MENTALE GEZONDHEID

'Het blijft je moeder, ook al staat ze te schreeuwen in de straat': Annemijn en Lincey hebben ouders met psychische problemen

Annemijn (links) en Lincey (rechts) bij de portretfoto's van kinderen van ouders met psychische problemen
Annemijn (links) en Lincey (rechts) bij de portretfoto's van kinderen van ouders met psychische problemen © Rijnmond
Annemijn (21) haar vader was manisch depressief. Lincey (26) haar moeder gleed van een postnatale depressie in schizofrenie en een verslaving. Allebei komen ze naar buiten in de fotoserie over kinderen met ouders die psychische problemen of een verslaving hebben, die nu te zien is voor het Centraal Station. “Eigenlijk gaat het al heel mijn leven slechter of beter met mijn moeder."
“Ik zou wel willen weten hoe mijn moeder echt is, van zichzelf. Hoe ze was voor mijn geboorte. Want in haar ziekte lijken we helemaal niet op elkaar. Zij is dan heel extravert en outgoing, terwijl ik juist introvert ben.” De moeder van Lincey kreeg een postnatale depressie en vergleed in schizofrenie. Ze raakte ook nog eens verslaafd aan drugs.
“Vanaf mijn derde kon ik niet meer bij mijn moeder wonen. Mijn vader had een onregelmatig werkritme, dus ging ik bij mijn oom, haar broer, wonen. Dat ging helemaal niet goed. De druk werd veel te hoog voor hem, hij had al kinderen thuis. Hij kreeg losse handjes. Ik was bang en plaste in bed en in mijn broek. Dat maakte hem natuurlijk boos en dan werd ik nog banger.”
Toen Linceys vader doorkreeg dat het niet goed ging, mocht ze bij hem wonen. Vanaf toen ging het beter, al was ze nog steeds bang als ze in bed had geplast. “Ik ging de lakens verstoppen, was bang dat hij ook boos zou worden. Dat was ook frustrerend voor hem, om mij zo bang te zien. Het duurde wel even voor ik mij veilig voelde bij hem. Maar uiteindelijk ben ik door hem best wel stabiel opgevoed.”

1 op de 6

In Nederland groeien bijna een half miljoen kinderen op met één ouder of ouders met psychische problemen en/of een verslaving. Dat is 1 op de 6 kinderen. Deze kinderen noemen we KOPP/KOV: Kinderen van Ouders met Psychische Problemen of Verslaving. Veel kinderen kampen met zorgen en een veel te groot verantwoordelijkheidsgevoel. Vaak kunnen ze hun verhaal niet kwijt, voelen ze zich onbegrepen of niet gezien.
Annemijn haar vader was vanaf haar zesde manisch-depressief. Op haar zevende zijn haar ouders gescheiden. “Bijna niemand kon zich voorstellen hoe ik mij voelde. Mijn vrienden, die hadden hooguit gescheiden ouders. Ik vertelde het dan soms wel aan iemand, maar bijna niemand wist wat te zeggen. Ze praatten er vaak overheen. Achteraf had ik vaak spijt dat ik het had verteld, omdat ik een andere reactie had gehoopt. Ik werd steeds voorzichtiger om het te vertellen, om de teleurstelling te voorkomen.”

Bang hem niet meer te zien

Ze ontwikkelde een soort zesde zintuig om haar vader te lezen. “Nu is hij scherp, dacht ik dan. Dat was dan net nog voor de manie. Hij werd vrolijk, nam er alles van. Tot het punt dat hij dan steeds waziger werd. Dan ging hij geloven in hele bizarre theorieën, zette hij opeens al zijn spullen op straat of vond hij bijvoorbeeld dat we alleen nog in het Engels met hem mochten praten. Tot hij over een bepaald punt was - en dan stortte hij in. Dan kwam hij in een depressie en wilde zijn bed niet meer uit. Hij schaamde zich over wat er was gebeurd."
Of hij nu in een manie zat, of in een depressie, ze maakte zich eigenlijk altijd zorgen over hem. "Of hij uit bed kwam, over wat hij had gezegd. Ik durfde ook niet alles meer te zeggen als ik bij hem was geweest, over hoe hij deed of wat hij zei. Omdat ik bang was dat ik hem dan niet meer kon zien."
Annemijn was bijna zestien toen haar vader uit het leven stapte. Het was ‘de liefste vader ooit’ en ze was ongelooflijk verdrietig. “Maar het gaf mij ook ruimte voor het eerst om aan mijzelf denken, hoe het met mij ging. Maar dat gaf natuurlijk ook weer verdriet en schuldgevoel. Ik leefde vooral voor hem, en moest nu opeens aan mijzelf denken."

