MUZIEK

Rotterdamse band Certain Animals is geboren uit tegenslag, noodzaak en The Beatles

In de bio die de Rotterdamse band Certain Animals van zichzelf verspreidt zit een zin die zo uit het spelprogramma Hints lijkt weggelopen. De heren typeren hun muziek met ‘Klinkt als: Crosby, Stills, Nash & Young, The Beatles, Supertramp, Tame Impala, ELO.’ En zo is het. Certain Animals grijpt met heldere melodieën en hechte samenzang terug op muzikale helden uit de jaren zestig en zeventig. Op 7 april presenteert de band - in vernieuwde samenstelling - in De Doelen het tweede album vol muzikaal vakmanschap getiteld: Arts & Crafts.
De Rotterdams band Certain Animals presenteert op 7 april de tweede volwaardige plaat in De Doelen.
De Rotterdams band Certain Animals presenteert op 7 april de tweede volwaardige plaat in De Doelen. © Wiktoria Swidzinska
Het begon feitelijk allemaal op een middelbare school in Brabant, in de jaren negentig. Thijs van Leeuwen en Niels-Jan van Dijk, inmiddels veertigers, bleken een liefde te delen voor de muziek uit de platenkast van hun ouders.
Thijs: “Ik had thuis een oude platenspeler van mijn moeder gevonden met zo'n deksel erop dat ook de speaker was. Er zaten platen bij van The Beatles en Simon & Garfunkel, en een verzamel-lp met daarop Child in time van Deep Purple. Ik wist niet wat ik hoorde. Ik werd meteen meegezogen. Ik werd gelijk emotioneel geraakt. Ik vond het geweldig. Het was voor mij veel interessanter dan wat ik op tv bij TMF zag en hoorde. Dit kwam directer binnen. Dit was niet laag voor laag opgebouwd, ik hoorde gewoon dat hier en daar drie mensen voor één microfoon stonden te zingen.”
En er was een gitaar in huis. “Mijn moeder gaf les in het speciaal onderwijs en die had voor het spelen van Sinterklaasliedjes een akoestische gitaar staan. Daar ben ik op begonnen toen ik een jaar of dertien, veertien was. Ik ben er zelf op gaan rommelen. Nooit les gehad. Ik speelde liedjes van Bob Dylan, en van The Beatles uit hun begintijd. Dat is allemaal niet zo moeilijk om te leren.”

Fabulous Wannabeatles

Niels-Jan van Dijk en Floor de Gooijer, schoolvrienden van het Thomas More College Oudenbosch, hadden een vergelijkbare hang naar die muziek van - toen al - vroeger. Thijs weet nog dat de dubbel-cd The Beatles Live at the BBC uitkwam, en dat ze daar niet over uitgesproken raakten. Ze gingen die muziek samen naspelen en in 2002 kwam daaruit een Beatles-coverband voort: The Fabulous Wannabeatles, een band die uiteindelijk grotendeels vanuit Rotterdam opereerde. De ouders van Thijs komen uit Rotterdam, en Thijs is na de middelbare school in Rotterdam de opleiding Maatschappelijk werk en dienstverlening gaan doen. Na verloop van tijd is ook Niels in Rotterdam neergestreken.
Optreden van The Fabulous WannaBeatles in 2016.
Optreden van The Fabulous WannaBeatles in 2016. © Onbekend
Als een soort tegenwicht tegen het toch wat ‘zoete’ repertoire van The Beatles stortten Thijs en Niels zich daarna meer op bluesrock, en uiteindelijk vormden ze samen met Lewis van Brouwershaven, de huisbaas van Niels, de groep Certain Animals. Als trio. Na een tijdje kwam Kees Braam in de plaats van Lewis achter de drums en in deze bezetting maakt het trio in 2018 een eerste mini-lp getiteld Down the rabbit hole.

Songs to make you move

Optredens volgden in De Wereld Draait Door, bij 3FM, en op een enkel festival. Ook was er een eigen club- en theatertour. Er werd dan ook veel verwacht van de eerste volwaardige plaat van Certain Animals in 2020, de lp Songs to make you move.
Thijs: “Die plaat is goed ontvangen, we hebben goede recensies gekregen, we zijn ook wel gedraaid op de radio. Maar door corona, en doordat we bij boekers zaten die niet helemaal pasten bi ons soort muziek, werd het niet het feestje waarop we hadden gehoopt.”
En daarmee komen we bij wat kenmerkend is in het verhaal van de band: tegenslag en hoe daarmee om te gaan.

