HUMANS OF RIJNMOND

Zijn vader missen tekende het leven van Ruwhel, nu stopt hij zijn boosheid en verdriet in muziek

Ruwhel Emers is veelzijdig en ambitieus, maar hij brengt ook offers
Ruwhel Emers is veelzijdig en ambitieus, maar hij brengt ook offers © Niek Hage
Opgroeien zonder vader, het verlies van zijn broer en enorme boosheid tekenden de jeugd van hiphopartiest Ruwhel Emers (30). Sinds hij zijn heil gevonden heeft in muziek, zet hij zijn tanden in het begeleiden van jongeren. In hen herkent Ruwhel zijn vroegere zelf zo erg, dat het hem bijna niet meer lukt om los te laten.
Het is een vrijdagmiddag in Productiehuis Flow, in de Rotterdamse wijk Charlois. Een groepje dat voornamelijk bestaat uit mannen luistert wat naar muziek, afgewisseld door bulderende lachbuien. De creativiteit stroomt hier en wordt gevoed door het grenzeloze enthousiasme van alle aanwezigen.
Als Ruwhel zo’n drie minuten te laat naar binnen stapt, is hij druk aan het telefoneren. Een hand geven, telefoongesprek afronden, nog even naar het toilet. Zijn overvolle agenda staat bijna op zijn voorhoofd uitgeschreven. Maar eenmaal in zijn studio, tijdens het ruime uur gevuld met dit interview, kijkt hij niet één keer op zijn telefoon. Hoeveel mensen de studio ook in- en uitlopen, hij praat onverminderd door. “Als ik iets doe, dan doe ik dat met de volle honderd procent. Ik wil iedereen al mijn aandacht geven.”
Dat is een streven dat op alle vlakken terugkomt in zijn werk. Naast het opbouwen van zijn eigen carrière als muzikant, houdt Ruwhel zich als jonge ondernemer ook bezig met presenteren en treedt hij geregeld op voor honderden mensen. Ook op Koningsdag treedt hij op, net zoals onder meer Lee Towers en Broederliefde.
Ruwhel bij Productiehuis FLOW
Ruwhel bij Productiehuis FLOW © Rijnmond
Recent won Ruwhel de juryprijs bij de Grote Prijs van Rotterdam. Hij is ook de oprichter van het hiphopplatform LEVELS. “Ik heb gezien wat er nodig is om te komen waar ik nu ben. Nu wil ik die kennis doorgeven aan andere artiesten.” Hij ziet zijn platform als een infrastructuur voor de ontwikkeling van muzikanten op allerlei niveaus.
Zelf komt hij van ver. Als zoon van een alleenstaande moeder groeide Ruwhel grotendeels op in Rotterdam-Zuid. Het heeft hem gevormd tot de veelzijdige persoon die hij nu is.

Je hebt hier een fijne plek voor jezelf gemaakt. Is Rotterdam altijd jouw basis geweest?

“Ik ben geboren op Bonaire. Toen ik vier of vijf jaar oud was, zijn we naar Nederland gekomen. Eerst woonde ik een jaar in Amsterdam, toen twee of drie jaar in Den Haag. Uiteindelijk ben ik op Rotterdam-Zuid komen wonen, in Lombardijen.”
“Ik vond het super leuk daar. Ik ben een kameleon en kan me aanpassen aan allerlei situaties, dus ik heb daar best wel een leuke jeugd gehad.”
“We hadden het niet breed. Daar had ik wel veel moeite mee. Ik kreeg geen Nikes en als kind snap je dan niet dat het eigenlijk onbelangrijk is wat voor schoenen je draagt. In de laag waar we al in zaten, in Rotterdam-Zuid, in Lombardijen, zag je dat we het thuis soms wat moeilijker hadden dan de anderen daar. Maar dat werd gecompenseerd door een liefdevol huis.”

Hoe zag jullie huishouden eruit?

