PERSOONLIJK
Toen haar zoon vertrok, ging bij Monja de knop om en kickte ze af: 'Ik had wel tien keer dood kunnen zijn'

Jarenlang kwam Monja (45) haar huis niet uit, maar lag ze onder invloed van drugs en alcohol de hele dag op de bank. Totdat haar zoon besloot dat het zo niet langer kon. Hij vertrok. Toen ging de knop om bij Monja. Nu is ze straatadvocaat en helpt ze als ervaringsdeskundige verslaafden en daklozen om hun leven weer op de rit te krijgen.
Monja: "Ik ben vrij jong moeder geworden van mijn zoon. Hij is nu 23. Ik had een beeld in mijn hoofd van een gezin, maar dat bleek niet te werken. De vader van mijn zoon dacht daar namelijk anders over."
"Toen mijn zoon ongeveer drie jaar was, had hij minder zorg nodig, dus toen kon ik meer over mezelf gaan nadenken. Ik heb al die tijd geworsteld met het leven. Toen heb ik zelfmoordpogingen gedaan en mezelf beschadigd. Ik gebruikte destijds al veel drugs en drank. Maar het stond voor mij toen niet heel erg op de voorgrond. Dat is eigenlijk jaren zo doorgegaan. Het was leefbaar. Nou ja, leefbaar. Het was overleven, laat ik het zo zeggen."
"Uiteindelijk ben ik na mijn dochters geboorte echt ingestort. Toen ben ik mijn huis kwijtgeraakt en dakloos geweest. Ik sliep elke keer weer bij iemand anders op de bank. Via begeleid wonen kreeg ik een huis, waarna mijn verslaving echt op een toppunt was. Ik kwam mijn huis niet meer uit. Het was rond die tijd dat ik de kliniek in ben gegaan en aan mezelf ben gaan werken. Sindsdien heb ik nooit meer iets aangeraakt."

Is er een specifiek punt geweest dat die knop omging bij jou?
"Dat was toen mijn zoon uit huis ging. Hij is vooral thuisgebleven omdat zijn zusje nog zo klein was. Hij was bang voor wat er met haar zou gebeuren als hij weg zou gaan. Maar uiteindelijk heeft hij toch de beslissing gemaakt om te vertrekken."
"Hierna kreeg ik hulp van het wijkteam. Ik heb namelijk geen vangnet van familie. Mijn ouders zijn allebei overleden en mijn broer woont in het buitenland. Dus als ik me wilde laten opnemen, dan moest ik de keuze maken om mijn dochter (nu 12 jaar oud, destijds 5, red.) door een pleeggezin te laten opnemen. Dat vond ik echt heel eng om te doen."
Waar was je dan bang voor?
"Dat ik haar niet meer terug zou krijgen. Uiteindelijk heeft een hulpverlener van het wijkteam mij met die beslissing geholpen. Karin was dat. Met haar hulp heb ik uiteindelijk echt de knoop doorgehakt. Zij heeft ook geholpen om mijn zoon in een crisisopvang te plaatsen. 'Het is nu of nooit', dacht ik."
Wat maakte Karin zo bijzonder?
"Zij is degene geweest door wie ik het vertrouwen heb gehad om mijn dochter naar een pleeggezin te laten gaan, zodat ik aan mezelf kon werken. Ik vertrouwde eigenlijk niemand, maar haar wel. Uiteindelijk bleek dat terecht. Het was een hulpverlener die niet praatte zoals andere hulpverleners. Ze focuste op het persoonlijke in plaats van op het objectieve, afstandelijke. Ze heeft me nooit veroordeeld en is altijd naast me blijven staan."
Hoe kijk je nu terug op die tijd?
"Soms denk ik: 'Had ik maar eerder aan de bel getrokken'. Dan was het allemaal anders gelopen. Het is een beetje cliché, maar aan de andere kant had ik dan niet geweten wat ik nu weet. Mijn zoon zegt dat ook. Ik heb me altijd heel schuldig gevoeld tegenover hem. Maar hij benadrukt hoe sterk we er uiteindelijk samen uit zijn gekomen."
"Inmiddels zijn we zes jaar verder. Mijn zoon en dochter wonen bij mij en we hebben het heel fijn samen. We zijn een echt gezinnetje."

Wanneer besloot je om andere mensen te gaan helpen?
"Ik was clean geworden en toen ging het redelijk. Maar ik had geen baan en ook niks opgebouwd al die jaren. Ik wist wel dat ik graag ervaringsdeskundige wilde worden."
"Op een gegeven moment kwam ik een vacature tegen van een verslavingskliniek. Ik heb ook in zo'n kliniek gezeten om clean te worden. Deze vacature sprak me zo aan dat ik meteen een sollicitatiebrief heb geschreven. Ik had geen diploma, ik had niks. Maar ik dacht: 'Ik doe het gewoon'. En zo geschiedde, ik kreeg de baan."