Combineren

Het begon eigenlijk al bij de eerste boeker van de band, na het verschijnen van de eerste ep. Een grote boeker die allerlei optredens had moeten regelen, die gebruik had moeten maken van het momentum. Maar hij trok er niet hard aan. Toen kwam er een andere boeker. Maar ook: corona. Waardoor er nog steeds weinig gebeurde. Er kon niet veel. En toen had drummer Kees Braam ook nog eens een minder prettig mededeling.
Thijs, vol begrip: “Kees heeft producen gestudeerd aan Codarts, hij kreeg steeds meer klussen, steeds grotere klussen ook, het was niet meer te combineren. Een gewone baan is al moeilijk te combineren met spelen in een band, maar als je producer bent en daar honderd procent voor gaat, lukt het zeker niet.”
Dus nu waren Thijs en Niels min of meer terug bij af. Als duo.
Niels-Jan van Dijk (links) en Thijs van Leeuwen, de twee veertigers in Certain Animals, vrienden sinds de middelbare school.
Niels-Jan van Dijk (links) en Thijs van Leeuwen, de twee veertigers in Certain Animals, vrienden sinds de middelbare school. © Wiktoria Swidzinska

Moed

Thijs: “Zo gaat dat. Er zijn denk ik heel veel bandjes die na een jaar of twee, drie zo’n soort tegenslag krijgen en er dan mee uitscheiden. Je moet elke keer opnieuw beginnen, en de moed verzamelen om door te gaan.”
Dat Thijs en Niels wel hebben doorgezet heeft ermee te maken dat ze elkaar al zo lang zo goed kennen, en dat dat spelen is wat ze willen met hun leven. “We hebben daar ook de tijd voor gecreëerd. Ik werk drieëneenhalve dag in de week als maatschappelijk werker bij Humanitas. Niels heeft in het theater gewerkt en is nu huisvader. Dat samen muziek maken is wat we willen. Bijna als een roeping. We móeten creëren. Dat maakt dat we dan tóch de kracht vinden om door te gaan.”

Quint

Voor het maken van die plaat Songs to make you move hadden Thijs en Niels al de hulp ingeroepen van de jonge hammond-organist Quint Vullings, die bezig is om af te studeren aan Codarts. “Dat beviel zo goed dat we dachten: nou kunnen we eigenlijk niet meer terug. Hij is live altijd meegegaan. Hij is volledig bij de band gekomen. Hij zingt ook.”
Toen nog een nieuwe drummer. Die werd gevonden in Rick van der Voort, net als Quint begin twintig en bezig om af te studeren. En ook hij zingt mee in de harmonieën van de groep.
Rick van der Voort (links) en Quint Vullings, de twee twintigers in Certain Animals, allebei bezig om af te studeren aan Codarts.
Rick van der Voort (links) en Quint Vullings, de twee twintigers in Certain Animals, allebei bezig om af te studeren aan Codarts. © Wiktoria Swidzinska
Tussen de twee veertigers en de twee twintigers van de band klikt het niet alleen op het muzikale, maar ook op het persoonlijke vlak. Thijs: “Ja, dat is het allerbelangrijkste. Want iemand kan misschien de beste drummer van de wereld zijn: als het niet gezellig is samen, wordt het niks. Je zit straks toch twaalf uur samen in een busje naar Berlijn. Een optreden kan weleens niet doorgaan, bijvoorbeeld doordat er een staking is. Je kunt ergens te laat aankomen. Er zijn zoveel mogelijke stressmomenten. Als het dan niet klikt, houdt het heel snel op. Een band is gewoon een relatie.”
Certain Animals, vlnr Thijs van Leeuwen, Niels-Jan van Dijk (boven), Quint Vullings, Rick van der Voort.
Certain Animals, vlnr Thijs van Leeuwen, Niels-Jan van Dijk (boven), Quint Vullings, Rick van der Voort. © Wiktoria Swidzinska

Sophie

In die nieuwe samenstelling heeft Certain Animals nu het tweede volwaardige album gemaakt. En het geluk lacht de heren toe met een nieuwe boeker: Sophie Laurence. Thijs: “Zij heeft zelf ook theaterervaring. Ze is bijna een extra bandlid wat betreft regelen en meedenken. Ze weet ook de weg in subsidieland. Daardoor kost het ons in elk geval geen geld. Een echt loon levert het spelen niet op, maar je kunt er nu en dan een pakje snaren van kopen.”
De voortekenen zijn met dit alles gunstig. De band zou nu wél een grote slag kunnen maken. Er is inmiddels een flinke speellijst. Er zijn plannen om in het najaar een theatertour te doen met zowel eigen werk als covers. En er is dus de plaatpresentatie in De Doelen op 7 april. Met twee blazers erbij, extra percussie en een leuk voorprogramma.
En dat alles tot geluk van Thijs, want: “Ik kan me mijn leven inmiddels niet anders meer voorstellen dan dat ik één keer in de week een repetitie heb en in het weekend ergens op de planken sta.”