“Ik heb een jonge moeder. Toen ik in groep 4 zat, was ze 28 en had ze in haar eentje drie kinderen. De zorgen die ze had om alles in haar eentje te moeten betalen waren groot. Mijn vader zat vast, dus ze moest het alleen doen.”

Wat doet het met een kind als je je vader moet missen?

“Als kind was ik heel boos en emotioneel. Het heeft me heel veel gedaan.”
“Ik ben als man behandeld op een heel jonge leeftijd, maar ik had mijn vader niet als voorbeeldfiguur. Ik miste een stukje van mezelf. Toen ik in Lombardijen kwam wonen, leerde ik de familie van mijn vaders kant kennen. Toen begreep ik ook de andere kant van mijn karakter, dat boze bijvoorbeeld.”

Hoe is het contact met je vader nu?

“Ik heb hem pas twintig jaar later ontmoet, toen mijn opa was overleden. Ik ben toen naar Curaçao gegaan. Dat was heel raar. Ik zag mijn vader voor het eerst, maar ik raakte mijn opa kwijt.”
“Ik kwam binnen, mijn vader stond aan de rand van het bed. Ik herkende hem gelijk. We gaven elkaar een knuffel, maar ik was vooral met mijn opa bezig. Daarna zijn we samen biertjes gaan drinken in een café aan de overkant. Dat was wel leuk.”

Hoe wist je direct dat hij het was?

“Energie. Ik ben een hippie. Niet een overdreven hippie, maar ik geloof wel heel erg in energieën. Dat is net zoals wanneer je iemand ziet en direct weet of je diegene kunt vertrouwen.”

Lijk je op hem?

“Ja. In bijna alles. Ik ben een heel trots en loyaal persoon. Mijn trots beschermt mij, maar brengt me ook in de problemen. Dat zie ik ook allemaal bij hem.”
“Van jongs af aan had ik eigenlijk alleen maar een slecht beeld van hem. Pas op mijn twaalfde zei iemand goede dingen over mijn vader. Nadat ik hem heb leren kennen, ging ik ook steeds meer zachte kanten zien.”
“Hij is een oudere versie van mij, maar hij heeft wel lang vastgezeten. Op bepaalde vlakken heeft hij de referentiekaders niet die ik wel heb. Soms wordt hij boos, maar lukt het hem niet om eroverheen te stappen. Daar botst hij met mensen. Ik herken dat, maar ik heb geleerd om daar beter mee om te gaan.”

Hoe doe je dat dan, omgaan met die boosheid?

“Op een gegeven moment wil je leren van pijn. Het overlijden van mijn broer was een keerpunt in mijn leven. Ik vroeg me steeds af: ‘Waarom gaat een kind van 17 dood?’ Je vrienden komen naar je graf.”
“Mijn broer was mijn grootste voorbeeld. Hij was groot en sterk en hij kon alles. Iedereen mocht hem. Als ik ruzie had, haalde ik altijd mijn broer. Toen hij in de jeugdgevangenis overleed, voelde het alsof ik met mijn voorhoofd op een steen viel. De eerste vijf dagen hoopte ik dat het een droom was en ik weer wakker werd. Maar dat gebeurde maar niet. Het deed zoveel pijn, dat ik na die vijf dagen dacht: ‘Laat het maar hoe het is, want anders gaat hij op een later moment dood en moet ik dit weer meemaken.’ Zijn dood heeft veel boosheid in me aangewakkerd.”
“Toen ik 21 was, ging ik naar een psycholoog. Ze zei tegen mij: ‘Je bent net als een olielamp die wild brandt, maar je hebt er een dekseltje opgezet om de vlammen binnen te houden. Je bent altijd boos, maar je hebt jezelf onder controle. Op den duur ga je steeds beter leren hoe je die vlam minder olie moet geven. Dan leer je hoe je met dat vuur in jezelf om moet gaan.’ Toen ze dat uitlegde, voelde ik me direct rustig. Nu, als ik me slecht voel, luister ik naar muziek.”
Muziek is heel belangrijk voor Ruwhel
Muziek is heel belangrijk voor Ruwhel © Rijnmond

Wat heeft muziek daarin voor jou betekend?