Na een tijd daar te hebben gewerkt, ben je straatadvocaat geworden. Wat doe je nu precies?
"We zijn niet juridisch onderlegd, dat is een vaak voorkomende misvatting. Het is puur belangenbehartiging voor mensen die dakloos zijn of dreigen te worden. Zij hebben vaak nog veel meer problemen, bijvoorbeeld een verslaving. Die mensen weten vaak niet waar ze terecht kunnen en welke procedures ze moeten doorlopen. Wij helpen hen hierbij."
Heb je daar een voorbeeld van?
"We helpen een man wiens huis was afgebrand. Hij meldde zich bij ons omdat hij dakloos was geworden. De brand was ontstaan doordat mensen drugs in zijn huis hadden opgeslagen. We hebben hem verder kunnen helpen, omdat wij contact hebben met een advocaat. Nu wachten we op de uitslag van de laatste rechtszaak hierover."
"Waarschijnlijk mag die man binnenkort zijn huis weer in. We zagen de hoop toen weer terugkomen bij hem. Hij was zo blij dat hij hulp kreeg, in plaats van dat mensen hem veroordeelden."
Op welke manier helpt jouw eigen verleden jou in dit werk?
"Ik denk door hoe ik nu met mensen omga. Dan kom ik weer bij dat niet veroordelen, zoals Karin bij mij en ik bij die man."
"Ik deel niet constant met iedere cliënt dat ik hetzelfde heb meegemaakt, want dat is helemaal niet wat ze willen horen. Maar ik denk dat de manier waarop ik communiceer het meest waardevol is. Dat je kijkt naar de oplossingen en niet naar wat diegene anders had moeten doen. Mensen schamen zich soms voor hun situatie, maar mij verbaast echt niks. Ik heb alles meegemaakt."
Is dat soms ook lastig? Omdat bepaalde situaties zo herkenbaar zijn?
"Jazeker. Het is confronterend, maar soms ook frustrerend."
Waarom?
"Omdat je dan ziet dat iemand bijvoorbeeld in de slachtofferrol gaat zitten. Ik heb mijn hele leven iedereen de schuld gegeven van mijn ellende. Maar je moet uiteindelijk toch je eigen verantwoordelijkheid nemen."
"Soms zijn er ook heel confronterende dingen die me raken, omdat het dicht bij me komt."
Over wat voor dingen heb je het dan?
"Als het met kinderen te maken heeft, of huiselijk geweld, dat soort dingen. Maar ik kan dat naderhand wel goed bespreken met mijn collega's hier."
Dus je neemt je werk nooit mee naar huis?
"In de meest ideale situatie neem ik mijn werk helemaal nooit mee naar huis. Maar ik heb echt wel situaties gehad dat ik er even mee zat. Dat ik mijn telefoon op vrijdagmiddag niet uit kon zetten. Ik moet ook heel erg mijn best doen om niet verbitterd te raken."
Verbitterd?
"Omdat je ziet dat dingen niet goed gaan in het grotere geheel. Je ziet dat er geen huizen zijn, maar wel steeds meer daklozen. Je bent niet met leuke dingen bezig de hele dag. Als je dan een gezin ziet met een kindje dat worden afgewezen bij de maatschappelijke opvang, of het nieuws van die Poolse man die is doodgegaan, dan is dat heel naar. Daar blijf ik dus alert op bij mezelf, dat ik niet alles slecht ga vinden. Want er zijn altijd overwinningen."

Hoe kijk je nu terug op je verleden?
"Ik ben heel erg blij en dankbaar dat ik een tweede kans heb gekregen."
Je ziet het als een kans die je hebt gekregen?
"Jazeker. Ik had echt wel tien keer dood kunnen zijn."
Maar uiteindelijk heb je het zelf gedaan, je leven op de rit krijgen.
"Ja... Ik had wel een zetje nodig. Maar uiteindelijk moest ik het inderdaad zelf doen. Dat is inderdaad waar."
"Dat is ook eigenlijk wat ik nu andere mensen juist wil meegeven. Ik heb heel lang achterover gezeten en gewacht tot iemand mij kwam redden. Maar dat werkt niet. Je moet het zelf doen."

Praten over zelfmoordgedachten kan anoniem: chat via www.113.nl, bel 113 of bel gratis 0800-0113.