POLITIE

Agent Peter haalde Mark weg bij de brug en redde zijn leven: 'Ik had het anders echt gedaan'

'Ik sloeg professionele hulp af. Ik dacht: dat kan ik zelf wel. Ik wilde naar mijn broer toe.'
'Ik sloeg professionele hulp af. Ik dacht: dat kan ik zelf wel. Ik wilde naar mijn broer toe.' © Rijnmond
Plotseling stond hij daar op het politiebureau in Spijkenisse. Ruim drie jaar nadat hij zelfmoord wilde plegen kwam Mark met een doos vol geschenken om Peter Dale en zijn collega's te bedanken voor het moment dat alles veranderde. Een gesprek met beiden volgt, op datzelfde bureau, over het leven en de dood.
Het was een natte zondagavond in september 2019. Via de (centrale) meldkamer kreeg politieagent Peter Dale te horen dat iemand in de Bernisse op Voorne-Putten een einde aan zijn leven wilde maken. Peter was de dichtstbijzijnde politieman. Op weg naar de locatie schoten allerlei gedachten door hem heen. Wie zou hij treffen, in welke toestand zou de persoon zijn en welke actie moest hij op welk moment ondernemen?
Mark heeft in zijn leven veel te verduren gekregen. Dat werd, achteraf gezien, getekend door die ene maand op zijn vijftiende. In een maand tijd verloor hij zijn broer, zijn steun en toeverlaat, en zijn oma. Vooral het moment dat de politie voor de deur stond, staat hem nog helder bij. "Ik was wakker en liep naar beneden. Juist op het moment dat ik mijn voet op de eerste trede wilde neerzetten, hoorde ik iemand op de deur kloppen. Ik deed open, het was de politie. Toen hoorde ik in jip-en-janneketaal dat mijn broer een ongeluk had gehad."

'Ik dacht: dat kan ik zelf wel'

Hij maakte vervolgens zijn ouders wakker. Met spoed reden ze naar het ziekenhuis. Een paar dagen later overleed zijn broer als gevolg van de verwondingen. "Mijn oma was toen al ziek. Zij overleed kort daarna. Binnen een maand verloor ik beiden."
Het was het begin, zo kijkt hij er nu op terug. Vanaf dat moment ging het balletje van de negatieve spiraal rollen. "Ik had agressieproblemen en sloot me af voor mensen. Ik praatte niet en sloeg professionele hulp af. Ik dacht: dat kan ik zelf wel. Eigenlijk had ik er geen zin meer in. Ik wilde naar mijn broer toe. Hij was elf jaar ouder, hij was mijn steun en toeverlaat."
Mark werd ook gepest. Dat begon al op de basisschool. De kinderen daar zeiden dat Mark te dik was, terwijl hij nooit dik was geweest. Hij was ook anders in gedrag. "Ik hield kinderen van mijn leeftijd op afstand, want ik kon beter met oudere kinderen of oudere mensen opschieten. Op sociaal gebied was ik verder. Daardoor kon ik met ouderen beter een gesprek voeren."
Peter en Marco ontmoetten elkaar drie jaar later pas weer.
Peter en Marco ontmoetten elkaar drie jaar later pas weer. © Rijnmond

Bang zoontje kwijt te raken

Al die negatieve ervaringen leidden niet tot grote depressies. Het gevoel kwam terug toen hij op zijn 22ste in een relatie rolde. Het ging ineens snel toen zijn vriendin onverwacht zwanger bleek. "Er waren botsingen. Na de geboorte van mijn zoontje liep het even niet lekker tussen ons. Voor mijn gevoel was mijn relatie ten einde. Ik was ook bang dat ik mijn zoontje kwijt zou raken. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen. Ik was er klaar mee en dacht: ik ga er een einde aan maken."
Mark reed met zijn auto de polder in. Hij zette de auto aan de kant van de weg en liep naar de brug. "Ik wilde het echt doen. En toen stond Peter naast me."
Peter, toen nog wijkagent in de Akkers en Vogelenzang, een wijk van Spijkenisse, vertelt over dat moment. "Ik wist dat ik er als eerste zou zijn. Ik kende de locatie. Daardoor wist ik dat er een sterke stroming is. Mijn collega's uit Hellevoetsluis zouden tien minuten later ter plaatse zijn. Diverse scenario's gingen door mijn hoofd. Wie tref je aan, wat tref je aan, stel dat hij gaat springen? Spring ik er achteraan of niet?"

'Als hij wil springen, heb ik hem klem'