Te zwaar

Lincey bij haar portret
Lincey bij haar portret © Rijnmond
Lincey haar moeder woont vanaf dat Lincey drie is in verschillende psychiatrische inrichtingen, overal in het land. Met haar vader bezocht ze haar moeder in de kliniek. "Je wist nooit wat je kon verwachten en of het dan ineens omsloeg. Ze was dan weer in de war of depressief, dan weer juist heel vrolijk en blij. Maar dat voelde dan ook weer onecht aan. Eigenlijk gaat het al heel mijn leven slechter of beter met haar. Het is nooit eens gewoon normaal.”
In het begin stond ze dan opeens voor de deur. “Schreeuwend dat mijn vader haar kinderen van haar afpakte. Dat was echt vreselijk. Het blijft je moeder natuurlijk, ook al staat ze te schreeuwen in de straat." Haar moeder is naast schizofreen ook verslaafd. “Nu maakt het me dat alleen nog verdrietig, want ik wil niet meer boos zijn. Vroeger was ik dat wel, dan zei ik: je kiest toch voor je kinderen en niet voor de drugs? Voor mij was dat natuurlijk gemakkelijk gezegd. Maar nu weet ik, voor een verslaafde is dat heel moeilijk. Zeker in combinatie met schizofrenie.”
Momenteel ziet ze haar moeder even niet. “Omdat het slecht met haar gaat. Dat is even te zwaar voor mij om haar te zien. Maar dat doet echt wel pijn, dat ik haar even niet kan zien. En ik mis haar ook. Want ook nu: het blijft je moeder.”

Eenzaam

Op haar school in Hillegersberg, voelde Annemijn zich ondanks dat ze heel sociaal was, ook wat eenzaam. Hulp kreeg ze wel aangeboden, maar als zestienjarige was kiezen voor een trauma-traject voor haar veel te confronterend. “Ik wilde de goede herinneringen aan hem niet kapot maken, daar met een psycholoog een negatief gevoel over krijgen.”
Annemijn besloot wel op haar zestiende een 8-weeks traject te volgen met lotgenoten. Daar heeft ze Lincey leren kennen, waarmee ze samen stichting Kopp Op Rotterdam heeft opgericht. Hier praat ze met andere kinderen van ouders met psychische - of verslavingsproblematiek. “Want uiteindelijk is de beste tip die ik je kan geven om erover te praten. In onze stichting maken we daar ruimte voor.”
Ook Lincey voelde die behoefte. “Ik kon er met mijn vader wel over praten en zeker ook met mijn stiefmoeder, maar ik was zelf heel gesloten, geïrriteerd en boos. Ik wilde er zelf eigenlijk niet over praten. Met vriendinnen doe ik dat liever ook niet, want vaak is het gewoon gezellig en wil je niet de sfeer verpesten. Dat voelt ook niet helemaal goed.”
Maar erover praten, dat is wel de manier om het te verwerken. In de stichting kunnen ze verhalen delen met elkaar, naar elkaar luisteren en elkaar steunen. “Er hoeft niet zoveel, het is gewoon fijn een plek te creëren waar je je verhaal kwijt kan.”

Kind van

Op het Kruisplein hangen 19 mensen met een verhaal zoals Annemijn en Lincey, voor de expositie ‘Kind Van’. Het is een initiatief van stichting Open Mind en Sevilay Maria. Na Rotterdam gaat het project ook naar andere steden aandoen.
Annemijn en Lincey bij foto van Annemijn
Annemijn en Lincey bij foto van Annemijn © Rijnmond
Annemijn is trots dat ze op het Kruisplein hangt. “Omdat je nu ook echt gezien wordt. Niet het hele verhaal, maar een stukje. Ik heb heel erg getwijfeld, dacht elke dag: doe ik het wel, doe ik het niet? Maar juist ook met onze stichting zeggen we: schaam je niet hiervoor. Dus daarom heb ik het gedaan. Ik schaam me niet. En ik ben blij dat ik mee heb gedaan met de serie.”
Lincey wilde meteen meewerken met de fotoshoot. “Het is goed om er meer over te praten. Ik wil graag laten zien, je bent niet de enige. Er zijn heel veel mensen die hetzelfde meemaken. Trauma’s in gezinnen zijn vaak trauma’s die al eerder voorkwamen in gezinnen. Ik las in een onderzoek dat 70 procent van de kinderen die een ouder hebben met psychische problemen of een verslaving, dat ook weer zelf kunnen ontwikkelen. Dat is gewoon heel veel. Ik weet dat je dat kunt voorkomen, maar dan moet je erover praten en hulp zoeken. Mijn boodschap: zorg ervoor dat je een beter leven krijgt dan je ouders."