GESCHIEDENIS

Echt waar: Schiedam was ooit een heksenbolwerk

Gedenksteen voor twee Schiedamse heksen die werden veroordeeld tot de brandstapel
Gedenksteen voor twee Schiedamse heksen die werden veroordeeld tot de brandstapel © SCHIE
‘Heksenbolwerk’ is nu niet het eerste waar je aan denkt als Schiedam ter sprake komt. Maar in 1593 was dat heel anders. Twee Schiedamse vrouwen veranderden de geschiedenis van de heksenprocessen in ons land door na een beschuldiging in hoger beroep te gaan. Woensdag kregen zij een gedenksteen op de Grote Markt. Zo werd een bijzonder deel van de Schiedamse geschiedenis op internationale vrouwendag herdacht.
Neeltje Andries en Marytje Arendsdochter staan nog niet in de geschiedenisboeken, maar hun namen zijn nu wel te vinden op de Grote Markt. Volgens Laurens Priester, gemeentearchivaris in Schiedam, hebben zij niet alleen de Schiedamse geschiedenis veranderd. In heel Nederland werden namelijk heksenprocessen, ook wel bekend als heksenjachten, georganiseerd. Vrouwen werden beschuldigd van heulen met de duivel, toveren of andere ongewenste zaken in de ogen van de kerk. “Ook in Schiedam zijn vrouwen veroordeeld tot de brandstapel. En die werden dan op de Grote Markt verbrand”, vertelt hij bij lokale omroep SCHIE.

"Niks over te vinden"

Saskia Beukman hoorde bij een lezing over de Schiedamse geschiedenis voor het eerst over heksenverhalen. “Schiedam, een heksenbolwerk? Wat gek, daar is toch niks over te vinden.” Ze dook daarom in het archief. “Zo kwam ik bij het vrouwenlexicon”, legt Beukman uit. “In dat lexicon staan de meest opmerkelijke vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis opgeschreven. Neeltje en Marytje stonden daar ook bij.”

Marteling

In de 16e eeuw zit de wereld anders in elkaar. “Een natuurverschijnsel dat niemand kon verklaren werd al snel als onheilspellend gezien”, legt Beukman uit. Teksten die verspreid worden door de Katholieke kerk stimuleren om bijgelovig naar vrouwen te kijken, in 1540 slaat het door en leidt dat tot de heksenprocessen. De beschuldigingen waren niet gegrond, maar een gebrek aan bewijs, leidde steevast tot vrijspraak. “Mensen zijn niet geneigd om te bekennen dat ze rare dingen doen met de duivel zonder dat ze daartoe gedwongen worden”, vertelt archivaris Laurens Priester. Het afdwingen van bekentenissen door middel van marteling werd praktijk.
© SCHIE
Toen Neeltje en Marytje van hekserij werden beschuldigd waren ze goed op de hoogte van hun rechten, ze hadden geld, een advocaat en een heleboel lef. Zij deden beroep op de Hoge Raad, de hoogste rechtbank, om ‘in purge’ te gaan. Dat betekent dat ze zich gedurende het proces vrijwillig op laten sluiten, terwijl de rechtbank onderzoek doet. Een gewaagde zet, want de beschuldigingen blijven toenemen en de vrouwen zitten twee jaar lang in een cel. In afwachting van ofwel vrijheid ofwel de dood.
Het plan werpt zijn vruchten af: de Hoge Raad besluit niet over te gaan tot marteling om tot een bekentenis te komen.

Bewust gemaakt

Beukman ontdekt deze zaak en noemt het een voorbeeld van de historische invloed van vrouwen op de stad. Ze begon een petitie om een gedenksteen te verwezenlijken. Die werd meer dan 400 keer ondertekent en in ontvangst genomen door de Schiedamse burgemeester Cor Lamers.
Nu, meer dan een jaar later, is de steen onthuld op de Grote Markt, de plek waar veel vrouwen tragisch aan hun einde kwamen. Het moment was niet toevallig, het was de wens van de initiatiefnemer om de steen op Internationale Vrouwendag te onthullen. De drie vrouwelijke wethouders van Schiedam: Laan, Biekman en Zwang trokken samen met Saski Beukman de Schiedamse vlag omhoog. Lamers bedankte Beukman voor al haar inzet om de vergeten geschiedenis van Schiedam aan het licht te brengen: “Jij hebt ons bewust gemaakt van dit stukje geschiedenis.”
Dit verhaal komt van onze mediapartner SCHIE