“Het luisteren ervan is een uitlaatklep. Zo verwerk ik dingen. Het geeft me het gevoel alsof ik niet alleen ben. In de muziek hoor je dat iemand anders precies hetzelfde meemaakt en het niets persoonlijks is.”
“Zelf muziek maken is mijn therapie. Als ik iets schrijf, dan gaat er een beerput open. Er komt dan veel pijn uit, dat kan ik in een liedje stoppen. Muziek heeft mijn leven gered. Dat wil ik nu meegeven aan andere jongeren.”

Waarom vind je het belangrijk om hen te helpen?

“Ondersteuning voelen is heel belangrijk. Ik herken die onzekerheid, die twijfel aan jezelf. Soms heb je alleen iemand nodig die zegt: ‘Nee, je kan dit, let’s go.’ Ik werk alleen maar aan hun zelfvertrouwen. Ik wil dat ze met een goed gevoel naar huis gaan, dat is de kracht die ik heb. Ik weet niet waar ze naartoe gaan straks, naar wat voor gezin, dus laten we er nu iets leuks van maken.”
“Ik probeer te zijn wat ik zelf nodig had, op alle vlakken. Ik wil iets geven waar ze mee aan de slag kunnen als ik weg ben.”

Ben je trots op jezelf?

“Ja. Ik denk nooit dat ik er al ben, maar ik denk wel vaak terug aan waar ik vandaan kom. Vooral op momenten waarop ik al helemaal op ben, maar nog door moet gaan. In november lag mijn vriendin in het ziekenhuis, omdat ze hoogzwanger was en te veel deed thuis. Toen ben ik heel erg geschrokken en ben ik een tijdje thuis geweest. Maar zodra ik zag dat ze het weer aankon, ging ik weer naar buiten.”
“Doorwerken, shows, repeteren, m’n rijbewijs halen, workshops, een schrijverskamp. Heel januari heb ik keihard gewerkt. Ik was helemaal kapot. Toen ik van het podium af liep afgelopen vrijdag, kwam binnen vijf minuten alle moeheid. Dan adem ik uit. Het is alsof je lichaam dan pas alle emoties verwerkt. Dan ben ik trots op mezelf en mijn omgeving. Het is niet vanzelfsprekend.”

Dus je bent pas trots als je jezelf heel veel oplegt en het dan alsnog allemaal lukt?

“Nee, dat zeker niet. Ik ben altijd dankbaar. Waar ik het moeilijk maak voor mezelf, is dat ik altijd weer de lat hoger leg.”

Altijd dankbaar, nooit tevreden?

“Juist. Honderd procent. Dat is perfect verwoord.”

Is het niet ongezond om altijd maar door te willen racen?

“Specifiek deze week ben je denk ik de zesde die dat tegen me zegt. Ik weet het zelf ook. Maar de achterstand die ik moest inhalen wordt onderschat. Ik kom niet vanaf hetzelfde nulpunt als de gemiddelde persoon.”
“Als ik het volhoud tot juni of juli, dan is het fundament zo sterk dat ik negen tot vijf kan gaan werken.”

Kan je er niet een jaartje langer over doen, op een wat lager tempo?

“Hoe ik het zie, is dat je een bepaald momentum moet creëren. Het is net een golf. Als je met je hand één keertje tegen het water duwt, dan gaat het weg, komt het terug en valt het stil. Maar als ik het op een bepaald ritme doe, steeds sneller en sneller, dan wordt m’n hand sterker en creëer ik een groter momentum. Op een gegeven moment gaat alles in dienst werken van elkaar. Dat is waarom ik zoveel doe, zo snel achter elkaar. Ik doe iets nieuws, krijg daar spotlights op en dan vallen de andere dingen die ik doe ook op. Met dezelfde tik, beweegt heel die golf. Dat gaat niet snel kapot.”
Voor honderden mensen treedt Ruwhel op
Voor honderden mensen treedt Ruwhel op © Privé

Je klinkt heel ambitieus. Denk je dat je het in je hebt om rustiger aan te doen vanaf juni?

"Op dit moment niet, denk ik. Zo zit ik niet in elkaar. Ik ben echt aan het vechten met mezelf en ik moet op zoek naar een vorm waarin dat kan.”
“Ik ben een bepaalde manier van overleven ontgroeid. De armoede is in principe weg. Eigenlijk hoef ik me daar geen zorgen meer om te maken, maar ik ben bang om die gedachte los te laten. Ik durf geen rust te nemen. Ik vraag mezelf de laatste maanden vaak af of ik nog steeds aan het overleven ben of dat ik juist harder aan het werken ben zodat ik het leven mooier kan maken.”
“Het is een zegen, maar het helpt niet mee dat ik een beetje het gevoel heb dat ik verantwoordelijk ben voor veel mensen. De reden dat ik niet kan stoppen met werken, zijn al die kids. Ik wil ze niet in de steek laten. Zij hangen hun droom op aan mij.”

Zelf heb je ook kinderen toch?

“Ja, ik heb er drie. Mijn vriendin heeft een dochter van zeven, dat is mijn oudste kindje. Onze zoon is bijna twee en mijn andere dochter is net geboren. Dat is het moeilijkste.”

In jouw jeugd was je vader afwezig. Ben je misschien zelf nu ook best afwezig?

“Absoluut. Dat kwetst mij heel erg en ik ben me daar heel bewust van. Vroeger zag ik dat al in films, kinderen van afwezige vaders die zelf ook een afwezige vader worden. Het is irritant dat ik het bij mezelf herken en dat ik het niet kan tegenhouden.”
“Gelukkig wennen de kinderen er steeds meer aan, maar ik ben wel heel hard met mezelf aan het vechten om dat te veranderen. Wanneer ik er ben, zorg ik dat ze alleen maar liefde van me krijgen. Maar de seconde dat ik naar buiten moet, ben ik weer weg. Ik noem het de prijs die zij en ik moeten betalen om deze grote dingen mogelijk te maken voor zoveel mensen. Ik offer me op.”

Waarom voelt het als jouw verantwoordelijkheid?

“De reden dat dit zo moet, is omdat ik vind dat veel mensen hebben gefaald. Je kan niet alleen werken en zorgen dat jouw eigen kinderen het goed hebben. Als meer mensen deden wat ik doe, dan hoefde ik niet zo hard te werken.”
“Het is soms een oneerlijke en ondankbare taak, maar het moet wel gebeuren. Als jij een dokter bent en ik heb een wond die makkelijk verholpen kan worden, dan moet jij me helpen. Anders ga ik misschien wel dood. Dat is ook zo bij maatschappelijk werk. We kunnen perspectief bieden, want anders blijven die boys zo. Dan komen ze elkaar tegen in de bus en steken ze elkaar dood, terwijl we dat gewoon hadden kunnen fiksen.”

Is dat het waard, ten opzichte van je eigen kinderen?

“Mijn vader was er helemaal niet. Ik ben elke dag een paar momenten thuis. Alles wat ik zelf nodig had als kind, geef ik aan hen. Maar ik vind het wel zielig. Mijn dochter wil al zo lang dat ik met haar mee ga naar zwemles, maar dat is op woensdag om half twee. Dat kan niet.”
“Maar juni, juli, ik mik daarop. Het gaat goed komen, echt waar. Ik ga het echt doen, ik zweer het. Dat is mijn grootste doel.”
Dit artikel is onderdeel van de rubriek 'Humans of Rijnmond'. Iedere week vertellen we de bijzondere verhalen van mensen uit onze regio, om jou te inspireren en kennis te laten maken met de unieke mensen die onze regio rijk is. Ken jij iemand die we niet mogen missen? Stuur een mailtje naar thais.leopold@rijnmond.nl of een bericht op Instagram naar @rtvrijnmond.

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl