluchten naar hun zolder of het dak. Op dat moment arriveert burgemeester De Zeeuw met zijn auto bij Schuring. Als hij de situatie ziet, wil hij zo snel mogelijk terugrijden naar Numansdorp om hulptroepen op te trommelen. Zijn auto wordt gevuld met kinderen, terwijl er ook mensen op zijn motorkap springen.
Uiterst wrang is dat de hulpactie net te laat op gang komt. Enkele honderden meters verderop kan De Zeeuw niet verder rijden. Het water dat over de dijk stroomt dreigt zijn auto mee te sleuren. De Zeeuw stopt bij een schuur en vlucht samen met de kinderen naar zolder. Hulp voor Schuring komt te laat. Als ook de binnendijk van de Schuringsche Polder het begeeft, slaat de waterstroom alles kapot wat het tegenkomt. Meer dan 50 slachtoffers uit Numansdorp woonden in het buurtschap Schuring.

5. Strijen & 's-Gravendeel (40 & 37 doden)

Naast Numansdorp worden in de Hoeksche Waard ook Strijen en 's-Gravendeel hard getroffen. In Strijen wordt men in eerste instantie gewaarschuwd door politieagenten uit het tien kilometer verderop gelegen 's-Gravendeel. Tot dat moment weten weinigen in het dorp dat er gevaar dreigt, met name in Strijensas. De burgemeester neemt samen met politieagenten poolshoogte en vraagt een plaatselijke busonderneming om alvast bussen klaar te maken om mensen uit Strijensas te evacueren.
Daar aangekomen valt uiteindelijk niet direct het besluit tot evacuatie. Het water staat al zo hoog, dat het over de Buitendijk klotst. Daarop wordt met man en macht geprobeerd om de dijk op te hogen met zandzakken. De grote tragedie vindt pas zondagmiddag plaats, als de binnendijken het onder druk van het stijgende water alsnog begeven. Het gevolg is dat Strijen en Strijensas onderlopen. 40 mensen overleven de vloedgolf niet.
Overstroming in Strijen, waar middelbare scholieren en studenten zandzakken op de dijk gooien
Overstroming in Strijen, waar middelbare scholieren en studenten zandzakken op de dijk gooien © Fotocollectie Anefo / Nationaal Archief / Joop van Bilsen
Ook in 's-Gravendeel, waar men het gevaar dus al sneller in de gaten heeft, is het alle hens aan dek. De aanleiding daarvoor is de dijkdoorbraak bij polder Groot Koninkrijk. Dat gebeurt al vroeg in de nacht. Al snel staat het water zo hoog, dat het over de Gorsdijk dreigt te stromen, rechtstreeks de Mijlpolder in. En juist in die Mijlpolder woont de helft van de dorpsbewoners. De kerkklokken worden geluid om inwoners te waarschuwen.
Wat velen vrezen, gebeurt: de Gorsdijk begeeft het, waarna het water zich ophoopt bij de Molendijk. Dat is de dijk die het dorp in tweeën splitst. Ook de Gorsdijk blijkt niet opgewassen tegen het beukende water. Veel huizen op de dijk, waarvan er in één meer dan 20 mensen schuilen, storten in.
Ook deze 20 mensen behoren tot de 1.836 mensen in ons land die de Watersnoodramp niet overleven. 72.000 mensen moeten die eerste februari van 1953 worden geëvacueerd. Ruim 150.000 hectare grond overstroomt. Ook het dierenleed is groot: 47.000 stuks vee en 140.000 stuks pluimvee verdrinken.
De herdenkingsdienst in de R.K. kerk OLV Hemelvaart in Oude-Tonge en op de Begraafplaats Watersnood is woensdagmorgen via een livestream te volgen via rijnmond.nl en in de Rijnmond app.