De rit ging sneller dan verwacht. Met een paar minuten was Peter Dale bij het gemaal. Zo'n moment had hij tijdens zijn opleiding slechts één keer getraind. "Ik zag jou staan, in het donker, in de regen, bij de reling, vlakbij het water", zegt hij in de richting van Mark. "Ik sloeg een arm om je heen. Ik dacht daarbij wel: als hij wil springen, dan heb ik 'm direct klem. Maar het contact was rustig. Je liep mee, weg van die plek. We zijn naar de overkant gelopen. Je was verward, afwezig, niet helemaal helder. Je zei dat je het niet meer zag zitten. 'Ik ga m'n zoontje verliezen.' Uiteindelijk kwamen mijn collega's. Toen wilde je naar huis."
Peter en Mark stapten achterin de politiebus. Samen zaten ze op de achterbank. Een andere collega reed in de auto van Mark. De rit ging naar het huis van de ouders van Mark in Spijkenisse.
Onderweg had agent Peter een déjà vu. Ook hij had geen gemakkelijke tijd achter de rug. "Ik had zelf een scheiding meegemaakt, als donderslag bij heldere hemel. Toen had ik ook wel het idee dat het voor mij niet meer hoefde. Ik zag mijn kinderen minder. Ik heb nooit bij het water gestaan, maar ik heb ook dagen gehad dat ik dacht: het zal allemaal wel, het hoeft niet meer", vertelt hij.
"Waarom zou ik het niet delen op dat moment, met Mark. Bij mij schijnt ook weer de zon. Ik weet wat het doet als je het uit eigen ervaring kunt vertellen en het komt ook nog eens zo krachtig over. Hoe klote, hoe vervelend, je moet met iemand gaan praten, dacht ik. Ook voor jou kan de zon weer gaan schijnen. Nu zie je het even niet, daar moet je doorheen."

Praat!

"Peter had toen al meer levenservaring", zegt Mark terugkijkend. "Hij gaf er ook een persoonlijke touch aan, waardoor het meer bij me binnenkwam. Dat was belangrijk in deze situatie en het siert hem ook hoe hij mij heeft geholpen."
Bij de woning van de ouders van Mark aangekomen besloten ze achterlangs te gaan. Eén keer eerder (bij zijn broer) had de politie aan de voordeur gestaan. Dat was voldoende. "Mijn vader heeft met Peter gesproken. Hij was geschrokken, een beetje ontdaan van alles. Waarom doe je dit, waarom praat je niet met ons, vroeg hij zich af. Ik was niet echt van het praten."
Mark zocht hulp via zijn huisarts. Uiteindelijk ging hij in therapie en vond hij na anderhalf jaar een nieuwe weg. Hij voelt zich zelfverzekerder en durft daarom ook te zeggen: "Als je ergens mee zit, praat met iemand. Het maakt niet uit met wie, maar praat! Ik durf me nu te uiten over wat ik denk of doe. Er is altijd wel iemand met wie je durft te praten, waar je in elk geval je verhaal kunt doen. Alleen ventileren kan al helpen."
Het was volgens hem ook een opsomming van wat hem is overkomen. "Als ik wel was gaan praten, al was het met mijn ouders, dan had ik minder frustraties gevoeld, minder donkere gedachten gehad. Dan had het niet zo ver hoeven te komen."
Ook met zijn partner heeft Mark leren praten. Dankzij haar weet hij wanneer hij zich kan of moet uiten. "Als ik terugkijk, heb ik heel veel mensen bij wie ik terecht kan. Ik vind het fijn dat ik dat nu inzie. Dat zag ik toen helemaal niet. Dat is wat ik meegeef aan anderen. Ga bij jezelf na: bij wie zou ik iets kunnen zeggen als het nodig is? Het kan 80 procent van het probleem verhelpen."

'Ik ben je dankbaar'

Peter en Mark zagen elkaar ruim drie jaar niet. Een paar weken na het voorval stond Peter nog aan de deur bij het huis van Mark. Niemand was thuis. Mark ging op zijn beurt langs bij het politiebureau, maar juist op dat moment was Peter niet aan het werk. Uiteindelijk vonden ze elkaar en stond Mark met een doos met chocolademelk en stroopwafels op het bureau in Spijkenisse om Peter en zijn collega's te bedanken.
"Ik ben er pas sinds kort achter wie Peter is. Ik wist dat hij wijkagent was. Recent zag ik dat stukje over jongeren en een bivakmuts. Toen dacht ik: ik ken die man. Zo is dit balletje gaan rollen."
Uiteindelijk stuurde Mark met behulp van andere politiemensen een berichtje. Peter zag het op zijn telefoon binnenkomen. "Toen ik dat berichtje kreeg, zat ik thuis aan de eettafel. Ik heb het gelezen en weggelegd. Daarna heb ik het nog een keer gelezen." Dan zegt hij, met een brok in zijn keel: "Je ziet iemand ruim drie jaar niet. Dan stuurt hij een bericht waarin hij schrijft dat hij je wil bedanken. Het gaat goed, het is me bijgebleven, ik ben je dankbaar. Dat deed me wel wat."
Peter legt ook uit waarom het iets met hem doet. "Ik doe mijn werk met ziel en zaligheid. Ik wil iets voor anderen betekenen. Zo'n bericht, dat doet wel wat. Het is...", zegt hij naar Mark, "supertof dat je aan het bureau staat met chocomel en stroopwafels. Dat vind ik mooi."
Mark en zijn partner zorgen nog steeds samen voor hun zoon. Hij werkt nu in een ziekenhuis. Ooit wilde hij bij de politie gaan. Dat liep even anders toen hij werd betrapt vanwege vuurwerk. Via Bureau Halt moest Mark naar een voorlichtingsbijeenkomst over vuurwerk en koos hij voor een andere weg. Inmiddels overweegt hij op z'n 27ste de overstap te maken. Binnenkort mag hij een avond met Peter meelopen.
Heb jij zelf ook hulp nodig? Of ken je iemand die dat (mogelijk) nodig heeft? Via de website van Stichting 113 Zelfmoordpreventie kun je chatten en informatie opdoen. Daarnaast kun je volledig anoniem bellen met telefoonnummer 113 of (gratis) met 0800-0113.

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl